Samenvatting Loonheffingen 2022 voor het Praktijkdiploma Loonadministratie
Inhou d
Hoofdstuk 1 – Inleiding ........................................................................................................................... 2
Hoofdstuk 2 – De salarisadministratie .................................................................................................... 3
Hoofdstuk 3 – De loonheffingen ............................................................................................................. 5
Hoofdstuk 4 – Werkgever en werknemer ............................................................................................. 13
Hoofdstuk 5 – Bijzondere arbeidsrelaties ............................................................................................. 16
Hoofdstuk 6 – Wat behoort tot het loon .............................................................................................. 22
Hoofdstuk 7 – De werkkostenregeling .................................................................................................. 27
Hoofdstuk 8 – Vergoedingen en verstrekkingen ................................................................................... 34
Hoofdstuk 9 – Tabellen en heffingskortingen ....................................................................................... 45
Hoofdstuk 10 – Eindheffing, afdrachtvermindering en WTL................................................................. 49
Hoofdstuk 11 – Als zaken niet in orde zijn ............................................................................................ 54
Hoofdstuk 12 – In bezwaar gaan ........................................................................................................... 57
Hoofdstuk 13 – Internationale arbeid ................................................................................................... 58
1
,Hoofdstuk 1 – Inleiding
Voor de salarisadministratie zijn de volgende taken van de Belastingdienst het belangrijkst:
• Heffen van belastingen en premies: toegewezen aan de inspecteur;
• Innen van deze belastingen: dit gebeurt door de ontvanger;
• Controleren van de belastingaangiften van burgers en bedrijven.
Bij de heffing wordt de hoogte van de belastingschuld vastgesteld, waarna bij het innen de ontvanger
voor de invordering bij de belastingplichtige zorgt. Het heffen en innen van premies wordt wel de
collecterende functie genoemd. Daar tegenover staat de distribuerende functie. Hieronder wordt
verstaan het verstrekken van uitkeringen, voorzieningen en toeslagen.
De Belastingdienst is verantwoordelijk voor het heffen en innen van de verplichte premies voor de
volksverzekeringen, de werknemersverzekeringen en de Zvw-bijdragen. De premies voor de
vrijwillige werknemersverzekeringen worden door UWV geïnd. De SVB int de premies voor de
vrijwillige volksverzekeringen.
Onder loonheffingen verstaan we het totaal van:
• Loonbelasting;
• Premies volksverzekeringen;
• Premies werknemersverzekeringen;
• Inkomensafhankelijke bijdrage Zvw.
De eerste twee (loonbelasting en premies volksverzekeringen) worden samen loonheffing genoemd
en komen meestal voor rekening van de werknemer via inhouding op het loon. De laatste twee
(premies werknemersverzekeringen en inkomensafhankelijke bijdrage Zvw) komen in de meeste
gevallen voor rekening van de werkgever en vormen daardoor een extra personeelslast (boven op
het brutoloon).
2
,Hoofdstuk 2 – De salarisadministratie
Bij het in dienst treden van een nieuwe werknemer moet aan drie verplichtingen worden voldaan:
• De werknemer moet de gegevens voor de loonheffingen inleveren.
• De werkgever moet de identiteit van de werknemer vaststellen.
• Voor elke (nieuwe) werknemer moet een loonstaat worden aangelegd.
In een aantal situaties moet een werkgever het anoniementarief toepassen. Dit is het geval:
• Als de werknemer zijn naam, adres en woonplaats niet schriftelijk gedagtekend en
ondertekend aan de werkgever bekend heeft gemaakt;
• Als de identiteit van de werknemer niet op de juiste manier is vastgesteld (bij loon uit
tegenwoordige dienstbetrekking);
• Als de werknemer onjuiste gegevens verstrekt, waarvan de inhoudingsplichtige redelijkerwijs
moet weten dat dit onjuist is;
• Bij buitenlandse werknemers: als de verblijfsvergunning of tewerkstellingsvergunning
ontbreekt (bij loon uit tegenwoordige dienstbetrekking).
