100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Taak 2 Revalidatie van de instabiele schouder blok 3 jaar 1

Rating
-
Sold
-
Pages
11
Uploaded on
30-11-2022
Written in
2020/2021

Hierin staat een samenvatting van de leerdoelen van Taak 2 Revalidatie van de instabiele schouder van blok 3 in jaar 1. Alle belangrijke informatie voor die taak staat hierin beschreven

Institution
Course









Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
November 30, 2022
Number of pages
11
Written in
2020/2021
Type
Summary

Subjects

Content preview

Als fysiotherapeut wordt er bij instabiliteit, actieve instabiltiet bedoeld, omdat alleen die beïnvloedbaar is
door de therapeuten.

Multi-directioneel
Dit is meerdere richtingen op, zoals bij polar type 3

Uni-directioneel
Dit is een richting op, zoals bij polar type 1

Toepassing op de schouderregio
Het schoudergewricht is een bewegend gewricht. De schouder heeft een kleine, redelijk ondiepe cavitas
glenoidalis en een grote bolvormig caput humeri. De vormsluiting is hierdoor kleiner dan bijvoorbeeld een
kniegewricht. De spieren in de schouder spelen een belangrijke rol in de totale stabiliteit (krachtsluiting).
De spieren van de schoudergordel worden onderverdeeld in de 5P’s.

Als fysiotherapeut moet er gelet worden op de inhiberende invloed van pijn op de stabiliteit. Het actieve
systeem en het neurogene systeem zullen nadelig beïnvloed worden dor de stoornis pijn.

Taak 2 Revalidatie van de instabiele schouder
Rol van actieve stabiliteitstraining
Bekijk eerst stabiliteit en instabiliteit
Wanneer de spieren rondom de schouder (5P’s) gaat trainen, dan creëer je meer krachtsluiting, waardoor
de schouder actief stabiele wordt. Dus de actieve/functionele stabiliteit wordt dan verbeterd.

SPADI
- Dit staat voor Shoulder Pain and Disability Index.
- Het is een vragenlijst van 13 items waarvan 5 op pijn en 8 op beperkingen in activiteiten.
- Hoe hoger de score des te groter de pijn/beperking in activiteit
- Het doel is evaluatief/effectief
- Normgegeven is 0-100.
Patiënten-instructie: met deze vragenlijst wordt de mate van pijn en van uw schouder en de ondervonden beperkingen door uw schouder
gedurende de afgelopen week in kaart gebracht. Wij willen u verzoeken bij alle vragen een antwoord te omcirkelen dat het meest uw situatie
weergeeft. Wanneer u één of meerder van de beschreven activiteiten eigenlijk nooit uitvoert, beeld u zich dat in hoeveel moeite het u zou
kosten wanneer u de activiteit op dit moment zou moeten uitvoeren.
Pijn Beperking in activiteit
De pijn op zijn hevigst 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Uw haren wassen 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Wanneer u op de pijnlijke zijde ligt 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Uw rug wassen 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Reikend naar iets op een hoge plank 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Een hemd aantrekken 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Het aanraken van de achterkant v/d nek 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Een shirt met knopen aantrekken 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Duwen met de pijnlijke arm 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Uw broek aantrekken 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Een object op een hoge plank plaatsen 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Een zwaar object dragen van 5 kg 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Iets pakken uit uw achterzak
LSI
- Staat voor Limb Symmetrie Index
- Dit is om te bepalen of een revaliderende sporter klaar is om weer te gaan sporten. Er wordt
gebruik gemaakt van perfomance- en krachttesten

score aangedane zijde
- x 100 %
score niet −aangedane zijde
- <15% is er krachtvermindering

, Principes van Ophey
Het revalidatieproces van Ophey is opgebouwd uit principes

Principe 1: patiënt staat centraal
De anamnese is een belangrijke stap. Er moet op basis van patroonherkenning een toetsbare
fysiotherapeutische diagnose opgesteld worden. Bij inventariseren staat het functioneringsprobleem
centraal. Het verloop van de therapie en evaluatie op functie- en activiteitenniveau is van belang.
Hulpmiddelen voor een uitstekende evaluatie zijn o.a. PSK en SPADI

Principe 2: optimale artrogene mobiliteit
Een goed functionerend glenohumeraal gewricht heeft voldoende mobiliteit nodig. Het bepalen van
eventuele artrogene beperking is geen eenvoudige zaak. Een hulpmiddel hiervoor is het bepalen van de
totale bewegingsuitslag in rotatie. De optelsom van exo- en endorotatie aan de dominante zijde moet
overeenkomen met optelsom aan de niet-dominante zijde

Principe 3: primaire oorzaken en secundaire stoornissen behandelen
Vaak wordt vergeten dat er een aanleiding is geweest voor het ontstaan van de klachten, maar dat de
patiënt na weken of maanden klachten allerlei secundaire stoornissen ontwikkelt. Vaak zijn deze klachten
proximaal te vinden. Bijvoorbeeld hypertonie in de m. trapezius pars descendens of een artrogene
beperking van het glenohumeraal gewricht. Deze secundaire stoornissen kunnen de klachten in stand
houden.

Principe 4: revalidatie verloopt van proximaal naar distaal
Ook ligt de oorzaak van de klachten in de subacromiale ruimte is in veel gevallen nodig de therapie van
proximaal naar distaal te laten verlopen.

Preparators -> pivoters -> protectors -> positioners -> propellors

Principe 5: optimale intermusculaire coördinatie
Krachtenkoppels in de schouder zorgen voor stabiliteit van de scapula en een goede centralisatie van het
caput humeri. Krachtenkoppels zijn spieren met een tegenovergestelde functie die door optimale timing
en rekrutering elkaar krachten neutraliseren. Agonist – antagonist
 Het samenspel tussen m. serratus anterior aan de ene kant en mm. rhomboideii met m. trapezius
zorgen voor een gecontroleerde laterorotatie tijdens de abductie-elevatie beweging.
 Het samenspel tussen de exo- en endorotatoren van het glenohumerale gewricht. Door het
samenspel tussen m. infraspinatus en m. teres minor aan de ene kant en de m. subscapularis aan
de andere kant wordt het caput humeri optimaal gecentraliseerd in de cavitas glenoidales.
 Een derde relevant krachtenkoppel is het samenspel tussen cranialiserende en caudaliserende
spieren. Concreet gaat het om de m. deltoideus aan de ene kant en de rotatorenmanchette samen
met de m. biceps brachii caput longum aan de andere kant.

De 5 P’s
1. Pivoters: verantwoordelijk voor pivoteren van schouderblad
- Serratus anterior
- Mm. rhomboideus
- Mm. trapezius
2. Protectors: oefenen een centraliserend invloed uit op het caput humeri
- Rotator cuff: supraspinatus, infraspinatus, teres minor, subscapularis
- Biceps brachii
3. Positioners: positioneren de humerus
- Deltoideus
- Supraspinatus
4. Propellors: verantwoordelijk voor beweging glenohumeraal gewricht
- Pectoralis major
- Latissimus dorsi
5. Preparators: spieren onderste extremiteit.
$4.19
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
zotimmerman

Get to know the seller

Seller avatar
zotimmerman Hogeschool Zuyd
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
1
Member since
3 year
Number of followers
0
Documents
7
Last sold
9 months ago

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions