Samenvatting verbintenissenrecht
Week 1
Hoofdstuk 21 Verbintenissen uit de wet I: onrechtmatige daad, kwalitatieve
aansprakelijkheid
Vereisten voor de aansprakelijkheid op grond van onrechtmatige daad art. 6:162 lid 1 BW
Onrechtmatige daad
Toerekenbaarheid
Causaal verband tussen daad en schade
Onrechtmatige daad
Art. 6:162 lid 2 BW:
Inbreuk op een subjectief recht
Persoonlijkheidsrechten
Absolute vermogensrechten
Een doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht
Een doen of nalaten in strijd met hetgeen volgens ongeschreven recht in het
maatschappelijk verkeer betaamt
Regels die verbieden een ander bloot te stellen aan gevaren waarop deze niet
bedacht hoeft te zijn
Regels die verbieden, bij het behartigen van eigen belangen, de
vermogensbelangen van anderen in ernstige mate te schaden.
Gevaarzetting: verkeers- en veiligheidsnormen
Wanneer iemand een gevaarlijke situatie in het leven roept of in het leven laat waardoor
schade dreigt voor personen of zaken.
Strijd met de maatschappelijk in acht te nemen zorgvuldigheid zal eerder worden
aangenomen indien:
De aard en omvang van de voorzienbare schade als gevolg van de gedraging
ernstiger is
De kans dat de schade zich als gevolg van de gedraging zal voordoen groter is
De aard van de gedraging gevaarlijker, het maatschappelijk nut geringer of het doel
minder respectabel is
Het nemen van voorzorgsmaatregelen minder bezwaarlijk is
Normen ter bescherming van zuivere vermogensschade
Regels die verbieden bij het behartigen van eigen belangen de vermogensbelangen van
anderen in ernstige mate te schaden
Rechtvaardigingsgronden
Overmacht
Noodweer
Uitvoering van een ambtelijk bevel
Toestemming van hem tegenover wie de gedraging zonder die toestemming
onrechtmatig zou zijn.
De relativiteit van de onrechtmatigheid
Relativiteitsbeginsel: geen verplichting tot schadevergoeding bestaat, wanneer de
geschonden norm niet strekt tot bescherming tegen de schade, zoals de benadeelde
heeft geleden art. 6:163 BW
Schade en gedrag moet onrechtmatig zijn tegenover de ander
, Inbreuk op een subjectief recht
Slechts onrechtmatig tegenover hem aan wie dit recht toekomt
Strijd met een wettelijke plicht
De strekking van de wettelijke norm kan de kring beperken van personen of de soort schade
die door de norm wordt beschermd. Rekening houden met het relativiteitsbeginsel.
Strijd met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer
betaamt: Relativiteit zit in de norm
Toerekenbaarheid aan de dader
Schuld staat voor verwijtbaarheid
Art. 6:162 lid 3 BW: betekent dat de dader rechtens een verwijt van zijn onrechtmatige
gedraging moet zijn te maken
Toerekening krachtens wet
Soms bepaalt de wet rechtstreeks dat de onrechtmatige gedraging aan de dader
toerekenbaar is of dat het juist niet het geval is.
Vb. kind van onder de 14 jaar kan een onrechtmatige daad niet worden verweten.
Art. 6:165 lid 1 BW:
geestelijke of lichamelijke stoornis vormt geen belemmering voor toerekening van
een gedraging aan de dader als onrechtmatige daad
Schadetoebrengende daad moet bestaan uit een doen
Toerekening krachtens de in het verkeer geldende opvattingen
Kijken naar wat de geldende maatschappelijke opvattingen zijn over de daad
Causaal verband
Tussen onrechtmatige gedraging en schade
Groepsaansprakelijkheid
Art. 6:166 lid 1 BW: benadeelde kan onder bepaalde voorwaarden elk lid van de groep in
het geheel van schade aanspreken:
Ten minste 1 lid van de groep brengt onrechtmatige schade toe
De kans op het toebrengen van de schade had het aangesproken groepslid van zijn
gedragingen in groepsverband behoren te weerhouden
Deze gedragingen zijn het aangesproken groepslid toe te rekenen
Wat kan de benadeelde doen?
Schadevergoeding in geld of natura
Art. 6:162 lid 1 BW: vergoeding van de schade
In beginsel in geld
Art. 6:103 BW: op vordering van de benadeelde kann de rechter schadevergoeding
in andere vorm dan betaling van een geldsom toekennen
Rechterlijk verbod of bevel
Art. 3:296 BW: vorderen van een rechterlijk verbod om een bepaalde onrechtmatige
handeling te verrichten of, ingeval het nalaten daarvan een onrechtmatige daad zou
opleveren, van een rechterlijk bevel tot het verrichten van een bepaalde handeling.
Declaratoir
Art. 3:302 BW: vorderen van een verklaring van recht dat de gedraging onrechtmatig is.