Wat houdt het anoniementarief in?
• De werkgever moet het maximale loonheffingspercentage inhouden, momenteel is dat 52%.
• De werkgever mag geen rekening houden met de loonheffingskorting.
• Bij de premieberekening voor de werknemersverzekeringen mag de werkgever geen
rekening houden met het maximumpremieloon.
• Ook mag hij voor de werkgeversheffing Zvw of de werknemersbijdrage Zvw geen rekening
houden met het maximumbijdrageloon.
Voor elke werknemer moet de inhoudingsplichtige een loonstaat aanleggen. Hierop komen de
gegevens die van belang zijn voor de loonheffingen. De loonstaat bevat de volgende rubrieken:
• Werknemer;
• Inhoudingsplichtige/werkgever, waaronder het loonheffingennummer;
• Gegevens voor de tabeltoepassing, waaronder wel/geen loonheffingskorting.
De loonaangifte bestaat uit 3 soorten gegevens die moeten worden aangeleverd aan de
Belastingdienst:
• Identificerende gegevens;
• Collectieve gegevens (werkgeversgegevens);
• Werknemersgegevens.
Een belangrijk onderdeel van de loonaangifte wordt gevormd door de werknemersgegevens. Hierbij
is het begrip inkomstenverhouding van groot belang. Dat is de rechtsbetrekking tussen de
inhoudingsplichtige en de werknemer. Als een voormalige werknemer opnieuw in dienst treedt bij
dezelfde inhoudingsplichtige, ontstaat er een nieuwe inkomstenverhouding.
Het loontijdvak voor een fulltimer is gelijk aan de periode waarover het loon wordt genoten. Bij
indiensttreding of ontslag halverwege een periode moet dan ook de dag- of weektabel worden
toegepast in plaats van de 4-weken- of de maandtabel. Dit geldt niet voor parttimers. Voor de
loonheffingen zijn parttimers degenen die op minder dan 5 dagen per week werken. Voor hen geldt
ook bij indienst- en uitdiensttreding het gebruikelijke loontijdvak.
Het tijdvak waarin de loonheffingen moeten worden ingehouden en afgedragen, noemen we het
genietingstijdstip. Het loon wordt genoten op één van de volgende momenten: tijdstip van betaling,
verrekening of ter beschikking stellen van het loon of als het vorderbaar, inbaar of rentedragend is.
3
, Hoofdregel is dat het loon in de loonaangifte wordt verwerkt op het moment van genieten. We
spreken van de loon-in-methode. Bij administraties die gebaseerd zijn op de loon-over-methode
mag een nabetaling (via een correctie) verwerkt worden in de periode waarop deze oorspronkelijk
van toepassing is. Dit mag alleen als de werkgever dit systeem in het verleden al toepaste. Een veel
voorkomende situatie waarin de loon-over-methode wordt toegepast is bij cao-loonsverhogingen
met terugwerkende kracht.
Bij een nihilaangifte zijn er geen werknemers (meer) in dienst, zodat er geen werknemersgegevens
ingevuld worden. Bij een nulaangifte is er geen loon uitbetaald in het aangiftetijdvak. De
werknemersgegevens moeten wel ingevuld worden. In beide gevallen moet dus wel loonaangifte
worden gedaan.
