lOMoARcPSD|11911780
Thema 2: Transport
Biologie
Paragraaf 1
Bij eencellige organismen en bij organismen uit enkele cellagen vind transport van stoffen plaats over
kleine
afstanden door diffusie. Grotere planten en dieren hebben hier een vatenstelsel
voor.
Geleedpotigen hebben een open circulatiesysteem waar bloed en andere stoffen niet gescheiden zijn.
Ze
hebben ook een buisvormig hart . andere diersoorten hebben een bloedsomloop wat gesloten is
voor alleen bloed hierdoor kunnen stoffen specifiek en gemakkelijk worden vervoerd over het
lichaam.
vissen hebben een enkelvoudige bloedsomloop: het bloed stroomt per omloop 1 keer door het hart.
Eerst komt het bloed in de boezem, de boezem pompt het bloed vervolgens naar de kamer en de kamer
pompt het bloed naar de kieuwen om zuurstof te halen.
De mens heeft een dubbele bloedsomloop want het bloed gaat per omloop 2 keer door het hart.
De rechterharthelft pompt het bloed naar de longen. Vanuit de longen stroomt het bloed naar de
linkerharthelft. Dit is de kleine bloedsomloop. Zuurstof wordt opgenomen en co2 afgezet.
Kleine bloedsomloop: rechterharthelft longen linkerharthelft
De linkerharthelft pompt vervolgens het zuurstofrijke bloed naar
alle organen en vervolgens weer terug naar de rechterharthelft
grote bloedsomloop.
Door de dubbele bloedomloop kan er een hogere bloeddruk worden
bereikt. In het bloed zitten opgeloste stoffen en die worden
vervoerd naar alle delen van het lichaam waar ze nodig zijn.
, lOMoARcPSD|11911780
Embryonale bloedsomloop
Voor de geboorte van een baby bevindt zich tussen de rechter- en linkerboezem een
opening: het ovale
venster. Dit komt omdat het kind zelf nog niet hoeft te ademen en de longen inactief zijn.
Ook is er bij een foetus een verbinding tussen de longslagader en de aorta: de ductus
arteriosis. het grootste deel van het bloed dat in de rechterkamer wordt weggepompt
komt via de ductus arteriosis in de aorta terecht.
Direct na geboorte vullen de longen zich met lucht en neemt de weerstand in de
longhaarvaten af. Het
bloed stroomt nu gemakkelijker vanuit de rechterkamer in de longbloedvaten. De
bloedruk daalt in de rechterkamer en boezem doordat er ook bloed in de longen
gaat. Hierdoor neemt de druk in de linkerkamer weer toe en daardoor wordt het
ovale klepje gesloten wat dichtgroeit en de harthelften gescheiden maakt. De ductus
arteriosis verdwijnt ook.
Thema 2: Transport
Biologie
Paragraaf 1
Bij eencellige organismen en bij organismen uit enkele cellagen vind transport van stoffen plaats over
kleine
afstanden door diffusie. Grotere planten en dieren hebben hier een vatenstelsel
voor.
Geleedpotigen hebben een open circulatiesysteem waar bloed en andere stoffen niet gescheiden zijn.
Ze
hebben ook een buisvormig hart . andere diersoorten hebben een bloedsomloop wat gesloten is
voor alleen bloed hierdoor kunnen stoffen specifiek en gemakkelijk worden vervoerd over het
lichaam.
vissen hebben een enkelvoudige bloedsomloop: het bloed stroomt per omloop 1 keer door het hart.
Eerst komt het bloed in de boezem, de boezem pompt het bloed vervolgens naar de kamer en de kamer
pompt het bloed naar de kieuwen om zuurstof te halen.
De mens heeft een dubbele bloedsomloop want het bloed gaat per omloop 2 keer door het hart.
De rechterharthelft pompt het bloed naar de longen. Vanuit de longen stroomt het bloed naar de
linkerharthelft. Dit is de kleine bloedsomloop. Zuurstof wordt opgenomen en co2 afgezet.
Kleine bloedsomloop: rechterharthelft longen linkerharthelft
De linkerharthelft pompt vervolgens het zuurstofrijke bloed naar
alle organen en vervolgens weer terug naar de rechterharthelft
grote bloedsomloop.
Door de dubbele bloedomloop kan er een hogere bloeddruk worden
bereikt. In het bloed zitten opgeloste stoffen en die worden
vervoerd naar alle delen van het lichaam waar ze nodig zijn.
, lOMoARcPSD|11911780
Embryonale bloedsomloop
Voor de geboorte van een baby bevindt zich tussen de rechter- en linkerboezem een
opening: het ovale
venster. Dit komt omdat het kind zelf nog niet hoeft te ademen en de longen inactief zijn.
Ook is er bij een foetus een verbinding tussen de longslagader en de aorta: de ductus
arteriosis. het grootste deel van het bloed dat in de rechterkamer wordt weggepompt
komt via de ductus arteriosis in de aorta terecht.
Direct na geboorte vullen de longen zich met lucht en neemt de weerstand in de
longhaarvaten af. Het
bloed stroomt nu gemakkelijker vanuit de rechterkamer in de longbloedvaten. De
bloedruk daalt in de rechterkamer en boezem doordat er ook bloed in de longen
gaat. Hierdoor neemt de druk in de linkerkamer weer toe en daardoor wordt het
ovale klepje gesloten wat dichtgroeit en de harthelften gescheiden maakt. De ductus
arteriosis verdwijnt ook.