Belangrijkste termen in de anatomie
Inhoud
Belangrijkste termen in de anatomie.....................................................................................................1
Leerdoelen:.............................................................................................................................................1
Anatomische positie, Verschillende vlakken...........................................................................................1
Anatomische vlakken..........................................................................................................................1
Assen..............................................................................................................................................2
Positionele termen.............................................................................................................................3
Termen voorkant lichaam:..............................................................................................................4
Achterkant lichaam:........................................................................................................................4
Abdomen:...........................................................................................................................................4
Kwadrant abdomen........................................................................................................................5
soorten gewrichten................................................................................................................................6
Afkortingen.............................................................................................................................................7
Leerdoelen:
1. het doel van het vak functionele anatomie binnen de opleiding tot operatieassistent of
medewerker operatieve zorg uitleggen
om delen van het lichaam te herkennen. Ook medische termen is handig om te weten, omdat de
chirurgen in medische termen praten.
2. de verschillende statische en dynamische richting-aanduidingen benoemen
Zie hieronder en nomenclatuur lijst
3. de opbouw van medische termen verklaren
Zie afkortingen
4. de samenhang van de ligging van de organen en structuren ten opzichte van elkaar uitleggen
Anatomische positie, Verschillende vlakken
Anatomische vlakken
Sagittaal – deelt het lichaam op in een linker of rechter deel
o Mediane vlak – loopt door het midden van het lichaam.
o Medius – precieze midden van het lichaam
o Mediaal – dichtbij het midden bijv. het hart ligt mediaal van het bovenarm.
o Lateraal – verder van het midden. Bijv. de bovenarm licht lateraal van het
hart.
Frontaal – vooraf aanzicht
Coronaal – de verdeling in voor en achter.
o Ventraal / anterior – voor
o Dorsaal/ posteroir – achter. bijv. de wervelkolom licht dorsaal van het
borstbeen.
Transversaal – verdeling in boven en onder.
, o Craniaal/superior – betekent schedel dus letterlijk ‘richting schedel’. Bijv.
schedel ligt craniaal van de schouderbladen.
o Caudaal/inferior – betekent ‘richting staart’. Bijv. schouderbladen liggen
caudaal van de schedel.
Inferior kan ook gebruikt worden voor “dieper” gelegen
Assen
Longitudinale as: as van boven naar beneden (kruis-kruin)
Sagittale as: voor naar achteren (bijv. door navel)
Transversale as: zijkant naar zijkant (bijv. door heupen)
Bij het frontale vlak hoort de sagittale as. (voorbeeld beweging jumping jacks)
o Abductie – zijwaarts van het lichaam afheffen
o Adductie – zijwaarts naar het lichaam toebrengen
o Latroflexie/ lateraalflexie – zijwaarts buigen van de wervelkolom
o Ulnairflexie – hand buigt zijwaarts. Pink naar onderarm
o Inversie – binnenzijde voet komt omhoog
o Eversie – buitenzijde voet komt omhoog
o Elevatie – schouderbladen omhoog trekken
o Depressie – schouderbladen omlaag trekken
Bij het sagittale vlak hoort de transversale as (voorbeeld beweging buigen)
o Anteflexie – in voorwaartse richting heffen. Heet zo omdat je heel lichaamsdeel
beweegt
o Retroflexie – in achterwaartse richting heffen. Heet zo omdat je heel lichaamsdeel
beweegt
o Flexie – buigen
o Extensie – strekken
o Palmairflexie – vingers naar handpalm buigen
o Dorsaalflexie – vingers naar handpalm buigen / enkels buigen, tenen optrekken. Op
je hiel lopen
Inhoud
Belangrijkste termen in de anatomie.....................................................................................................1
Leerdoelen:.............................................................................................................................................1
Anatomische positie, Verschillende vlakken...........................................................................................1
Anatomische vlakken..........................................................................................................................1
Assen..............................................................................................................................................2
Positionele termen.............................................................................................................................3
Termen voorkant lichaam:..............................................................................................................4
Achterkant lichaam:........................................................................................................................4
Abdomen:...........................................................................................................................................4
Kwadrant abdomen........................................................................................................................5
soorten gewrichten................................................................................................................................6
Afkortingen.............................................................................................................................................7
Leerdoelen:
1. het doel van het vak functionele anatomie binnen de opleiding tot operatieassistent of
medewerker operatieve zorg uitleggen
om delen van het lichaam te herkennen. Ook medische termen is handig om te weten, omdat de
chirurgen in medische termen praten.
2. de verschillende statische en dynamische richting-aanduidingen benoemen
Zie hieronder en nomenclatuur lijst
3. de opbouw van medische termen verklaren
Zie afkortingen
4. de samenhang van de ligging van de organen en structuren ten opzichte van elkaar uitleggen
Anatomische positie, Verschillende vlakken
Anatomische vlakken
Sagittaal – deelt het lichaam op in een linker of rechter deel
o Mediane vlak – loopt door het midden van het lichaam.
o Medius – precieze midden van het lichaam
o Mediaal – dichtbij het midden bijv. het hart ligt mediaal van het bovenarm.
o Lateraal – verder van het midden. Bijv. de bovenarm licht lateraal van het
hart.
Frontaal – vooraf aanzicht
Coronaal – de verdeling in voor en achter.
o Ventraal / anterior – voor
o Dorsaal/ posteroir – achter. bijv. de wervelkolom licht dorsaal van het
borstbeen.
Transversaal – verdeling in boven en onder.
, o Craniaal/superior – betekent schedel dus letterlijk ‘richting schedel’. Bijv.
schedel ligt craniaal van de schouderbladen.
o Caudaal/inferior – betekent ‘richting staart’. Bijv. schouderbladen liggen
caudaal van de schedel.
Inferior kan ook gebruikt worden voor “dieper” gelegen
Assen
Longitudinale as: as van boven naar beneden (kruis-kruin)
Sagittale as: voor naar achteren (bijv. door navel)
Transversale as: zijkant naar zijkant (bijv. door heupen)
Bij het frontale vlak hoort de sagittale as. (voorbeeld beweging jumping jacks)
o Abductie – zijwaarts van het lichaam afheffen
o Adductie – zijwaarts naar het lichaam toebrengen
o Latroflexie/ lateraalflexie – zijwaarts buigen van de wervelkolom
o Ulnairflexie – hand buigt zijwaarts. Pink naar onderarm
o Inversie – binnenzijde voet komt omhoog
o Eversie – buitenzijde voet komt omhoog
o Elevatie – schouderbladen omhoog trekken
o Depressie – schouderbladen omlaag trekken
Bij het sagittale vlak hoort de transversale as (voorbeeld beweging buigen)
o Anteflexie – in voorwaartse richting heffen. Heet zo omdat je heel lichaamsdeel
beweegt
o Retroflexie – in achterwaartse richting heffen. Heet zo omdat je heel lichaamsdeel
beweegt
o Flexie – buigen
o Extensie – strekken
o Palmairflexie – vingers naar handpalm buigen
o Dorsaalflexie – vingers naar handpalm buigen / enkels buigen, tenen optrekken. Op
je hiel lopen