Verrekenen met teruggaaf omzetbelasting. Stel dat een onderneming over de maand juni € 3.000
loonheffingen moet afdragen, maar over die periode tevens recht heeft op een btw-teruggaaf van
€ 4.000. In zo’n situatie bestaat er een verrekeningsmogelijkheid. Als de onderneming hiertoe een
verzoek indient, zal de Belastingdienst de teruggaaf omzetbelasting verminderen met de
loonheffingen die de onderneming verschuldigd is. Per saldo betaalt de Belastingdienst dan € 1.000
terug aan de onderneming. Om van deze mogelijkheid gebruik te maken, doet de werkgever een
schriftelijk verrekenverzoek bij de Belastingdienst. In feite komt het verrekenverzoek neer op een
verzoek tot uitstel van betaling bij de Belastingdienst. Belangrijk: Verrekening kan alleen als de twee
aangiftetijdvakken voor loonheffing en omzetbelasting in dezelfde maand eindigen. Zowel de
loonaangifte, de (eventuele) deelbetaling als het verzoek tot verrekening moeten op de uiterste
aangiftedatum binnen zijn bij de Belastingdienst.
Het kan voorkomen dat een fout in een verstuurde loonaangifte nog tijdig door de inhoudings-
plichtige wordt ontdekt, waardoor de loonaangifte gecorrigeerd mag worden. Het is mogelijk om de
onjuistheden te verbeteren en de hele aangifte opnieuw naar de Belastingdienst te versturen.
Hiermee komt de eerste loonaangifte te vervallen.
De meeste aangifteprogramma’s bieden de mogelijkheid binnen de aangiftetermijn een aanvullende
aangifte te doen. Dan hoeft de werkgever niet de hele aangifte opnieuw te versturen, maar alleen de
gegevens van de werknemer voor wie iets wordt gewijzigd. Het collectieve deel van de aangifte moet
echter altijd geheel worden ingevuld.
Als de aangiftetermijn al is verstreken, dan zijn beide bovengenoemde mogelijkheden uitgesloten
(hele aangifte opnieuw versturen en aanvullende aangifte). Er zijn dan de volgende twee correctie-
mogelijkheden:
• Correctiebericht bij een loonaangifte;
• Los correctiebericht. Dit is van toepassing in de volgende situaties:
o Als de inhoudingsplicht is beëindigd;
o Bij (half)jaaraangifte;
o Als de correctie betrekking heeft op een vorig kalenderjaar (en de aangiftetermijn is
verstreken).
4
Inhou d
Hoofdstuk 1 – Inleiding ........................................................................................................................... 2
Hoofdstuk 2 – De salarisadministratie .................................................................................................... 3
Hoofdstuk 3 – De loonheffingen ............................................................................................................. 5
Hoofdstuk 4 – Werkgever en werknemer ............................................................................................. 13
Hoofdstuk 5 – Bijzondere arbeidsrelaties ............................................................................................. 16
Hoofdstuk 6 – Wat behoort tot het loon .............................................................................................. 22
Hoofdstuk 7 – De werkkostenregeling .................................................................................................. 27
Hoofdstuk 8 – Vergoedingen en verstrekkingen ................................................................................... 34
Hoofdstuk 9 – Tabellen en heffingskortingen ....................................................................................... 45
Hoofdstuk 10 – Eindheffing, afdrachtvermindering en WTL................................................................. 49
Hoofdstuk 11 – Als zaken niet in orde zijn ............................................................................................ 54
Hoofdstuk 12 – In bezwaar gaan ........................................................................................................... 57
Hoofdstuk 13 – Internationale arbeid ................................................................................................... 58
1
,Hoofdstuk 1 – Inleiding
Voor de salarisadministratie zijn de volgende taken van de Belastingdienst het belangrijkst:
• Heffen van belastingen en premies: toegewezen aan de inspecteur;
• Innen van deze belastingen: dit gebeurt door de ontvanger;
• Controleren van de belastingaangiften van burgers en bedrijven.
Bij de heffing wordt de hoogte van de belastingschuld vastgesteld, waarna bij het innen de ontvanger
voor de invordering bij de belastingplichtige zorgt. Het heffen en innen van premies wordt wel de
collecterende functie genoemd. Daar tegenover staat de distribuerende functie. Hieronder wordt
verstaan het verstrekken van uitkeringen, voorzieningen en toeslagen.
