Microscoop
- Vergroting van camera x vergroting van lens
INTRODUCTION - Course content
Lijst in werkboek; voorbereiding
- Eerst lezen
- Dan mastering biology; selected questions
- Dan hoorcolleges
- Blackboard → xerte zelfstudie modules
- Mastering biology; all questions
- Tentamen; goed/fout vragen → geen instinkers
- Multiple choiche
- Aantal open vragen; goed en uitgebreid te formuleren, met juiste termen
- Sleep vragen
Main concepts
• Homeostatasis
• Structure/function relationship
• External internal stimuli
• Behaviot
Subjects
• Animal tissues
• Organs/organ symtems
• Life activities
• Endocrine, immune, nervous system
• Ethology
Homeostatis (zie blackboard)
Proberen het interne milieu in overeenstemming te brengen met het externe milieu.
- negatieve feedback
- Een situatie waarbij een dier zich goed voelt
- Stimulus → sensor → control center → response
- als homeostatis niet bereikt wordt → ongemak of ziekte
,Oorsprong
Weefsel = opgebouwd uit cellen
- zelfde oorsprong
- zelfde structuur en functie
-basal lamina (epitheel weefsel)
3 kiemlagen
- Ectoderm → zenuwweefsel → neurolatie
- Endoderm → darm en afgeleide structuren (longen bijv.)
- Mesoderm → spieren en het steunweefsel
Epitheel weefsel
• Bedekt lichaamsoppervlakte, spijsverteringskanaal (ook buiten) en holte coeloom
• Bestaat altijd minimaal uit 1 laag of meerdere lagen
• Varieert aan structuren
– cellen hebben een kant die op basala lamina = basale kant, andere kant = apicale kant
(lumen of buiten de organen en wordt dus blootgesteld aan fluid of lucht in (Interstitial fluid
= gedeelte van uitwisseling tussen bloed en lichaamscellen))
• Cell junctions (cell-cell contact)
• Functie:
• Beschermen; huid of spijsverteringsstelsel
• Absorptie; spijsvertering/nieren
• Filteren; nieren
• Uitscheiden = excretie; klieren
• Afscheiden = secretie; enzymfunctie of signaalstoffen
uitscheiden
,Functies
- Huid & rondom de mond:
• Meerlagig, plat epitheel =
stratified squamous epithelium
• Bescherming
• Bloed vaten & longen
• Eenlagig plat epitheel = simple
squamous epithelium
• Gasuitwisseling → zo dun mogelijk
• Spijsvertering
• Eenlagig, cilindrisch epitheel =
simple columnar epithelium
• Absorptie of secretie
• Zo hoog mogelijke cellen: microvilli = soort haartjes → oppervlakte vergroting
• Veel mitochondrien: opname voedingsstoffen kost ATP
• Nieren:
• Eenlagig, kubisch epitheel = simple cuboidal cells
• Absorptie, secretie en filteren
• Longen en oviduct:
• Ciliated cells
• Om materiaal weer naar buiten te halen
• Slijm in longen
• Oviduct = om eitje naar baarmoeder te vervoeren
,
- Vergroting van camera x vergroting van lens
INTRODUCTION - Course content
Lijst in werkboek; voorbereiding
- Eerst lezen
- Dan mastering biology; selected questions
- Dan hoorcolleges
- Blackboard → xerte zelfstudie modules
- Mastering biology; all questions
- Tentamen; goed/fout vragen → geen instinkers
- Multiple choiche
- Aantal open vragen; goed en uitgebreid te formuleren, met juiste termen
- Sleep vragen
Main concepts
• Homeostatasis
• Structure/function relationship
• External internal stimuli
• Behaviot
Subjects
• Animal tissues
• Organs/organ symtems
• Life activities
• Endocrine, immune, nervous system
• Ethology
Homeostatis (zie blackboard)
Proberen het interne milieu in overeenstemming te brengen met het externe milieu.
- negatieve feedback
- Een situatie waarbij een dier zich goed voelt
- Stimulus → sensor → control center → response
- als homeostatis niet bereikt wordt → ongemak of ziekte
,Oorsprong
Weefsel = opgebouwd uit cellen
- zelfde oorsprong
- zelfde structuur en functie
-basal lamina (epitheel weefsel)
3 kiemlagen
- Ectoderm → zenuwweefsel → neurolatie
- Endoderm → darm en afgeleide structuren (longen bijv.)
- Mesoderm → spieren en het steunweefsel
Epitheel weefsel
• Bedekt lichaamsoppervlakte, spijsverteringskanaal (ook buiten) en holte coeloom
• Bestaat altijd minimaal uit 1 laag of meerdere lagen
• Varieert aan structuren
– cellen hebben een kant die op basala lamina = basale kant, andere kant = apicale kant
(lumen of buiten de organen en wordt dus blootgesteld aan fluid of lucht in (Interstitial fluid
= gedeelte van uitwisseling tussen bloed en lichaamscellen))
• Cell junctions (cell-cell contact)
• Functie:
• Beschermen; huid of spijsverteringsstelsel
• Absorptie; spijsvertering/nieren
• Filteren; nieren
• Uitscheiden = excretie; klieren
• Afscheiden = secretie; enzymfunctie of signaalstoffen
uitscheiden
,Functies
- Huid & rondom de mond:
• Meerlagig, plat epitheel =
stratified squamous epithelium
• Bescherming
• Bloed vaten & longen
• Eenlagig plat epitheel = simple
squamous epithelium
• Gasuitwisseling → zo dun mogelijk
• Spijsvertering
• Eenlagig, cilindrisch epitheel =
simple columnar epithelium
• Absorptie of secretie
• Zo hoog mogelijke cellen: microvilli = soort haartjes → oppervlakte vergroting
• Veel mitochondrien: opname voedingsstoffen kost ATP
• Nieren:
• Eenlagig, kubisch epitheel = simple cuboidal cells
• Absorptie, secretie en filteren
• Longen en oviduct:
• Ciliated cells
• Om materiaal weer naar buiten te halen
• Slijm in longen
• Oviduct = om eitje naar baarmoeder te vervoeren
,
