Samenvatting Functionele anatomie schouder

Functionele anatomie
Functionele anatomie: Het schoudercomplex
Hoge mobiliteit, lage stabiliteit Passieve stabiliteit:
- Configuratie van de gewrichten
4 gewrichten: - Ligamentaire structuren
1. Art. glenohumerale - Negatieve atmosferische druk intra-articulair
2. Art. acromioclaviculare Actieve stabiliteit:
3. Art. sternoclaviculare - Spieren
4. Art. scapulothoracale Mobiliteit

Stabiliteit (samenwerking van 3 factoren):
- Vorm
- Spierspanning
- Stevigheid

Art. glenohumerale
o Caput humeri (bolvormig)
o Cavitas glenoidalis (ondiepe pan)
o Ovaalvormig (peer)
o Naar boven toe versmald deze
o Is kleiner dan caput humeri
o Verticaal omvat die 2/3e van caput
o Horizontaal omvat die 1/3e van caput
o Labrum glenoidale
o Cavitas is omgeven door labrum
o Bestaat uit vezelig kraakbeen (geeft mee)
o Vergroot het contact oppervlak
Passieve stabiliteit
 Discongruent (gewrichtsoppervlakken zijn niet gelijk)
 Los gewrichtskapsel
 Ligamentair zwak versterkt
Ligamenten:
- Lig. coracohumerale
o Van proc coracoideus ovr gewricht
o Splitst naar tuberculum minus en majus
- Lig. glenohumerale
o Versterkt gewrichtskapsel langs voor
o Superior, mediale, inferior (Z-vorm)

, Exorotatie Endorotatie Retroflexie Anteflexie




Scapulothoracaal systeem:

Art. Acromioclaviculare
- Lig. Acromioclaviculare (acromion-clavicula)
o Verzorgt stabiliteit van gewricht
- Lig. Coracoacromiale (proc. Coracoideus-acromion)
o Vormt tunnel voor M. supraspinatus
- Lig. Coracoclaviculare
o Lig. trapezoideum + lig. Conoideum



lig. Conoideum remt protractie & lig. trapezoideum remt retractie




Art. sternoclaviculare
- Lig. sternoclaviculare anterius (voorste gedeelte)
- Lig. sternoclaviculare posterior (achterste gedeelte)
- Lig. interclaviculare