Thema 4: voortplanting bij de mens (deel 2)
8. Geslachtsgemeenschap of COÏTUS
8.1 Biologisch aspect van de coïtus
- nrml voorafgegaan door een voorspel --> seksuele prikkeling
- door seksuele prikkeling
o aanvoerende bloedvaten van penis en clitoris verwijden
o afvoerende bloedvaten vernauwen
- in beide organen worden de zwellichamen gevuld met bloed
--> penis erectie (noodzakelijk binnendringen vagina)
- productie van
o vaginaal slijm
o slijmafscheiding vd klieren van Cowper
coïtus
- vangt aan met de penetratie vd penis in de vagina
- tijdens; dmv ritmische bewegingen w penis in vagina heen en
weer geschoven --> eikel wordt sterk geprikkeld
- vervolg: samenspel van inwendige reflexen (4) !!
o (enerzijds) kringspiertje rond urinebuis sluit blaasuitgang af
--> zodat er geen urine in de urinebuis kan vloeien
o (anderzijds) spieren rond de zaadleiders en urinebuis trekken ritmisch samen (eerst met erg
felle contracties, die geleidelijk zwakker worden)
o gelijktijdig verlaat het zaadvocht met de spermatozoïden de bijballen en passeert de
zaadblaasjes die voedingsvloeistof afscheiden
o vervolgens voegt de prostaatklier een activerende en beschermende vloeistof toe
--> ontstaan sperma
- wordt met grote kracht uit urinebuis gestoten
--> ejaculatie : ± 3 ml sperma dat ruim 300 miljoen zaadcellen bevat w hoog in vagina gedeponeerd
- ejaculatie veroorzaakt lustgevoel -> het orgasme (dat andere vormen van genot ver overtreft)
- bij vrouw vooral prikkeling vd clitoris en vagina die het orgasme kan veroorzaken, ook ritmisch
samentrekken vd vagina en baarmoeder dragen bij tot genotgevoel
- na orgasme valt intense prikkeling weg en neemt penis normale omvang opnieuw aan
8.2 Coïtus in een liefdevolle relatie
- vanuit biologisch standpunt: geheel van reflexen als antwoord op exo- en endogene prikkels
- samen veroorzaken die prikkels de geslachtsdrift --> libido
- de mens heeft de mogelijkheid om zijn antwoorden op die prikkels te kanaliseren en te oriënteren
- door een goede ingesteldheid, gepaard met aandacht, fijngevoeligheid, geduld, tederheid en
openheid kan het uitgroeien tot een diep menselijke relatie
- relatie w gedragen door waarden als wederzijdse liefde, begrip, … en vooral verantwoordelijkheid
- vooral uiting van liefdevolle relatie,leidt tot wederzijds geluk en die steun is voor wederzijdse trouw
9. Bevruchting of CONCEPTIE
-Bevruchting komt tot stand nadat een spermatozoïde de eicel is binnengedrongen.
- zaadcel heeft op dat moment al hele weg afgelegd
1
,9.1 De weg door de zaadcellen afgelegd
(man): vanuit bijballen
↓
via zaadleiders
↓
Urinebuis
↓
Ejaculatie/
zaadlozing (uit lichaam v
man)
- de zuurgraad v sperma is licht alkalisch (pH= 7,4)
- 0,5 % v sperma zijn zaadcellen
- door hoge pH v sperma spermatozoïden korte tijd beschermd tegen zure milieu in vagina (pH= 4)
- desondanks sterft ruim ¼ vd spermatozoïden in vagina; volgende factoren belangrijke rol: (3)
o de negatieve invloed van de zuurgraad in de vagina
o immuunreacties van de vrouw tegen die lichaamsvreemde cellen
o misvormingen van zaadcellen
- gezonde spermatozoïden leven 3-5 dagen
- vanaf baarmoederhals tot ampulla van de eileider = 15 cm
- ampulla van eileider is plaats waar levensvatbare, rijpe eicel kan worden bevrucht
- over die afstand doen ze zo’n 12 tot 24 uur
- zaadcellen bewegen zich in richting v minst zure milieu, geholpen door vloeibare slijm v
Baarmoederhals (cervix) dat hen omgeeft
- die vorm v bescherming slechts aanwezig vanaf enkele dagen voor tot één dag na de ovulatie
- mbv zweepstaart zwemmen ze baarmoederholte binnen, ondersteund dr contracties gespierde
baarmoederwand
- gem. ½ vd zaadcellen verkeerde eileider (geen eicel aanwezig)
- tocht in eileider vergt veel energie v zaadcel n -> tegen stroom in v trilharen langs eileiderwand bew
- slechts paar 100 zaadceln bereiken eicel (na ovulatie max. 24 u vruchtbaar en bevindt zich op dat
ogenblik nog niet verder dan in ampulla)
--> bevruchting kan alleen plaatsvinden in ampulla en niet verderop in de eileider!!!