Week 1
Hoofdstuk 21 Verbintenissen uit de wet I: onrechtmatige daad, kwalitatieve
aansprakelijkheid
Vereisten voor de aansprakelijkheid op grond van onrechtmatige daad art. 6:162 lid 1 BW
Onrechtmatige daad
Toerekenbaarheid
Causaal verband tussen daad en schade
Onrechtmatige daad
Art. 6:162 lid 2 BW:
Inbreuk op een subjectief recht
Persoonlijkheidsrechten
Absolute vermogensrechten
Een doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht
Een doen of nalaten in strijd met hetgeen volgens ongeschreven recht in het
maatschappelijk verkeer betaamt
Regels die verbieden een ander bloot te stellen aan gevaren waarop deze niet
bedacht hoeft te zijn
Regels die verbieden, bij het behartigen van eigen belangen, de
vermogensbelangen van anderen in ernstige mate te schaden.
Gevaarzetting: verkeers- en veiligheidsnormen
Wanneer iemand een gevaarlijke situatie in het leven roept of in het leven laat waardoor
schade dreigt voor personen of zaken.
Strijd met de maatschappelijk in acht te nemen zorgvuldigheid zal eerder worden
aangenomen indien:
De aard en omvang van de voorzienbare schade als gevolg van de gedraging
ernstiger is
De kans dat de schade zich als gevolg van de gedraging zal voordoen groter is
De aard van de gedraging gevaarlijker, het maatschappelijk nut geringer of het doel
minder respectabel is
Het nemen van voorzorgsmaatregelen minder bezwaarlijk is
Normen ter bescherming van zuivere vermogensschade
Regels die verbieden bij het behartigen van eigen belangen de vermogensbelangen van
anderen in ernstige mate te schaden
Rechtvaardigingsgronden
Overmacht
Noodweer
Uitvoering van een ambtelijk bevel
Toestemming van hem tegenover wie de gedraging zonder die toestemming
onrechtmatig zou zijn.
De relativiteit van de onrechtmatigheid
Relativiteitsbeginsel: geen verplichting tot schadevergoeding bestaat, wanneer de
geschonden norm niet strekt tot bescherming tegen de schade, zoals de benadeelde
heeft geleden art. 6:163 BW
Schade en gedrag moet onrechtmatig zijn tegenover de ander
, Inbreuk op een subjectief recht
Slechts onrechtmatig tegenover hem aan wie dit recht toekomt
Strijd met een wettelijke plicht
De strekking van de wettelijke norm kan de kring beperken van personen of de soort schade
die door de norm wordt beschermd. Rekening houden met het relativiteitsbeginsel.
Strijd met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer
betaamt: Relativiteit zit in de norm
Toerekenbaarheid aan de dader
Schuld staat voor verwijtbaarheid
Art. 6:162 lid 3 BW: betekent dat de dader rechtens een verwijt van zijn onrechtmatige
gedraging moet zijn te maken
Toerekening krachtens wet
Soms bepaalt de wet rechtstreeks dat de onrechtmatige gedraging aan de dader
toerekenbaar is of dat het juist niet het geval is.
Vb. kind van onder de 14 jaar kan een onrechtmatige daad niet worden verweten.
Art. 6:165 lid 1 BW:
geestelijke of lichamelijke stoornis vormt geen belemmering voor toerekening van
een gedraging aan de dader als onrechtmatige daad
Schadetoebrengende daad moet bestaan uit een doen
Toerekening krachtens de in het verkeer geldende opvattingen
Kijken naar wat de geldende maatschappelijke opvattingen zijn over de daad
Causaal verband
Tussen onrechtmatige gedraging en schade
Groepsaansprakelijkheid
Art. 6:166 lid 1 BW: benadeelde kan onder bepaalde voorwaarden elk lid van de groep in
het geheel van schade aanspreken:
Ten minste 1 lid van de groep brengt onrechtmatige schade toe
De kans op het toebrengen van de schade had het aangesproken groepslid van zijn
gedragingen in groepsverband behoren te weerhouden
Deze gedragingen zijn het aangesproken groepslid toe te rekenen
Wat kan de benadeelde doen?
Schadevergoeding in geld of natura
Art. 6:162 lid 1 BW: vergoeding van de schade
In beginsel in geld
Art. 6:103 BW: op vordering van de benadeelde kann de rechter schadevergoeding
in andere vorm dan betaling van een geldsom toekennen
Rechterlijk verbod of bevel
Art. 3:296 BW: vorderen van een rechterlijk verbod om een bepaalde onrechtmatige
handeling te verrichten of, ingeval het nalaten daarvan een onrechtmatige daad zou
opleveren, van een rechterlijk bevel tot het verrichten van een bepaalde handeling.
Declaratoir
Art. 3:302 BW: vorderen van een verklaring van recht dat de gedraging onrechtmatig is.