Pathologie tempratuur
1. de oorzaken, symptomen en behandeling van koorts en hyperthermie uitleggen.
2. de oorzaken, symptomen en behandeling van hypothermie uitleggen.
De mens is homeotherm: onveranderlijk warm vergeleken anderen organismen
- Veel biochemische processen zijn tempratuurafhankelijk
- Veel energie kwijt aan functioneren in koude omgeving.
- Moeten dan meer eten dan koudbloedige.
Circadaine ritme van de temp:
Definitie kerntempratuur = inwendige tempratuur.
Kerntemp is redelijk constant rond 37 graden (variatie van een halve graad)
Huidtemp tussen 32 en 36,5. (wel afhankelijk van omgevingstempratuur)
Kinderen tot 5 jr 36,5-38 (groter bereik gedurende dag + groei = wamte)
Temp wat je meet - Mengsel arterieel bloed, optimaal gemengd.
kerntemp onafhankelijk van omgevingstemp. Wel afhankelijk van metabolisme
Huidtemp is wel afhankelijk van omgevingstemp
Belang normale temp:
- Belang van processen in het lichaam.
- Enzymen
- Stolling (temp daalt 1 gr. Stollings capaciteit neemt 7% af)
- Zuurstofverbruik
Temp ok:
Kind 24-27 graden
Volwassene 18-20 graden. Gevoelsmatig kouder door luchtstroom
Voordeel:
- Minder groei m.o
- Verhoogde concentratie
- Verminderde kans op zweetdruppel die in steriele wond vallen
Nadeel:
, - Pt kan afkoelen -> verminderde stolling
- O2 verbruik neemt toe
- Bepaalde materialen op temp zijn om te werken bijv. cement.
Tempratuur = warmteproductie – warmteverlies.
Thermogenese = verschijnsel dat ons lichaam zelf warmte genereert
De som van alle stofwisselingsprocessen bepaalt de totale warmte vorming.
Temperatuur regulatie: hypothalamus
Hypothalamus is de tempratuur regelaar. Hier komt informatie over de warmtetoestand van het
lichaam binnen. Warmte en koude sensoren verspreid over het hele huid, in tractus digestivus
(darmen,maag slokdarm) en buikvlies en arteriën in hals. Sensoren sturen informatie naar
warmtecentrum gelegen in hypothalamus. Hypothalamus geeft een sein naar de schildklier (TRH
(gemaakt in hypothalamus->TSH ( gemaakt in hypofyse) -> thyroxine (gemaakt in schildklier, ook wel
T4 genoemd) om metabolisme te verhogen.
Hypothalamus = ontvanger
Schildklier = uitvoerder
SZS = sympathisch zenuwstelsel
Volgende begrippen leren:
Radiatie – straling (naar koudere omgeving)
Evaporatie – verdamping (aan huid)
Conductie – geleiding (via kleding en onderlaag). (afhankelijk van materiaal waar je op ligt)
Convectie – stroming ( met omgevende lucht)
1. de oorzaken, symptomen en behandeling van koorts en hyperthermie uitleggen.
2. de oorzaken, symptomen en behandeling van hypothermie uitleggen.
De mens is homeotherm: onveranderlijk warm vergeleken anderen organismen
- Veel biochemische processen zijn tempratuurafhankelijk
- Veel energie kwijt aan functioneren in koude omgeving.
- Moeten dan meer eten dan koudbloedige.
Circadaine ritme van de temp:
Definitie kerntempratuur = inwendige tempratuur.
Kerntemp is redelijk constant rond 37 graden (variatie van een halve graad)
Huidtemp tussen 32 en 36,5. (wel afhankelijk van omgevingstempratuur)
Kinderen tot 5 jr 36,5-38 (groter bereik gedurende dag + groei = wamte)
Temp wat je meet - Mengsel arterieel bloed, optimaal gemengd.
kerntemp onafhankelijk van omgevingstemp. Wel afhankelijk van metabolisme
Huidtemp is wel afhankelijk van omgevingstemp
Belang normale temp:
- Belang van processen in het lichaam.
- Enzymen
- Stolling (temp daalt 1 gr. Stollings capaciteit neemt 7% af)
- Zuurstofverbruik
Temp ok:
Kind 24-27 graden
Volwassene 18-20 graden. Gevoelsmatig kouder door luchtstroom
Voordeel:
- Minder groei m.o
- Verhoogde concentratie
- Verminderde kans op zweetdruppel die in steriele wond vallen
Nadeel:
, - Pt kan afkoelen -> verminderde stolling
- O2 verbruik neemt toe
- Bepaalde materialen op temp zijn om te werken bijv. cement.
Tempratuur = warmteproductie – warmteverlies.
Thermogenese = verschijnsel dat ons lichaam zelf warmte genereert
De som van alle stofwisselingsprocessen bepaalt de totale warmte vorming.
Temperatuur regulatie: hypothalamus
Hypothalamus is de tempratuur regelaar. Hier komt informatie over de warmtetoestand van het
lichaam binnen. Warmte en koude sensoren verspreid over het hele huid, in tractus digestivus
(darmen,maag slokdarm) en buikvlies en arteriën in hals. Sensoren sturen informatie naar
warmtecentrum gelegen in hypothalamus. Hypothalamus geeft een sein naar de schildklier (TRH
(gemaakt in hypothalamus->TSH ( gemaakt in hypofyse) -> thyroxine (gemaakt in schildklier, ook wel
T4 genoemd) om metabolisme te verhogen.
Hypothalamus = ontvanger
Schildklier = uitvoerder
SZS = sympathisch zenuwstelsel
Volgende begrippen leren:
Radiatie – straling (naar koudere omgeving)
Evaporatie – verdamping (aan huid)
Conductie – geleiding (via kleding en onderlaag). (afhankelijk van materiaal waar je op ligt)
Convectie – stroming ( met omgevende lucht)