lOMoARcPSD|11911780
Methoden van Communicatie Onderzoek en Statistiek (MCO/S)
Week 1 - Communicatiewetenschappen
Hoorcollege 1.
Wat is CW?
- Academische studie
- Onderzoek naar reclame bij TikTokkers
Wat voor onderzoek kan bij CW gedaan worden aan de hand van een TikTok-post van
Charli D’Amelio?
Reclame
Invloedrijk
Doelgroep
Merkvoorkeuren
Product
Influencers
Transparantie
(CW-)Onderzoek = overal!
Voorbeelden CW-onderzoek:
- Hoe berichten bepaalde politici over bijvoorbeeld de situatie in Afghanistan. - De toon
van politici. Heeft dit effect op stemgedrag? Hoe komt dit op de lezer over.
- In hoeverre kan een virtuele supermarkt bijdragen aan meer milieubewuste keuzes? -
Mensen gaan virtueel shoppen en krijgen te horen wat de milieuschade is bij een
product. Wordt hun koopgedrag hier op aangepast?
- Welk effect heeft media multitasking op onze cognitieve vermogen en decision
making process?
- Wat is het effect van het gebruik van product placement in comedyseries op de
koopintentie van de kijkers? Kopen mensen sneller de producten die te zien zijn of krijg je
juist negatieve meningen over de producten omdat ze zo vaak te zien zijn.
- In hoeverre bevordert een online patiëntendossier van een ziekenhuis de gesprekken
tussen arts en patiënt?
- In hoeverre worden jongeren agressiever door het spelen van Fortnite?
- Welke communicatiestrategie is het meest effectie om werknemers mee te krijgen bij
een reorganisatie?
Communicatiewetenschap
Communicatiewetenschappers onderzoeken de inhoud, toepassing en gevolgen van media en
communicatie. Het kan allerlei aspecten van communicatie bevatten. Bijvoorbeeld:
Sociale media, organisaties of groepen, interpersoonlijk, intercultureel, technologie,
persuasief (reclame, campagnes)
, lOMoARcPSD|11911780
Startpunten van communicatie?
Werkt het?
Wat is het effect?
Voor wie werkt het? Bepaalde doelgroepen.
Verschillende effecten voor verschillende mensen?
Waarom werkt het (of niet)? Waarom werkt het effect?
• De wetenschappelijke methode:
Wetenschappelijk onderzoek
- Wetenschap = systematisch proces van vergaring van theoretische kennis
d.m.v. observatie
- Systematisch proces van vragen stellen en beantwoorden, resultaten openlijk delen en
laten zien dat je resultaten valide zijn.
- Observatie = empirisme
- Cumulatief proces: bouwt voort op bestaand onderzoek
Wetenschappelijke kennis
Method of Science: kennis vergaren via duidelijk omschreven regels/principles = kennis
zoeken.
Anders dan alledaagde kennis:
o Intuition/belief - ‘dit voelt gewoon als het beste’
o Consensus - ‘iedereen om me heen heeft een Iphone’
o Authority - ‘omdat mijn arts zegt’
o Casual observation - ‘mijn studiegenoten doen het ook zo’
o Tenacity/gewoonte - ‘zo heb ik het altijd gedaan’.
Waar haal je je kennis vandaan? - sources (bronnen).
Nieuwsbronnen, spreken met mensen.
Is je belangrijkste bron ook de meest betrouwbare bron?
Is een autoriteit altijd betrouwbaar?
- Blijf zelf altijd kritisch, geloof niet altijd alles wat er door autoritaire personen wordt
gezegd.
Regels wetenschappelijk onderzoek:
1. Empirisch toetsbaar:
-Gebaseerd op de werkelijkheid
-Waarneembare data.
2. Repliceerbaar:
- Studie moet herhaald kunnen worden met dezelfde resultaten.
3. Objectief
, lOMoARcPSD|11911780
- Bevindingen niet ‘persoons-gebonden’
- Uniforme regels – vergelijkbare uitkomsten
- Geen ruimte voor subjectieve interpretatie
4. Transparant/openbaar
- Controleerbaar
- Open voor kritiek
5. Falsificeerbaar
- Op zoek naar tegenbewijs
- Welke observatie is nodig om je verwachting tegen te spreken
6. Logisch consistent/intern coherent
- Consistent in je ideeën, verwachtingen en conclusies
- Consistent in je onderzoek: blijf bij je oorspronkelijke idee, pas niks aan
Empirische cyclus:
1. Observatie - kijken naar mensen wat ze doen. (Zijn aantekeningen op laptop of op schrift
beter - = startvraag van je onderzoek)
2. Inductie
3. Deductie
4. Toetsing
5. Evaluatie
Week 1 - observatie
Week 2 - inductie
Week 3 - deductie
Week 4 - toetsing
• Onderzoeksonderwerpen
De opzet van een onderzoek, keuze uit verschillende methoden:
- Experiment
- Survey
- Inhoudsanalyse
- Gebruik bestaand materiaal
- Kwalitatief onderzoek.
