Samenvatting Traumazorg- Shock ( )

SHOCK
DEFINITIE

 Levenbedreigende conditie van circulatoir falen ( circulatie van bloed in het lichaam, O2,
voedingsstoffen van de weefsels)
 Hypoxie op cellulair en weefsel niveau ten gevolge van
o Verminderd zuurstofaanbod
o Toegenomen zuurstofverbruik
o Inadequaat zuurstof gebruik
 Opbouw celschade ( dysfunctie van ionenpomp, intracellulair oedeem, cellekkage, verstoorde
intracellulaire pH ( zure pH zullen cellen niet gaan werken))  multiorgaanfalen  dood
 Manifesteert zicht als BD daling

FYSIOLOGIE BASISBEGRIPPEN

 In stand houden van de bloeddruk
o Cardiac output ( Hf x slagvolume)
 Hartfrequentie
 Slagvolume
 Wat er uit het hart komt ( hoeveelheid bloed)
 Eind diastolisch volume ( hoeveelheid bloed in het hart)
 Eind systolisch ( hoeveelheid bloed uit het hart gepompd)
o Perifere weerstand
 Diameter van bloedvat ( + lengte, bloedviscositeit)
 Diameter kleiner  hogere perifere weerstand  doet BD stijgen




VERMOEDEN VAN SHOCK

 Klinische manifestatie: afhankelijk van stadium van de shock
 Evolutief gegeven
 Sensitiviteit en specificiteit van symptomen van shock zijn beperkt
 Bij een aantal symptomen van shock, pt gaat achteruit, maar nog geen echte oorzaakniet
gedifferentieerde shock

1

,  Symptomen
o Lage BD
 BD syst < 90 mmHg/mean BD < 65mmHg/relatieve BD val van 40 mmHg/diepe BD val
met nood aan inotropie
 Vroege fase van shock  BD nog normaal zijn ( compensatiemechanisme lichaam)
 Niet elke hypotensie betekent ook shock
o Tachycard: eerste vertoning
 Vroeg compensatiemechanisme: jonge patiënten lang persisterende en hoog
frequente tachycardie voor hypotensie
 Door hoge hartfrequentie zal ook invloed hebben op BD
 Gebruik beta-blokker  hartslag zal niet sterk stijgen
o Tachypneu
 Vroeg compensatiemechanisme ( persoon zal sneller ademen bij shock  CO2
afblazen als compensatie voor uitblazen van zuur ( metabole acidose)): afblazen
metabole acidose, luchthonger
o Metabole acidose
 Met hoog anion gap doet het vermoeden rijzen van shock
 AG: Na + K – (Cl + HCO3) = anion gap
 Normaal: 9-21
 Bij metabole acidose door te veel lactaat ( door hypoxie) zal binden met Na
en K  hogere anion gap
 Niet enkel bij shock  nierfalen of intoxicaties
o Lactaat gestegen
 Relatie tussen verhoogd lactaat en mortaliteit bij trauma, sepsis en hartstilstand
o Bloemige huid, klam
 Compensatiemechanisme: perifere vasocontrictie poolt het bloed naar centraal
( vitale organen)
 Warme rode huid sluit geen shock uit  vroege distributieve shock, terminale shock
door falen van de vasoconstrictie als compensatiemechanisme ( bloedvaten gaan
terug open staan om het op te geven)
o Oligurie tot anurie
 Verminderde urineproductie  shunting van de renale bloedflow naar andere vitale
organen, letsel aan nier
 < 0,5 ml/kg/u
o Verward tot coma
 Verminderde perfusie van de hersenen
 Metabole encephalopathie
 Begint met agitatie  verwardheid, delirium ( opeens verwarde oudere), stupor 
coma

CLASSIFICATIE, ETIOLOGIE, PATHOFYSIOLOGIE

 niet gedifferentieerde shock
o Shock is herkend maar nog onbekende oorzaak
 multifactoriele shock
 koude shock
o Patiënt voelt koud, klam aan
 warme shock
o Patiënt voelt warm, droog aan


2