Samenvatting pedagogiek
Hoofdstuk 1 pedagogiek en opvoeden
Begrippenlijst hoofdstuk 1:
Pedagogiek: de pedagogische wetenschappen bestuderen de opvoeding, het
onderwijs, en de hulpverlening aan kinderen en jeugdigen, met
het oog op verbetering van de praktijk.
Opvoedings doelen: de mate waarin opvoeding bewust verloopt
Cultuur: een patroon van gedrag, kennis en attitudes die van generatie
op generatie s worden doorgegeven, én dat de ene groep van
de andere onderscheidt of tenminste als onderscheidend wordt
ervaren
De culturele context: De culturele context waarin een kind opgroeit bestaat uit de
materiële en sociale kenmerken van de omgeving, de ideeën
die ouders hebben over de opvoeding en ontwikkeling van
kinderen en het gedrag van ouders als opvoeders.
individualistische culturen zijn westers en meer gericht op autonomie én individuele
prestaties.
Collectivistische culturen: niet westers én zijn relatiegericht
opvoedingsstijl een patroon In de manier waarop de ouder ze gedraagt in
verschillende opvoedingssituaties.
maatschappelijke context omvat de sociaal economische positie, de politieke situatie, de
wetten, het feit of iemand al dan niet deel uitmaakt van een
minderheidsgroep.
culturele context de evidenties, waarden en normen, voel-leef denkstijlen en
ethiek.
Socialisatie: geleidelijk proces waarbij het individu zich de cultuur of
samenleving eigen maakt.
Primaire socialisatie(gezin, naasten en vrienden)
secundaire socialisatie(vb: schoolomgeving)
tertiaire socialisatie(vb: media)
, Opvoedingsdoelen:
Oefenvraag zoals op ex:
Vraag: beargumenteer Waarom ouder de schoolkeuze van hun kind anders benaderen.
Begrip: opvoedings doelen
lees de situatieschets
leg het opgegeven begrip uit
beargumenteer waarom opvoeders de schoolkeuze anders benaderen, gebruikmakend van
het begrip
pas je argument daarna toe op minstens twee ouders uit de situatieschets
opvoedingsdoelen hebben te maken met de mate waarin opvoeding bewust verloopt.
- intentioneel karakter
- bepaalde doelen nastreven
- afhangen van waarde en normen 4 van kunnen geven
- doelen onbewust en bewust nastreven
- culturele achtergrond
- belang van opvoeding doelen niet onderschatten
Vader is gericht op de prestatie van het kind-> doel: goed opgeleid zijn
moeder is gericht op conformiteit en sociaal gevoel-> doel: respect rekening, houden met anderen,…
ze kiezen voor de school die het meeste aansluit bij hun opvoeding doelen.
Opvoedingsoriëntaties Opvoedingsdoelen
Autonomie Gevoel voor verantwoordelijkheid hebben
Zelfstandig kunnen oordelen
Assertiviteit Voor zichzelf kunnen opkomen
Hun eigen doelen nastreven
Sociaal gevoel Rekening houden met anderen
Verdraagzaam zijn
Conformiteit Zich correct of gepast gedragen
Pedagogisch klimaat Respect hebben voor andere mensen
We vallen voor de ordening van de hulpverlening In de residentiële zorg terug op de 3 strategieën
Prestatie
van kok. Goed opgeleid zijn
IJverig en ambitieus zijn
, scheppen en verbeteren van leef en leerklimaat
methodisch groepswerk
individuele aanpassingen, therapie
pedagogische uitgangspunten in pedagogisch klimaat en opvoedingsmiddelen:
1) Emotionele steun en sensitieve responsiviteit
kinderen moeten emotionele steun en veiligheid ervaren. Signalen van kinderen opvangen d deze
juiste interpreteren en ernaar te handelen. Opvoeders toont belangstelling en geeft positieve
aandacht.
2) Autonomie en ruimte
kinderen moeten de ruimte krijgen om initiatief te nemen en zelf problemen op te lossen. Kinderen
stimuleren met aandacht voor hun mogelijkheden.
3) structureren en grenzen stellen
structuur geeft kinderen een houvast. Een goede dag routine vertrekt vanuit de jongeren en kan
individueel verschillen. Vertrek steeds vanuit de behoefte van de jongeren en probeer regels in
overleg op te stellen.
4) informatie geven en uitleggen
Geef een kind voldoende informatie op een positieve manier. Leg uit Waarom iets niet goed gaat of
net wel. Leg ook het gevolg uit van een bepaald gedrag.
5) begeleiden van interacties tussen jeugdigen
contact met andere kinderen heeft veel invloed op het welbevinden en de ontwikkeling. Als
opvoeder kan je deze interacties begeleiden.
6) stimuleren en ondersteunen van interactie tussen kind en ouders
De band met de ouders blijft van groot belang. Zorg ervoor dat de ruimte is voor contacten tussen
kind en ouders.
pedagogische tik
al het geweld dat gebruikt wordt In de opvoeding is schadelijk een kan trauma’s opleveren.