(vrouw): - zuurtegraad vagina
vagina (pH 4) - immuunreacties tg zaadcellen
↓ - misvormingen van zaadcellen
cervix (met vloeibaar slijm)
↓
± 15 cm baarmoeder
↓
12-24 eileider (1 kans op 2) → tegen stroom v/d trilharen
uur ↓
ampulla
2
, 9.2 Verloop van de bevruchting
-bevruchtingsproces bestaat uit
o fase waarbij spermatozoïde de eicel binnendringt
o gevolgd door fase waarbij de eigenlijke vermenging of amfimixie van de eicel- en zaadcelkern
plaatsvindt
9.2.1 Binnendringen van een spermatozoïde in de eicel (≠ stappen)
Binnendringen doorheen de corona radiata
> enkele 10tallen spermatozoïden omringen secundaire oöcyt
> kunnen corona radiata binnendringen door
- tussenkomst enzymen die ze aan hun oppervlak meedragen
- en ook door hevige beweging
Binnendringen doorheen pellucidevlies
> acrosoomreactie: vrijgeven van enzymen uit acrosomaal blaasje
-> gaten maken in pellucidevlies
> slechts 1 zaadcel dringt binnen
Binnendringen doorheen het celmembraan van de eicel
> kop vd zaadcel dmv specifieke receptoren chemisch contact maakt met bepaalde proteïnen in
het celmembraan vd eicel
--> celmembranen versmelten +inhoud v zaadcel w in cytoplasma v eicel v eicel opgenomen
> tussenstuk en staart blijven buiten
Ontstaan van het bevruchtingsmembraan
> vlak onder eicelmembraan liggen groot aantal corticale granulen
> nadat zaadcel is binnengedrongen zullen deze blaasjes hun inhoud uitstorten in de ruimte
tussen celmembraan en pellucidevlies
-->pellucidevlies hardt uit tot e voor andere zaadcel n ondoordringbaar bevruchtingsmembraan
--> dit proces = corticale reactie
3
8. Geslachtsgemeenschap of COÏTUS
8.1 Biologisch aspect van de coïtus
- nrml voorafgegaan door een voorspel --> seksuele prikkeling
- door seksuele prikkeling
o aanvoerende bloedvaten van penis en clitoris verwijden
o afvoerende bloedvaten vernauwen
- in beide organen worden de zwellichamen gevuld met bloed
--> penis erectie (noodzakelijk binnendringen vagina)
- productie van
o vaginaal slijm
o slijmafscheiding vd klieren van Cowper
coïtus
- vangt aan met de penetratie vd penis in de vagina
- tijdens; dmv ritmische bewegingen w penis in vagina heen en
weer geschoven --> eikel wordt sterk geprikkeld
- vervolg: samenspel van inwendige reflexen (4) !!
o (enerzijds) kringspiertje rond urinebuis sluit blaasuitgang af
--> zodat er geen urine in de urinebuis kan vloeien
o (anderzijds) spieren rond de zaadleiders en urinebuis trekken ritmisch samen (eerst met erg
felle contracties, die geleidelijk zwakker worden)
o gelijktijdig verlaat het zaadvocht met de spermatozoïden de bijballen en passeert de
zaadblaasjes die voedingsvloeistof afscheiden
o vervolgens voegt de prostaatklier een activerende en beschermende vloeistof toe
--> ontstaan sperma
- wordt met grote kracht uit urinebuis gestoten
--> ejaculatie : ± 3 ml sperma dat ruim 300 miljoen zaadcellen bevat w hoog in vagina gedeponeerd
- ejaculatie veroorzaakt lustgevoel -> het orgasme (dat andere vormen van genot ver overtreft)
- bij vrouw vooral prikkeling vd clitoris en vagina die het orgasme kan veroorzaken, ook ritmisch
samentrekken vd vagina en baarmoeder dragen bij tot genotgevoel
- na orgasme valt intense prikkeling weg en neemt penis normale omvang opnieuw aan
8.2 Coïtus in een liefdevolle relatie
- vanuit biologisch standpunt: geheel van reflexen als antwoord op exo- en endogene prikkels
- samen veroorzaken die prikkels de geslachtsdrift --> libido
- de mens heeft de mogelijkheid om zijn antwoorden op die prikkels te kanaliseren en te oriënteren
- door een goede ingesteldheid, gepaard met aandacht, fijngevoeligheid, geduld, tederheid en
openheid kan het uitgroeien tot een diep menselijke relatie
- relatie w gedragen door waarden als wederzijdse liefde, begrip, … en vooral verantwoordelijkheid
- vooral uiting van liefdevolle relatie,leidt tot wederzijds geluk en die steun is voor wederzijdse trouw
9. Bevruchting of CONCEPTIE
-Bevruchting komt tot stand nadat een spermatozoïde de eicel is binnengedrongen.
