1. Inleiding
Belangrijke specifieke eisen:
- Kennis van neonatale fysiologie en pathologie
- Kennis van werking/gebruik van talrijke apparatuur
- Sterk observatievermogen
- Grote technische bekwaamheid
2 verschillende afdelingen:
- N* ® kinderen die zorgen nodig hebben
- NICU (Neonatal Intensive Care Unit) ® kinderen die intensieve zorgen nodig hebben
Ouders zijn ALTIJD welkom!
Patiëntengroepen:
- Prematuur
- Dysmatuur
- A terme baby’s met problemen
2. De premature pasgeborene
2.1. Definitie
Vroeggeboorte = geboren voor 37ste complete zwangerschapsweek.
Extreme vroeggeboorte = geboren voor 26ste zwangerschapsweek
2.2. Classificatie op basis van zwangerschapsleeftijd
Partus immaturus Geboorte tot en met 23 weken + 6 (= voor 24 weken)
Partus prematurus Geboorte vanaf 24 weken tot en met 36 weken + 6
2.3. Opponent van te vroeg geboren
= tegenovergestelde van te vroeg geboren
= serotien, geboren na een zwangerschapsduur langer dan normaal (langer dan 42 weken).
2.4. Incidentie
- 10% van de baby’s worden wereldwijd te vroeg geboren
- 7% van de baby’s worden in Vlaanderen te vroeg geboren
België scoort slecht in Europa! Variatie in % binnen Europa verklaren?
- Medische praktijk en beleid gevoerd met betrekking tot onvruchtbaarheidsbehandeling
- Veel verschillende populatiefactoren
- Fouten in zwangerschapsduur bepaling (zelfde definitie in Europa?)
,2.5. Factoren die de kans op vroeggeboorte beïnvloeden
- Multifactorieel (samenloop verschillende factoren)
- Gevolg van medisch ingrijpen (ernstige problemen tijdens de zwangerschap)
- Spontaan
Factoren komen gezamenlijk voor of ene risicofactor lokt de andere uit bv correlatie tussen roken en opleidingsniveau
® veel meer vrouwen die laag opgeleid zijn roken tijdens de zwangerschap dan dat ze hoog opgeleid zijn.
Minder bevruchte embryo’s werden teruggeplaatst bij IVF behandeling ® minder meerlingen geboren
Belangrijke rol van infecties (25 – 40%) maar aanwezigheid van een infectie alleen is niet genoeg om te lijden tot
vroeggeboorte!
Risicofactoren:
- Lage en hoge leeftijd
- Opleidingsniveau
- Etniciteit
- Familiair
- Korte tijd tussen zwangerschappen
- Meerlingenzwangerschap
- Vruchtbaarheid bevorderende behandeling
- Eerdere vroeggeboorte
- Dreigende, eerdere of herhaalde miskraam (geboren voor 20ste zwangerschapsweek)
- Complicaties in de zwangerschap
o Hoge bloeddruk,
o Zwangerschapsvergiftiging
o Zwangerschapsdiabetes)
- Voor de zwangerschap aanwezige chronische aandoening
o Diabetes
o Hoge bloeddruk
o Bloedarmoede
o Astma
o Schildklieraandoening
- Infecties
o Urineweginfecties
o HIV
o Syfilis
o Bacteriële vaginose
- Roken (2x), alcohol- en druggebruik
- Arbeidsomstandigheden
o Veel tillen
o Veel staan
o Veel lopen
o Stress en hoge werkdruk
o Onregelmatige werktijden
- Voeding
o Ernstige ondervoeding
o Overgewicht
o Tekort aan micronutriënten zoals foliumzuur en ijzer
,2.6. Lichaamskenmerken
Lichaamskenmerken zijn sterk afhankelijk van de zwangerschapsduur. Kenmerken prematuren variëren naar gelang de
duur van de zwangerschap.
