Samenvatting Ecologie, H55:
Ecosysteem = som van alle levende organismen in een omgeving en de
abiotische
factoren waar ze interactie mee hebbe.
§55.1
Het behouden van energie in een ecosysteem:
De energie komt via de zon een ecosysteem in.
In het ecosysteem gelden twee wetten van thermodynamica.
1. Energie kan niet gevormd/vernietigd worden kan wel worden
doorgegeven.
2. Energie gaat verloren bij overdracht bijv. als warmte bij
verbranding.
Planten (autotrofe organismen) kunnen middels fotosynthese zonne-energie
omzetten in chemische energie/organische verbindingen (zoals glucose).
Heterotrofe organismen (consumenten). zijn afhankelijk van autotrofe
organismen, omdat consumenten leven op de suikers geproduceerd door de
primaire producenten.
Wet van massabehoud:
Massa kan niet gevormd/vernietigd worden.
Massa kan bijv. gebruikt worden om te bepalen of er een nettowinst of –
verlies van koolstof uit een ecosysteem is.
Energie, massa en trofische niveaus:
Autotroof organisme organisme dat bijv. lichtenergie in chemische
energie/organische
verbindingen kan omzetten. Ook wel primaire
producenten genoemd.
Heterotroof organisme organisme dat direct of indirect van primaire
producenten afhankelijk is.
Ook wel consumenten genoemd.
Herbivoor = primaire consument (eet primaire producenten).
Carnivoor = secundaire consument (carnivoor die herbivoren eet).
tertiaire consument (carnivoor die andere carnivoren
eet).
Detrivoren (=reducenten) zijn organismen die leven op niet-levend organisch
materiaal (= dendritus). Hierbij valt te denken aan dood hout, dode dieren.
Detrivoren verbinden de primaire producenten en consumenten met elkaar. De
ontlasting van consumenten/dode consumenten worden door reducenten
afgebroken tot verbindingen (stoffen) die weer door de primaire producten
kunnen worden gebruikt om te overleven.
, §55.2
Energie en andere beperkende factoren bepalen de hoeveelheid van de primaire
productie in ecosystemen:
De primaire productie (van een ecosysteem) is de hoeveelheid lichtenergie die
per tijdseenheid door autotrofe organismen in chemische energie/organische
verbindingen wordt omgezet.
Het budget van ecosystemen:
Afhankelijk van hoeveelheid gevormde energie door primaire productie.
Totale fotosynthetische productie = het budget.
Het globale energiebudget:
Zon levert energie voor de fotosynthese.
Hoeveelheid fotosyntheseproducten is afhankelijk van hoeveelheid
zonlicht.
Niet alle energie uit de zon wordt voor fotosynthese gebruikt Groot deel
zonlicht kom op niet-fotosyntheserende objecten, zoals stenen terecht, of
wordt teruggekaatst enz.
Bruto en netto primaire productie:
Bruto primaire productie (=BPP):
Totale hoeveelheid energie dat door primaire consumenten wordt omgezet
in chemische energie/organische verbindingen per tijdseenheid.
Netto primaire productie (=NPP):
Hoeveelheid energie gevormd door de primaire producenten dat overblijft
voor de consumenten.
Deel van de gevormde energie wordt namelijk door de primaire producten
zelf gebruikt.
NPP = BPP - R(verbranding door autotroof organisme)
Ecosysteem = som van alle levende organismen in een omgeving en de
abiotische
factoren waar ze interactie mee hebbe.
§55.1
Het behouden van energie in een ecosysteem:
De energie komt via de zon een ecosysteem in.
In het ecosysteem gelden twee wetten van thermodynamica.
1. Energie kan niet gevormd/vernietigd worden kan wel worden
doorgegeven.
2. Energie gaat verloren bij overdracht bijv. als warmte bij
verbranding.
Planten (autotrofe organismen) kunnen middels fotosynthese zonne-energie
omzetten in chemische energie/organische verbindingen (zoals glucose).
Heterotrofe organismen (consumenten). zijn afhankelijk van autotrofe
organismen, omdat consumenten leven op de suikers geproduceerd door de
primaire producenten.
Wet van massabehoud:
Massa kan niet gevormd/vernietigd worden.
Massa kan bijv. gebruikt worden om te bepalen of er een nettowinst of –
verlies van koolstof uit een ecosysteem is.
Energie, massa en trofische niveaus:
Autotroof organisme organisme dat bijv. lichtenergie in chemische
energie/organische
verbindingen kan omzetten. Ook wel primaire
producenten genoemd.
Heterotroof organisme organisme dat direct of indirect van primaire
producenten afhankelijk is.
Ook wel consumenten genoemd.
Herbivoor = primaire consument (eet primaire producenten).
Carnivoor = secundaire consument (carnivoor die herbivoren eet).
tertiaire consument (carnivoor die andere carnivoren
eet).
Detrivoren (=reducenten) zijn organismen die leven op niet-levend organisch
materiaal (= dendritus). Hierbij valt te denken aan dood hout, dode dieren.
Detrivoren verbinden de primaire producenten en consumenten met elkaar. De
ontlasting van consumenten/dode consumenten worden door reducenten
afgebroken tot verbindingen (stoffen) die weer door de primaire producten
kunnen worden gebruikt om te overleven.
, §55.2
Energie en andere beperkende factoren bepalen de hoeveelheid van de primaire
productie in ecosystemen:
De primaire productie (van een ecosysteem) is de hoeveelheid lichtenergie die
per tijdseenheid door autotrofe organismen in chemische energie/organische
verbindingen wordt omgezet.
Het budget van ecosystemen:
Afhankelijk van hoeveelheid gevormde energie door primaire productie.
Totale fotosynthetische productie = het budget.
Het globale energiebudget:
Zon levert energie voor de fotosynthese.
Hoeveelheid fotosyntheseproducten is afhankelijk van hoeveelheid
zonlicht.
Niet alle energie uit de zon wordt voor fotosynthese gebruikt Groot deel
zonlicht kom op niet-fotosyntheserende objecten, zoals stenen terecht, of
wordt teruggekaatst enz.
Bruto en netto primaire productie:
Bruto primaire productie (=BPP):
Totale hoeveelheid energie dat door primaire consumenten wordt omgezet
in chemische energie/organische verbindingen per tijdseenheid.
Netto primaire productie (=NPP):
Hoeveelheid energie gevormd door de primaire producenten dat overblijft
voor de consumenten.
Deel van de gevormde energie wordt namelijk door de primaire producten
zelf gebruikt.
NPP = BPP - R(verbranding door autotroof organisme)