- zaadcel heeft op dat moment al hele weg afgelegd
1
,9.1 De weg door de zaadcellen afgelegd
(man): vanuit bijballen
↓
via zaadleiders
↓
Urinebuis
↓
Ejaculatie/
zaadlozing (uit lichaam v
man)
- de zuurgraad v sperma is licht alkalisch (pH= 7,4)
- 0,5 % v sperma zijn zaadcellen
- door hoge pH v sperma spermatozoïden korte tijd beschermd tegen zure milieu in vagina (pH= 4)
- desondanks sterft ruim ¼ vd spermatozoïden in vagina; volgende factoren belangrijke rol: (3)
o de negatieve invloed van de zuurgraad in de vagina
o immuunreacties van de vrouw tegen die lichaamsvreemde cellen
o misvormingen van zaadcellen
- gezonde spermatozoïden leven 3-5 dagen
- vanaf baarmoederhals tot ampulla van de eileider = 15 cm
- ampulla van eileider is plaats waar levensvatbare, rijpe eicel kan worden bevrucht
- over die afstand doen ze zo’n 12 tot 24 uur
- zaadcellen bewegen zich in richting v minst zure milieu, geholpen door vloeibare slijm v
Baarmoederhals (cervix) dat hen omgeeft
- die vorm v bescherming slechts aanwezig vanaf enkele dagen voor tot één dag na de ovulatie
- mbv zweepstaart zwemmen ze baarmoederholte binnen, ondersteund dr contracties gespierde
baarmoederwand
- gem. ½ vd zaadcellen verkeerde eileider (geen eicel aanwezig)
- tocht in eileider vergt veel energie v zaadcel n -> tegen stroom in v trilharen langs eileiderwand bew
- slechts paar 100 zaadceln bereiken eicel (na ovulatie max. 24 u vruchtbaar en bevindt zich op dat
ogenblik nog niet verder dan in ampulla)
--> bevruchting kan alleen plaatsvinden in ampulla en niet verderop in de eileider!!!
(vrouw): - zuurtegraad vagina
vagina (pH 4) - immuunreacties tg zaadcellen
↓ - misvormingen van zaadcellen
cervix (met vloeibaar slijm)
↓
± 15 cm baarmoeder
↓
12-24 eileider (1 kans op 2) → tegen stroom v/d trilharen
uur ↓
ampulla
2
, 9.2 Verloop van de bevruchting
-bevruchtingsproces bestaat uit
o fase waarbij spermatozoïde de eicel binnendringt
o gevolgd door fase waarbij de eigenlijke vermenging of amfimixie van de eicel- en zaadcelkern
plaatsvindt
9.2.1 Binnendringen van een spermatozoïde in de eicel (≠ stappen)
Binnendringen doorheen de corona radiata
> enkele 10tallen spermatozoïden omringen secundaire oöcyt
> kunnen corona radiata binnendringen door
- tussenkomst enzymen die ze aan hun oppervlak meedragen
- en ook door hevige beweging
Binnendringen doorheen pellucidevlies
> acrosoomreactie: vrijgeven van enzymen uit acrosomaal blaasje
-> gaten maken in pellucidevlies
> slechts 1 zaadcel dringt binnen
Binnendringen doorheen het celmembraan van de eicel
> kop vd zaadcel dmv specifieke receptoren chemisch contact maakt met bepaalde proteïnen in
het celmembraan vd eicel
--> celmembranen versmelten +inhoud v zaadcel w in cytoplasma v eicel v eicel opgenomen
> tussenstuk en staart blijven buiten
Ontstaan van het bevruchtingsmembraan
> vlak onder eicelmembraan liggen groot aantal corticale granulen
> nadat zaadcel is binnengedrongen zullen deze blaasjes hun inhoud uitstorten in de ruimte
tussen celmembraan en pellucidevlies
-->pellucidevlies hardt uit tot e voor andere zaadcel n ondoordringbaar bevruchtingsmembraan
--> dit proces = corticale reactie
3