Altijd overwegen wat meest optimale opzet is, keuze op basis van onderzoeksvraag en
onderzoeksdoel!
Hoorcollege 2
, lOMoARcPSD|11911780
Wetenschap is gebaseerd op empirische waarneming. Wat wordt daarmee bedoeld?
- Gebaseerd op zintuigelijke waarneming. - We nemen het waar in het echt
Waarom zien we journalistieke artikelen niet als wetenschappelijke kennis?
- Het is niet systematisch vergaard.
• Paradigma = gedeelde opvattingen en aannames = wereldbeeld
• Paradigmaverschuiving door nieuwe/meer kennis - cumulatieve opbouw
• Ontologie = ‘Zijnsleer’
• Opvattingen over hoe de sociale werkelijkheid is opgebouwd
• Bepaalt hoe wetenschappers denken en onderzoek verrichten
• Binnen CW: wat is communicatie? Wat is een attitude?
• Paradigm shift binnen CW
Who (speaker), what (message), channel (medium), whom (audience) = The effect.
Het is een cirkel die met elkaar in verband staan.
- Epistomologie = ‘Kennisleer”
- Opvattingen over wat als kennis telt en hoe kennis moet worden vergaard.
- Bepaalt welke onderzoeksmethoden worden gebruikt en wat de kwaliteit daarvan is.
- Binnen CW - Hoe vergaren we kennis over de communicatie in de sociale werkelijkheid
- Hoe observeren /meten we communicatie?
- Hoe observeren/meten we attitude?
• Belangrijkste stromingen binnen CW
1. Worldview 1: Empirisch-analystisch = kwantitatief onderzoek
- Nadruk op wetmatigheden/generaliseren - nomothetische kennis
- Reductionistisch: Eenheid (persoon, organisatie) gereduceerd tot variabelen - in kleine
blokjes reduceren.
- cijfermatig
2. Worldview 2: Empirisch-interpretatief = kwalitatief onderzoek
- Begrip van het unieke, ‘verstehen’ - idografische kennis, begrijpen
- holistisch: Eenheid als geheel - we zien de wereld als een.
- subjectief: ‘eerstepersoonsperspectief’
- Tegenwoordig steeds vaker mixed-methods research.
Vaak eerst worldview 2, dan worldview 1.
Eerst van een afstand kijken, en dan reduceren naar kleinere groepjes.
Methoden van Communicatie Onderzoek en Statistiek (MCO/S)
Week 1 - Communicatiewetenschappen
Hoorcollege 1.
Wat is CW?
- Academische studie
- Onderzoek naar reclame bij TikTokkers
Wat voor onderzoek kan bij CW gedaan worden aan de hand van een TikTok-post van
Charli D’Amelio?
Reclame
Invloedrijk
Doelgroep
Merkvoorkeuren
Product
Influencers
Transparantie
(CW-)Onderzoek = overal!
Voorbeelden CW-onderzoek:
- Hoe berichten bepaalde politici over bijvoorbeeld de situatie in Afghanistan. - De toon
van politici. Heeft dit effect op stemgedrag? Hoe komt dit op de lezer over.
- In hoeverre kan een virtuele supermarkt bijdragen aan meer milieubewuste keuzes? -
Mensen gaan virtueel shoppen en krijgen te horen wat de milieuschade is bij een
product. Wordt hun koopgedrag hier op aangepast?
- Welk effect heeft media multitasking op onze cognitieve vermogen en decision
making process?
- Wat is het effect van het gebruik van product placement in comedyseries op de
koopintentie van de kijkers? Kopen mensen sneller de producten die te zien zijn of krijg je
juist negatieve meningen over de producten omdat ze zo vaak te zien zijn.
- In hoeverre bevordert een online patiëntendossier van een ziekenhuis de gesprekken
tussen arts en patiënt?
- In hoeverre worden jongeren agressiever door het spelen van Fortnite?
- Welke communicatiestrategie is het meest effectie om werknemers mee te krijgen bij
een reorganisatie?
Communicatiewetenschap
Communicatiewetenschappers onderzoeken de inhoud, toepassing en gevolgen van media en
communicatie. Het kan allerlei aspecten van communicatie bevatten. Bijvoorbeeld:
Sociale media, organisaties of groepen, interpersoonlijk, intercultureel, technologie,
persuasief (reclame, campagnes)
, lOMoARcPSD|11911780
Startpunten van communicatie?
Werkt het?
Wat is het effect?
Voor wie werkt het? Bepaalde doelgroepen.
Verschillende effecten voor verschillende mensen?
Waarom werkt het (of niet)? Waarom werkt het effect?
• De wetenschappelijke methode:
Wetenschappelijk onderzoek
- Wetenschap = systematisch proces van vergaring van theoretische kennis
d.m.v. observatie
- Systematisch proces van vragen stellen en beantwoorden, resultaten openlijk delen en
laten zien dat je resultaten valide zijn.
