PABO L3.1 NED /REK PASSEND ONDERWIJS
BIJEENKOMST 1: BEGINNENDE GELETTERDHEID
Omgaan met verschillen
• Convergente differentiatie: klassikaal werken.
• Divergente differentiatie: in niveaugroepen werken.
- bijvoorbeeld naar een andere klas om te lezen.
- Voorkomt gedragsproblemen door niet te pushen
om beter te scoren en verder te gaan bij iets wat
kinderen nog niet kunnen.
Meest effectieve differentiatiemodel
• Convergente differentiatie
Maar: leerlingen met ernstige lees en/of spellingproblemen uiteindelijk toch apart programma. Per
kind bekijken.
Leerlijnen beginnende geletterdheid groep 1/2: Tussendoelen
1. Boekoriëntatie: hoe zit een boek in elkaar?
2. Verhaalbegrip: tekenen, plaatjes in goede volgorde.
3. Functies van geschreven taal: wat kun je ermee? Boodschappenbriefjes, dagboek, etc.
4. Relatie tussen gesproken en geschreven taal: wat je opschrijft kun je uitspreken.
5. Taalbewustzijn: fonemisch bewustzijn, fonologisch bewustzijn en letterkennis.
6. Alfabetisch principe: de klank van een woord overeenkomt met de weergave van deze klank in
letters.
7. Functioneel schrijven en lezen: zelfstandig leren lezen van prentenboeken en schrijven van
briefjes.
Taalbewustzijn:
- fonemisch bewustzijn: het besef dat woorden uit afzonderlijke klanken zijn opgebouwd en dat die
klanken gekoppeld kunnen worden aan geschreven letters of lettercombinaties.
,- fonologisch bewustzijn: het herkennen en manipuleren van klanken (hakken en plakken)
- letterkennis: het herkennen van letters.
Problemen met beginnende
geletterdheid in groep 1/2
• Fonemisch bewustzijn: woorden bestaan uit afzonderlijke klanken en die klanken uit geschreven
letters of lettercombinaties.
• Analyseren van woorden in losse klanken verloopt traag en foutief
• Samenvoegen van lossen klanken tot een woord verloopt traag en foutief
• Aangeven van de positie van een klank in een woord lukt niet of moeizaam
• Synthetiseren van een woord als bepaalde klanken worden weggelaten of toegevoegd, lukt niet
of moeizaam.
• Letterkennis
• Letters worden traag en/of foutief benoemd
• Letters worden traag en/of foutief geschreven (bijv. gespiegeld)
• Weglaten/toevoegen/verwisselen van bepaalde letters in woorden
Voorspellers in groep 1/2 voor latere leesproblemen
• Genetische factoren: dyslexie
• Spraak- en taalontwikkeling: articulatie.
• (Fonologisch en) fonemisch bewustzijn (foneem = klank)
(auditieve analyse/synthese,
foneemmanipulatie (b-oen),
foneemidentificatie (boek-schoen-loop-kaas))
• Actieve letterkennis
• Benoemsnelheid
(Roze gekleurd zijn de belangrijke voorspellers)
Signaleren in groep 1/2
• Sleutelvaardigheden (p.47 protocol)
• Fonologisch en fonemisch bewustzijn
• Letterkennis
• Begrijpend luisteren
, • Woordenschat
• Toetsen (overzicht p.50 protocol)
• Toetspakket Beginnende Geletterdheid
• Taaltoets Alle Kinderen
• Taal voor Kleuters (Cito)
• Screeningsinstrument Beginnende geletterdheid (Cito)
• Signaleringslijst voor Kleuters 2.0 (Expertisecentrum Nederlands)
Effectieve begeleiding
• Stimuleren letterkennis (ook na groep 3)
- Drie oefenvormen, oplopend in moeilijkheidsgraad.
• Passief oefenen van letters (aanwijzen)
• Benoemen van letters
• Fonemendictee/klankdictee
- Multisensorieel aanbod: verschillende zintuigen voelen, horen, zien. (scheerschuim, klei)
- Materialen: lettergroeiboek, overtrekletters, materialen uit methodes
• Stimuleren fonemisch bewustzijn: het besef dat woorden uit afzonderlijke klanken bestaan en dat
je die klanken kunt koppelen aan letters.
• Combinatie van auditieve en visuele training gericht op koppeling tussen klanken en letters
• Verschillende niveaus (zie overzicht fonemisch bewustzijn)
Groep 2 Aanpak risicokinderen
• Extra stimuleren tussendoel 5 en 6 (taalbewustzijn en alfabetisch principe)
• Advies: voorschotbenadering (alfabetisch principe) - Letters aanleren in 3 fasen.
Aanpak pluskinderen
• Voorbereiden voor de start in de pluslijn van de leesmethode
• Uitdaging bieden in de vorm van functionele schrijfopdrachten in het spel.
Voorschotbenadering
• Wat is de voorschotbenadering? benadering waarbij risicokleuters in groep 2 gerichte instructie
ontvangen in foneembewustzijn, gecombineerd met klanktekenkoppeling.
• fonemisch bewustzijn en letters
• invented spelling: In deze fase schrijft het kind de klanken zoals hij ze hoort. Deze spontane
spelling verandert geleidelijk in spelling volgens de gebruikelijke regels.
• Doel: letters aanleren in 3 fases
1. Identificatie: Letter isoleren en herkennen.
2. Manipulatie: Letter isoleren en hakken/plakken.
3. Klank-tekenkoppeling + invented spelling: letter opschrijven na benoemen.
• Aandachtspunten voor de school?
• juist voor kinderen die er niet aan toe zijn
• 1 op 1 of kleine groepjes
• kind mag alleen positieve ervaringen opdoen.