- Verhoudingen
o Heel groot hoofd
o Aangezicht is heel klein ten opzichte van de rest van het hoofd
o Hoofd omtrek is veel groter dan de schouderomtrek
o Verhouding lichaamsoppervlakte en lichaamsinhoud is ongunstiger ® thermoregulatie is veel
moeilijker
o Mager en tenger
- Huid
o Donkerrode huid tot leeftijd 28 zwangerschapsweken voornamelijk eerste dagen na de geboorte.
o Handjes en voetjes kunnen cyanotisch zijn
o Losse en gerimpelde huid
o Heel dunne, kwetsbare en doorschijnende huid
o Weinig vernix (vettige witte huid bij geboorte) ® beschermt normaal de huid
o Lanugobeharing (28 zwangerschapsweken) op hele lichaam aanwezig ® verdwijnt
o Weinig hoofdhaar, geen wenkbrauwen
o Spieren weinig ontwikkeld
o Oedeemvorming ® nadeel want er kan aanzienlijk gewichtsverlies optreden
o Weinig onderhuids vetweefsel ® thermoregulatie!
o Nagels nog heel zacht
o Oren bevatten voor leeftijd 36 zwangerschapsweken nog geen kraakbeen ® slappe oren
o Tepels onopvallend tot de leeftijd van 33 zwangerschapsweken
o Voeten en voetzolen heel glad weinig dwarse plooien tot en met de leeftijd van 32 weken
zwangerschap
o Genitaliën
§ Testikels dalen pas in na 28 zwangerschapsweken
§ Labia minora promineren en labia major zullen in grote toenemen en labia minora bedekken
rond 36 – 38 weken
- Consistentie weefsels
o Minder
o Stevigheid thoraxwand veel minder ® kan leiden tot intrekkingen borstbeen tijdens inademen
o Buik is gewelfd, rond buikje, opzetting buik kan darmpatroon laten zien
o Fontanellen zijn heel groot met duidelijk voelbare schedelranden, schedel is nog zacht
o Ribben vertonen weinig ronding door onvolledige kalkafzetting
- Houding
o Slapen meestal ® hoort ook zo
o Onder 32 weken zwangerschap
§ Hypotone kinderen, strekken extremiteiten, weinig spontane motoriek vertonen, lage
spierkracht, zwak huilen, waak en slaapritme is moeilijk te onderscheiden
o Tussen 32 en 36 weken zwangerschap
§ Kracht neemt toe, beweging worden krachtiger, huilden duidelijker
o Boven 36 weken zwangerschap
§ Zoals a terme pasgeborene met normale spiertonus, zelf te drinken
2.7. Bij twijfel over de juiste zwangerschapsduur
Inschatting maken aan de hand van lichamelijke kenmerken en neurologische kenmerken (houding).
Dubowitz-score (minder dan 36u postnataal tot op 2 weken nauwkeurig)
Ballard-score (vereenvoudigde versie)
, 2.8. Klinische problemen
Onrijpe orgaansystemen ® anatomische structuur, fysiologische en biochemische functies.
- Respiratoire stoornissen
o IRDS (respiratoire distress syndroom)
o Congenitale pneumonie
o Pneumothorax
o Apneu
o Op langere termijn ® BPD (Broncho Pulmonale Dysplasie = chronische longziekte)
- Metabole stoornissen
o Hypoglycemie
o Hypocalciëmie
o Hyperbilirubinemie
- Tractus digestivus
o Voedingsintolerantie
o NEC (necrotiserende enterocolitis)
o Cholestase
- Circulatiestoornissen
o Persisterende ductus Botalli
- Hypothermie
- Infecties
- Stollingsstoornissen
- Cerebrale pathologie
o Intra ventriculaire bloeding
o Periventriculaire leukomalacie
o Convulsies
- Renale problematiek
o Electrolytenstoornissen
o Stoornissen in zuur-base-evenwicht
o Nierinsufficiëntie
- Ogen
o ROP (retinopathie)
o Strabismus (scheelzien)
o Myopie (bijziendheid)
3. De dysmature pasgeborene
3.1. Definitie
- Laag geboortegewicht in vergelijking met de zwangerschapsduur (SGA = small for gestational age)
- Foetale groeirestrictie (IUGR = intra-uterien groei retardatie) ® kinderen die op de gewichtscurve of
geboortegewichtscurve onder de 10% zitten.
Vaak samen met prematuriteit, maar kan ook bij a term, combinatie prematuriteit en dysmaturie = slechtere prognose
3.2. Classificatie op basis van het geboortegewicht
Low birth weight (LBW) 1500 – 2500 g
Very low birth weight (VLBW) 1000 – 1500 g
Extremely low birth weight (ELBW) Minder dan 1000 g