- Observatie = empirisme
- Cumulatief proces: bouwt voort op bestaand onderzoek
Wetenschappelijke kennis
Method of Science: kennis vergaren via duidelijk omschreven regels/principles = kennis
zoeken.
Anders dan alledaagde kennis:
o Intuition/belief - ‘dit voelt gewoon als het beste’
o Consensus - ‘iedereen om me heen heeft een Iphone’
o Authority - ‘omdat mijn arts zegt’
o Casual observation - ‘mijn studiegenoten doen het ook zo’
o Tenacity/gewoonte - ‘zo heb ik het altijd gedaan’.
Waar haal je je kennis vandaan? - sources (bronnen).
Nieuwsbronnen, spreken met mensen.
Is je belangrijkste bron ook de meest betrouwbare bron?
Is een autoriteit altijd betrouwbaar?
- Blijf zelf altijd kritisch, geloof niet altijd alles wat er door autoritaire personen wordt
gezegd.
Regels wetenschappelijk onderzoek:
1. Empirisch toetsbaar:
-Gebaseerd op de werkelijkheid
-Waarneembare data.
2. Repliceerbaar:
- Studie moet herhaald kunnen worden met dezelfde resultaten.
3. Objectief
, lOMoARcPSD|11911780
- Bevindingen niet ‘persoons-gebonden’
- Uniforme regels – vergelijkbare uitkomsten
- Geen ruimte voor subjectieve interpretatie
4. Transparant/openbaar
- Controleerbaar
- Open voor kritiek
5. Falsificeerbaar
- Op zoek naar tegenbewijs
- Welke observatie is nodig om je verwachting tegen te spreken
6. Logisch consistent/intern coherent
- Consistent in je ideeën, verwachtingen en conclusies
- Consistent in je onderzoek: blijf bij je oorspronkelijke idee, pas niks aan
Empirische cyclus:
1. Observatie - kijken naar mensen wat ze doen. (Zijn aantekeningen op laptop of op schrift
beter - = startvraag van je onderzoek)
2. Inductie
3. Deductie
4. Toetsing
5. Evaluatie
Week 1 - observatie
Week 2 - inductie
Week 3 - deductie
Week 4 - toetsing
• Onderzoeksonderwerpen
De opzet van een onderzoek, keuze uit verschillende methoden:
- Experiment
- Survey
- Inhoudsanalyse
- Gebruik bestaand materiaal
- Kwalitatief onderzoek.
Altijd overwegen wat meest optimale opzet is, keuze op basis van onderzoeksvraag en
onderzoeksdoel!
Hoorcollege 2
, lOMoARcPSD|11911780
Wetenschap is gebaseerd op empirische waarneming. Wat wordt daarmee bedoeld?
- Gebaseerd op zintuigelijke waarneming. - We nemen het waar in het echt
Waarom zien we journalistieke artikelen niet als wetenschappelijke kennis?
- Het is niet systematisch vergaard.
• Paradigma = gedeelde opvattingen en aannames = wereldbeeld
• Paradigmaverschuiving door nieuwe/meer kennis - cumulatieve opbouw
• Ontologie = ‘Zijnsleer’
• Opvattingen over hoe de sociale werkelijkheid is opgebouwd
• Bepaalt hoe wetenschappers denken en onderzoek verrichten
• Binnen CW: wat is communicatie? Wat is een attitude?
• Paradigm shift binnen CW
Who (speaker), what (message), channel (medium), whom (audience) = The effect.
Het is een cirkel die met elkaar in verband staan.
- Epistomologie = ‘Kennisleer”
- Opvattingen over wat als kennis telt en hoe kennis moet worden vergaard.
- Bepaalt welke onderzoeksmethoden worden gebruikt en wat de kwaliteit daarvan is.
- Binnen CW - Hoe vergaren we kennis over de communicatie in de sociale werkelijkheid
- Hoe observeren /meten we communicatie?
- Hoe observeren/meten we attitude?
• Belangrijkste stromingen binnen CW
1. Worldview 1: Empirisch-analystisch = kwantitatief onderzoek
- Nadruk op wetmatigheden/generaliseren - nomothetische kennis
- Reductionistisch: Eenheid (persoon, organisatie) gereduceerd tot variabelen - in kleine
blokjes reduceren.
- cijfermatig
2. Worldview 2: Empirisch-interpretatief = kwalitatief onderzoek
- Begrip van het unieke, ‘verstehen’ - idografische kennis, begrijpen
- holistisch: Eenheid als geheel - we zien de wereld als een.
- subjectief: ‘eerstepersoonsperspectief’
- Tegenwoordig steeds vaker mixed-methods research.
Vaak eerst worldview 2, dan worldview 1.
Eerst van een afstand kijken, en dan reduceren naar kleinere groepjes.