3.1 Problemen en deelproblemen
Hoofdprobleem: Arman is beperkt in zijn zelfredzaamheid en heeft weinig sociale contacten.
Deelproblemen:
- Arman voelt zich eenzaam
- Arman kampt de laatste tijd met depressieve klachten en komt neerslachtig over
- Arman is hoogopgeleid maar het is voor hem moeilijk een werkplek te vinden
- Arman is werkloos en zijn spaargeld raakt bijna op
- Arman heeft last van gezondheidsklachten en merkt dat hij fysiek minder kan
- Arman heeft slaapprobleem
Wij willen als eerste met het deelprobleem ‘Arman kampt de laatste tijd met depressieve klachten en komt
neerslachtig over’ aan de slag gaan. We vinden het belangrijk dat Arman weer aan het werk gaat en dat hij
weer deelneemt in de maatschappij. Arman geeft ook aan dat hij dit belangrijk vindt en dat hij graag weer
deel wil uitmaken van de maatschappij net zoals hij dat in Irak deed. Nu lukt het Arman zelfs niet om aan
(vrijwilligers)werk te komen. Om dit gemakkelijker te maken willen we eerst aan de slag met de depressieve
gevoelens die Arman heeft. Als je je depressief voelt voel je je elke dag verdrietig, eenzaam en/of onzeker.
Opstaan om te gaan werken is in zulke gevallen vaak niet mogelijk. Als je depressief bent is het vaak niet
mogelijk om te werken (Slakhorst, 2019). De kans op het slagen bij het vinden van een baan wordt dus groter
als Arman zich minder depressief voelt en hierdoor wordt dan ook zijn zelfredzaamheid groter. Om Armans
depressieve gevoelens te verminderen willen we ook direct aan de slag met het vergroten van zijn sociale
netwerk zodat Arman zich minder eenzaam gaat voelen. Eenzaamheid vergroot namelijk (de kans op) depressie
(Morrison & Bennett, 2017).
Bovenstaande problemen hebben we uit de casus en screeningsinstrumenten gehaald. Vanuit het ecogram is
gebleken dat Arman een grote familie heeft, maar de relaties tussen de personen verschillen. Arman ontvangt
zowel gezelschap, praktische- en emotionele steun, en er zijn ook personen voor advies en informatie. Alleen
heeft Arman geen personen waar hij buiten de familie en hulpverlening mee kan praten of iets kan
ondernemen. Hierdoor is hij eenzaam en heeft hij geen sociale contacten buiten het gezin. Ook heeft hij al
jaren depressieve periodes en vind hij het moeilijk om over zijn vrouw te praten, dit kan misschien betekenen
dat hij nog steeds in een rouwproces zit.
Vanuit de participatieladder gekeken is gebleken dat Arman geïsoleerd leeft. Hij heeft geen werk maar wel de
ambitie om zich zinvol in de Nederlandse maatschappij in te zetten. Echter is het voor hem moeilijk om een
werkplek te vinden.
Bij de zelfredzaamheid-matrix kun je monitoren in hoeverre Arman zelfredzaam is op bepaalde domeinen en of
hij al hulp hierbij krijgt. Wanneer we de scorelijst invullen zien we dat Arman op bepaalde domeinen laag
scoort en dat hij hiermee geen hulp krijgt.
3.2 Hulpvraag
Gekeken naar het hoofdprobleem hebben we de volgende hulpvraag opgesteld: ‘Help mij zelfstandig deel te
nemen in de samenleving en nieuwe mensen te ontmoeten om mijn sociale netwerk te vergroten’.
Methodisch werken