De Belastingdienst is verantwoordelijk voor het heffen en innen van de verplichte premies voor de
volksverzekeringen, de werknemersverzekeringen en de Zvw-bijdragen. De premies voor de
vrijwillige werknemersverzekeringen worden door UWV geïnd. De SVB int de premies voor de
vrijwillige volksverzekeringen.
Onder loonheffingen verstaan we het totaal van:
• Loonbelasting;
• Premies volksverzekeringen;
• Premies werknemersverzekeringen;
• Inkomensafhankelijke bijdrage Zvw.
De eerste twee (loonbelasting en premies volksverzekeringen) worden samen loonheffing genoemd
en komen meestal voor rekening van de werknemer via inhouding op het loon. De laatste twee
(premies werknemersverzekeringen en inkomensafhankelijke bijdrage Zvw) komen in de meeste
gevallen voor rekening van de werkgever en vormen daardoor een extra personeelslast (boven op
het brutoloon).
2
,Hoofdstuk 2 – De salarisadministratie
Bij het in dienst treden van een nieuwe werknemer moet aan drie verplichtingen worden voldaan:
• De werknemer moet de gegevens voor de loonheffingen inleveren.
• De werkgever moet de identiteit van de werknemer vaststellen.
• Voor elke (nieuwe) werknemer moet een loonstaat worden aangelegd.
In een aantal situaties moet een werkgever het anoniementarief toepassen. Dit is het geval:
• Als de werknemer zijn naam, adres en woonplaats niet schriftelijk gedagtekend en
ondertekend aan de werkgever bekend heeft gemaakt;
• Als de identiteit van de werknemer niet op de juiste manier is vastgesteld (bij loon uit
tegenwoordige dienstbetrekking);
• Als de werknemer onjuiste gegevens verstrekt, waarvan de inhoudingsplichtige redelijkerwijs
moet weten dat dit onjuist is;
• Bij buitenlandse werknemers: als de verblijfsvergunning of tewerkstellingsvergunning
ontbreekt (bij loon uit tegenwoordige dienstbetrekking).
Wat houdt het anoniementarief in?
• De werkgever moet het maximale loonheffingspercentage inhouden, momenteel is dat 52%.
• De werkgever mag geen rekening houden met de loonheffingskorting.
• Bij de premieberekening voor de werknemersverzekeringen mag de werkgever geen
rekening houden met het maximumpremieloon.
• Ook mag hij voor de werkgeversheffing Zvw of de werknemersbijdrage Zvw geen rekening
houden met het maximumbijdrageloon.
Voor elke werknemer moet de inhoudingsplichtige een loonstaat aanleggen. Hierop komen de
gegevens die van belang zijn voor de loonheffingen. De loonstaat bevat de volgende rubrieken:
• Werknemer;
• Inhoudingsplichtige/werkgever, waaronder het loonheffingennummer;
• Gegevens voor de tabeltoepassing, waaronder wel/geen loonheffingskorting.
De loonaangifte bestaat uit 3 soorten gegevens die moeten worden aangeleverd aan de
Belastingdienst:
• Identificerende gegevens;
• Collectieve gegevens (werkgeversgegevens);
• Werknemersgegevens.
Een belangrijk onderdeel van de loonaangifte wordt gevormd door de werknemersgegevens. Hierbij
is het begrip inkomstenverhouding van groot belang. Dat is de rechtsbetrekking tussen de
inhoudingsplichtige en de werknemer. Als een voormalige werknemer opnieuw in dienst treedt bij
dezelfde inhoudingsplichtige, ontstaat er een nieuwe inkomstenverhouding.
Het loontijdvak voor een fulltimer is gelijk aan de periode waarover het loon wordt genoten. Bij
indiensttreding of ontslag halverwege een periode moet dan ook de dag- of weektabel worden
toegepast in plaats van de 4-weken- of de maandtabel. Dit geldt niet voor parttimers. Voor de
loonheffingen zijn parttimers degenen die op minder dan 5 dagen per week werken. Voor hen geldt
ook bij indienst- en uitdiensttreding het gebruikelijke loontijdvak.