Alternatieve:
Leg uit wat ze verkeerd hebben gedaan
Leg uit Waarom je bepaalde regels oplegt
maak duidelijke afspraken
Hoofdstuk 1 pedagogiek en opvoeden
Begrippenlijst hoofdstuk 1:
Pedagogiek: de pedagogische wetenschappen bestuderen de opvoeding, het
onderwijs, en de hulpverlening aan kinderen en jeugdigen, met
het oog op verbetering van de praktijk.
Opvoedings doelen: de mate waarin opvoeding bewust verloopt
Cultuur: een patroon van gedrag, kennis en attitudes die van generatie
op generatie s worden doorgegeven, én dat de ene groep van
de andere onderscheidt of tenminste als onderscheidend wordt
ervaren
De culturele context: De culturele context waarin een kind opgroeit bestaat uit de
materiële en sociale kenmerken van de omgeving, de ideeën
die ouders hebben over de opvoeding en ontwikkeling van
kinderen en het gedrag van ouders als opvoeders.
individualistische culturen zijn westers en meer gericht op autonomie én individuele
prestaties.
Collectivistische culturen: niet westers én zijn relatiegericht
opvoedingsstijl een patroon In de manier waarop de ouder ze gedraagt in
verschillende opvoedingssituaties.
maatschappelijke context omvat de sociaal economische positie, de politieke situatie, de
wetten, het feit of iemand al dan niet deel uitmaakt van een
minderheidsgroep.
culturele context de evidenties, waarden en normen, voel-leef denkstijlen en
ethiek.
Socialisatie: geleidelijk proces waarbij het individu zich de cultuur of
samenleving eigen maakt.
Primaire socialisatie(gezin, naasten en vrienden)
secundaire socialisatie(vb: schoolomgeving)
tertiaire socialisatie(vb: media)
, Opvoedingsdoelen:
Oefenvraag zoals op ex:
Vraag: beargumenteer Waarom ouder de schoolkeuze van hun kind anders benaderen.
Begrip: opvoedings doelen
lees de situatieschets
leg het opgegeven begrip uit
beargumenteer waarom opvoeders de schoolkeuze anders benaderen, gebruikmakend van
het begrip
pas je argument daarna toe op minstens twee ouders uit de situatieschets
opvoedingsdoelen hebben te maken met de mate waarin opvoeding bewust verloopt.
- intentioneel karakter
- bepaalde doelen nastreven
- afhangen van waarde en normen 4 van kunnen geven
- doelen onbewust en bewust nastreven
- culturele achtergrond
- belang van opvoeding doelen niet onderschatten
Vader is gericht op de prestatie van het kind-> doel: goed opgeleid zijn
moeder is gericht op conformiteit en sociaal gevoel-> doel: respect rekening, houden met anderen,…
ze kiezen voor de school die het meeste aansluit bij hun opvoeding doelen.
Opvoedingsoriëntaties Opvoedingsdoelen
Autonomie Gevoel voor verantwoordelijkheid hebben
Zelfstandig kunnen oordelen
Assertiviteit Voor zichzelf kunnen opkomen
Hun eigen doelen nastreven
Sociaal gevoel Rekening houden met anderen
Verdraagzaam zijn
Conformiteit Zich correct of gepast gedragen
Pedagogisch klimaat Respect hebben voor andere mensen
We vallen voor de ordening van de hulpverlening In de residentiële zorg terug op de 3 strategieën
Prestatie
van kok. Goed opgeleid zijn
IJverig en ambitieus zijn
, scheppen en verbeteren van leef en leerklimaat
methodisch groepswerk
individuele aanpassingen, therapie
pedagogische uitgangspunten in pedagogisch klimaat en opvoedingsmiddelen:
1) Emotionele steun en sensitieve responsiviteit
kinderen moeten emotionele steun en veiligheid ervaren. Signalen van kinderen opvangen d deze
juiste interpreteren en ernaar te handelen. Opvoeders toont belangstelling en geeft positieve
aandacht.
2) Autonomie en ruimte
kinderen moeten de ruimte krijgen om initiatief te nemen en zelf problemen op te lossen. Kinderen
stimuleren met aandacht voor hun mogelijkheden.
3) structureren en grenzen stellen
structuur geeft kinderen een houvast. Een goede dag routine vertrekt vanuit de jongeren en kan
individueel verschillen. Vertrek steeds vanuit de behoefte van de jongeren en probeer regels in
overleg op te stellen.
4) informatie geven en uitleggen
Geef een kind voldoende informatie op een positieve manier. Leg uit Waarom iets niet goed gaat of
net wel. Leg ook het gevolg uit van een bepaald gedrag.
5) begeleiden van interacties tussen jeugdigen
contact met andere kinderen heeft veel invloed op het welbevinden en de ontwikkeling. Als
opvoeder kan je deze interacties begeleiden.
6) stimuleren en ondersteunen van interactie tussen kind en ouders
De band met de ouders blijft van groot belang. Zorg ervoor dat de ruimte is voor contacten tussen
kind en ouders.
pedagogische tik
al het geweld dat gebruikt wordt In de opvoeding is schadelijk een kan trauma’s opleveren.
Alternatieve:
Leg uit wat ze verkeerd hebben gedaan
Leg uit Waarom je bepaalde regels oplegt
maak duidelijke afspraken