BIJEENKOMST 1: BEGINNENDE GELETTERDHEID
Omgaan met verschillen
• Convergente differentiatie: klassikaal werken.
• Divergente differentiatie: in niveaugroepen werken.
- bijvoorbeeld naar een andere klas om te lezen.
- Voorkomt gedragsproblemen door niet te pushen
om beter te scoren en verder te gaan bij iets wat
kinderen nog niet kunnen.
Meest effectieve differentiatiemodel
• Convergente differentiatie
Maar: leerlingen met ernstige lees en/of spellingproblemen uiteindelijk toch apart programma. Per
kind bekijken.
Leerlijnen beginnende geletterdheid groep 1/2: Tussendoelen
1. Boekoriëntatie: hoe zit een boek in elkaar?
2. Verhaalbegrip: tekenen, plaatjes in goede volgorde.
3. Functies van geschreven taal: wat kun je ermee? Boodschappenbriefjes, dagboek, etc.
4. Relatie tussen gesproken en geschreven taal: wat je opschrijft kun je uitspreken.
5. Taalbewustzijn: fonemisch bewustzijn, fonologisch bewustzijn en letterkennis.
6. Alfabetisch principe: de klank van een woord overeenkomt met de weergave van deze klank in
letters.
7. Functioneel schrijven en lezen: zelfstandig leren lezen van prentenboeken en schrijven van
briefjes.
Taalbewustzijn:
- fonemisch bewustzijn: het besef dat woorden uit afzonderlijke klanken zijn opgebouwd en dat die
klanken gekoppeld kunnen worden aan geschreven letters of lettercombinaties.
,- fonologisch bewustzijn: het herkennen en manipuleren van klanken (hakken en plakken)
- letterkennis: het herkennen van letters.
Problemen met beginnende
geletterdheid in groep 1/2
• Fonemisch bewustzijn: woorden bestaan uit afzonderlijke klanken en die klanken uit geschreven
letters of lettercombinaties.
• Analyseren van woorden in losse klanken verloopt traag en foutief
• Samenvoegen van lossen klanken tot een woord verloopt traag en foutief
• Aangeven van de positie van een klank in een woord lukt niet of moeizaam
• Synthetiseren van een woord als bepaalde klanken worden weggelaten of toegevoegd, lukt niet
of moeizaam.
• Letterkennis
• Letters worden traag en/of foutief benoemd
• Letters worden traag en/of foutief geschreven (bijv. gespiegeld)
• Weglaten/toevoegen/verwisselen van bepaalde letters in woorden
Voorspellers in groep 1/2 voor latere leesproblemen
• Genetische factoren: dyslexie
• Spraak- en taalontwikkeling: articulatie.
• (Fonologisch en) fonemisch bewustzijn (foneem = klank)
(auditieve analyse/synthese,
foneemmanipulatie (b-oen),
foneemidentificatie (boek-schoen-loop-kaas))
• Actieve letterkennis
• Benoemsnelheid
(Roze gekleurd zijn de belangrijke voorspellers)
Signaleren in groep 1/2
• Sleutelvaardigheden (p.47 protocol)
• Fonologisch en fonemisch bewustzijn
• Letterkennis
• Begrijpend luisteren
, • Woordenschat
• Toetsen (overzicht p.50 protocol)
• Toetspakket Beginnende Geletterdheid
• Taaltoets Alle Kinderen
• Taal voor Kleuters (Cito)
• Screeningsinstrument Beginnende geletterdheid (Cito)
• Signaleringslijst voor Kleuters 2.0 (Expertisecentrum Nederlands)
Effectieve begeleiding
• Stimuleren letterkennis (ook na groep 3)
- Drie oefenvormen, oplopend in moeilijkheidsgraad.
• Passief oefenen van letters (aanwijzen)
• Benoemen van letters
• Fonemendictee/klankdictee
- Multisensorieel aanbod: verschillende zintuigen voelen, horen, zien. (scheerschuim, klei)
- Materialen: lettergroeiboek, overtrekletters, materialen uit methodes
• Stimuleren fonemisch bewustzijn: het besef dat woorden uit afzonderlijke klanken bestaan en dat
je die klanken kunt koppelen aan letters.
• Combinatie van auditieve en visuele training gericht op koppeling tussen klanken en letters
• Verschillende niveaus (zie overzicht fonemisch bewustzijn)
Groep 2 Aanpak risicokinderen
• Extra stimuleren tussendoel 5 en 6 (taalbewustzijn en alfabetisch principe)
• Advies: voorschotbenadering (alfabetisch principe) - Letters aanleren in 3 fasen.
Aanpak pluskinderen
• Voorbereiden voor de start in de pluslijn van de leesmethode
• Uitdaging bieden in de vorm van functionele schrijfopdrachten in het spel.
Voorschotbenadering
• Wat is de voorschotbenadering? benadering waarbij risicokleuters in groep 2 gerichte instructie
ontvangen in foneembewustzijn, gecombineerd met klanktekenkoppeling.
• fonemisch bewustzijn en letters
• invented spelling: In deze fase schrijft het kind de klanken zoals hij ze hoort. Deze spontane
spelling verandert geleidelijk in spelling volgens de gebruikelijke regels.
• Doel: letters aanleren in 3 fases
1. Identificatie: Letter isoleren en herkennen.
2. Manipulatie: Letter isoleren en hakken/plakken.
3. Klank-tekenkoppeling + invented spelling: letter opschrijven na benoemen.
• Aandachtspunten voor de school?
• juist voor kinderen die er niet aan toe zijn
• 1 op 1 of kleine groepjes
• kind mag alleen positieve ervaringen opdoen.