Het tijdvak waarin de loonheffingen moeten worden ingehouden en afgedragen, noemen we het
genietingstijdstip. Het loon wordt genoten op één van de volgende momenten: tijdstip van betaling,
verrekening of ter beschikking stellen van het loon of als het vorderbaar, inbaar of rentedragend is.
3
, Hoofdregel is dat het loon in de loonaangifte wordt verwerkt op het moment van genieten. We
spreken van de loon-in-methode. Bij administraties die gebaseerd zijn op de loon-over-methode
mag een nabetaling (via een correctie) verwerkt worden in de periode waarop deze oorspronkelijk
van toepassing is. Dit mag alleen als de werkgever dit systeem in het verleden al toepaste. Een veel
voorkomende situatie waarin de loon-over-methode wordt toegepast is bij cao-loonsverhogingen
met terugwerkende kracht.
Bij een nihilaangifte zijn er geen werknemers (meer) in dienst, zodat er geen werknemersgegevens
ingevuld worden. Bij een nulaangifte is er geen loon uitbetaald in het aangiftetijdvak. De
werknemersgegevens moeten wel ingevuld worden. In beide gevallen moet dus wel loonaangifte
worden gedaan.
Verrekenen met teruggaaf omzetbelasting. Stel dat een onderneming over de maand juni € 3.000
loonheffingen moet afdragen, maar over die periode tevens recht heeft op een btw-teruggaaf van
€ 4.000. In zo’n situatie bestaat er een verrekeningsmogelijkheid. Als de onderneming hiertoe een
verzoek indient, zal de Belastingdienst de teruggaaf omzetbelasting verminderen met de
loonheffingen die de onderneming verschuldigd is. Per saldo betaalt de Belastingdienst dan € 1.000
terug aan de onderneming. Om van deze mogelijkheid gebruik te maken, doet de werkgever een
schriftelijk verrekenverzoek bij de Belastingdienst. In feite komt het verrekenverzoek neer op een
verzoek tot uitstel van betaling bij de Belastingdienst. Belangrijk: Verrekening kan alleen als de twee
aangiftetijdvakken voor loonheffing en omzetbelasting in dezelfde maand eindigen. Zowel de
loonaangifte, de (eventuele) deelbetaling als het verzoek tot verrekening moeten op de uiterste
aangiftedatum binnen zijn bij de Belastingdienst.
Het kan voorkomen dat een fout in een verstuurde loonaangifte nog tijdig door de inhoudings-
plichtige wordt ontdekt, waardoor de loonaangifte gecorrigeerd mag worden. Het is mogelijk om de
onjuistheden te verbeteren en de hele aangifte opnieuw naar de Belastingdienst te versturen.
Hiermee komt de eerste loonaangifte te vervallen.
De meeste aangifteprogramma’s bieden de mogelijkheid binnen de aangiftetermijn een aanvullende
aangifte te doen. Dan hoeft de werkgever niet de hele aangifte opnieuw te versturen, maar alleen de
gegevens van de werknemer voor wie iets wordt gewijzigd. Het collectieve deel van de aangifte moet
echter altijd geheel worden ingevuld.
Als de aangiftetermijn al is verstreken, dan zijn beide bovengenoemde mogelijkheden uitgesloten
(hele aangifte opnieuw versturen en aanvullende aangifte). Er zijn dan de volgende twee correctie-
mogelijkheden:
• Correctiebericht bij een loonaangifte;
• Los correctiebericht. Dit is van toepassing in de volgende situaties:
o Als de inhoudingsplicht is beëindigd;
o Bij (half)jaaraangifte;
o Als de correctie betrekking heeft op een vorig kalenderjaar (en de aangiftetermijn is
verstreken).
4
