Template Casuïstiek Orthoptie
Datum onderzoek: Casus 3 WC2
Gegevens patiënt max, 4 jr 9 mnd, man
Anamnese (gebruik hiervoor SBARR)
Max is 4 jaar en 9 maanden Is bekend bij de orthoptist sinds 6 maanden en komt voor controle
vanwege zijn oogstand. Uit de voorgeschiedenis blijkt dat hij een intermitterende exotropie heeft.
Scheelzien valt op sinds ongeveer 2 jaar. Visus was beiderzijds 1.0 en skiawaarden in cycloplegie: R:
S+0.75 bdz
Erf: geen scheelzien of amblyopie, moeder is myoop (S-2). Zijn gezondheid is goed, geen medicijnen.
Tijdens deze controle vertelt moeder dat zij steeds vaker het rechteroog naar
buiten ziet draaien, nu tot wel 70% van de dag voor zowel dichtbij als op afstand. Het is nu zomer en
hij heeft ook veel last van het licht zegt ze. Hij knijpt heel vaak zijn rechteroog dicht. Zij vraagt of er
iets aan het scheelzien gedaan kan worden want het is heel storend. Max krijgt ook regelmatig
opmerking van kinderen dat zijn oog "zo raar staat".
Zorgvraag
Kan er iets aan het scheelzien gedaan worden?
Differentiaal diagnoses o.b.v. de anamnese
Niet specifieke exotropie OD
Rode vlag (beide invullen!)
-indien extramuraal en DTO: geef aan of deze patient in dit geval door jouw onderzocht zou kunnen
worden en of aanvullend een arts nodig is. Geef dit aan voor triage / fase 1 / fase 2. Zo niet, wat te
doen.
Fase 0: Reguliere afspraak
Fase 1: Geen rode vlaggen aanwezig
Fase 2: Geen doorverwijzing naar medicus nodig
-indien intramuraal en DTO: geef aan of deze patient in dit geval door jouw onderzocht zou kunnen
worden en of aanvullend een arts nodig is.. Geef dit aan voor triage / fase 1 / fase 2. Zo niet, wat te
doen.
Fase 0: Reguliere afspraak
Fase 1: Geen rode vlaggen aanwezig
Fase 2: Geen doorverwijzing naar medicus nodig
Keuze en volgorde onderzoeken
AI
LR
PT
CT
Datum onderzoek: Casus 3 WC2
Gegevens patiënt max, 4 jr 9 mnd, man
Anamnese (gebruik hiervoor SBARR)
Max is 4 jaar en 9 maanden Is bekend bij de orthoptist sinds 6 maanden en komt voor controle
vanwege zijn oogstand. Uit de voorgeschiedenis blijkt dat hij een intermitterende exotropie heeft.
Scheelzien valt op sinds ongeveer 2 jaar. Visus was beiderzijds 1.0 en skiawaarden in cycloplegie: R:
S+0.75 bdz
Erf: geen scheelzien of amblyopie, moeder is myoop (S-2). Zijn gezondheid is goed, geen medicijnen.
Tijdens deze controle vertelt moeder dat zij steeds vaker het rechteroog naar
buiten ziet draaien, nu tot wel 70% van de dag voor zowel dichtbij als op afstand. Het is nu zomer en
hij heeft ook veel last van het licht zegt ze. Hij knijpt heel vaak zijn rechteroog dicht. Zij vraagt of er
iets aan het scheelzien gedaan kan worden want het is heel storend. Max krijgt ook regelmatig
opmerking van kinderen dat zijn oog "zo raar staat".
Zorgvraag
Kan er iets aan het scheelzien gedaan worden?
Differentiaal diagnoses o.b.v. de anamnese
Niet specifieke exotropie OD
Rode vlag (beide invullen!)
-indien extramuraal en DTO: geef aan of deze patient in dit geval door jouw onderzocht zou kunnen
worden en of aanvullend een arts nodig is. Geef dit aan voor triage / fase 1 / fase 2. Zo niet, wat te
doen.
Fase 0: Reguliere afspraak
Fase 1: Geen rode vlaggen aanwezig
Fase 2: Geen doorverwijzing naar medicus nodig
-indien intramuraal en DTO: geef aan of deze patient in dit geval door jouw onderzocht zou kunnen
worden en of aanvullend een arts nodig is.. Geef dit aan voor triage / fase 1 / fase 2. Zo niet, wat te
doen.
Fase 0: Reguliere afspraak
Fase 1: Geen rode vlaggen aanwezig
Fase 2: Geen doorverwijzing naar medicus nodig
Keuze en volgorde onderzoeken
AI
LR
PT
CT