100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting leerdoelen moleculaire biologie deeltentamen 1

Rating
-
Sold
-
Pages
20
Uploaded on
02-11-2022
Written in
2022/2023

In dit document staan de leerdoelen van deeltentamen 1 moleculaire biologie uitgewerkt. Door alle leerdoelen uitgebreid te behandelen omvat dit document een samenvatting van alle leerstof van dit tentamen. Ook zijn bij veel onderwerpen afbeeldingen geplaatst om de informatie te verduidelijken.

Show more Read less
Institution
Course










Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Summarized whole book?
Yes
Uploaded on
November 2, 2022
Number of pages
20
Written in
2022/2023
Type
Summary

Subjects

Content preview

Leerdoelen moleculaire biologie deeltoets 1.

H2. Atomen en moleculen.
• De studenten kunnen de opbouw van atomen beschrijven en begrippen als atoommassa en
atoomnummer benoemen.
Atomen bestaan uit: Protonen & neutronen>>kern
Elektronen>> wolk eromheen


Massagetal= protonen+neutronen.
Atoomnummer= aantal protonen
(proton +neutron = 1 Dalton (Da) )

• De studenten weten wat het verschil is tussen twee isotopen van een element.
Zelfde aantal protonen, verschillend aantal neutronen.
Stabiele isotoop> bij juiste samenstelling van de kern
Instabiele isotoop> geen juiste kern samenstelling
=Radioactief verval > tot stabiele kern
Snelheid van verval= halveringstijd.

• De studenten kunnen bepalen welke type binding mogelijk is uit de verdeling van elektronen
in schillen
Elektronen verdeling over de schillen -> atomen willen de buitenste schil vol maken > met
valentie elektronen.
Met een volle valentie schil > amper reactie (inert).
Orbitaal> meest waarschijnlijke plaats van elektron. Orbitaal = 2 elektronen
- S-arbitaal -> 1S, 2S (1e en 2e schil)
- P-orbitaal -> 2px 2py 2pz

Elektronenparen delen > covalente binding
Elektronen overdragen > ionbinding

• De studenten kunnen onderscheid maken tussen de verschillende type bindingen (covalente
en non-covalente bindingen).
Non-covalente binding = deelt geen elektronen paar.
Covalente binding=
- Interactie tussen atomen
- Elektronen paren delen (gemeenschappelijk elektronenpaar)
- Elektronen ‘tellen’ mee in valentie schil

• De studenten kunnen met het begrip elektronennegativiteit bepalen of er sprake is van een
polaire of apolaire covalente binding.
Elektronennegatieviteit = mate waarin het atoom elektronen aantrekt door, oneerlijke
verdeling elektronen. (door: aantal protonen en afstand van schil tot kern.)
Niet-polaire covalente binding :
- Elektronen gelijk verdeeld
- Verschil elektronegatieviteit <0,5
Polaire covalente binding:
- Elektronen dichter bij 1 van de atomen

, - Verschil elektronegatieviteit 0,5 - 1,6
- Zorgt voor partiële ladingen molecuul

• De studenten kunnen algemeen onderscheid maken tussen de sterkte van de verschillende
soorten bindingen.
Ionbinding:
(atomen nemen elektronen geheel over van bindend atoom)> na overdracht zijn beide atomen
geladen.
- Geladen atoom = ion
 Kation = positief geladen
 Anion= negatief geladen
Zouten> chemische verbindingen met ion bindingen
Waterstofbruggen:
- Waterstof atoom > covalent gekoppeld aan elektronegatief atoom.
> aangetrokken tot elektronegatief atoom
(niet covalente binding)

Van der waalsbinding:
- Door toeval zijn de elektronen niet gelijk over het molecuul verdeeld.
- Daardoor trekken moleculen dicht bij elkaar elkaar aan.
- Sterkte van de binding hangt af van de grote van het molecuul. Groter=sterker.
Zwakke chemische interacties tussen moleculen en atomen > zorgen ervoor dat grote
biologische moleculen in vorm blijven.
 Interactie =reversibel

• De studenten kunnen de elektronen in schil 1 en 2 verdelen over de verschillende orbitalen.
Ieder orbital heeft plek voor 2 elektronen

Elektronen in de eerste schil > in 1S orbital
Elektronen in de 2e schil > verdeeld over 2S & 2P orbitals(2px, 2py, 2pz).

Vorm van het molecuul (door orbitalen)> bepaald de functie.


H3. De chemie van water.

• De studenten kunnen de vier belangrijke eigenschappen van water uitleggen.
Polariteit:
- Polaire covalente binding > dus water is polair.
- Lading is ongelijk verdeeld (polair)
- Watermoleculen Vormen waterstof bruggen-> zwak, kortdurend en wisselende
contacten
Cohesie eigenschappen
- H2O blijft bij elkaar door waterstofbruggen > cohesie
- Aantrekking tussen verschillende stoffen > adhesie

Temperatuur en thermische energie:
Thermische energie > kinetische energie van moleculen.
 Willekeurige bewegingen van molec./atomen.

, Bij mengen of in aanraking komen van 2 objecten-> thermische energie van warmere naar
koelere object.
Hoge specifieke warmte> 1cal nodig om 1 gram water met 1 graad te verhogen.
Hoge verdampingwarmte> energie voor 1gram vloeistof naar gas.

Hitte absorberen > waterstofbrug kan breken
Hitte afgeven > waterstofbrug kan vormen

Dichtheid ijs< water (water krijgt een kristalstructuur en H-bruggen breken niet)

oplosmiddel
Solvent = oplosmiddel
Solute = opgeloste stof

Goed oplosmiddel want > polair voor: ionen en polaire moleculen (& grote moleculen met
polaire regio’s )

• De studenten zijn bekend met pH, zuren, basen en buffers, en kunnen de meest belangrijke
buffer in het bloed aangeven.
PH = concentratie H+ PH= -log [H+] [H+]=10^-ph
Zure oplossing > veel H+ ph(0-7)
Basische oplossing > weinig H+ ph (7-14)

Zwakzuur en base > ontbinden voor een deel
Sterkzuur en base > ontbinden volledig
Zuur= proton donor Base = proton acceptor

Buffer> houdt ph stabiel
- Zwak zuur + geconjugeerde base
Ph verandert maar weinig bij toevoegen van zuur of base.
in het bloed> de bicarbonaat-, de eiwit-, en de fosfaatbuffer.
H4. De basis van moleculaire diversiteit

• De studenten kunnen onderscheid maken tussen de drie typen isomeren.
Structuur isomeren= verschil in verbinding atomen (covalent)
Cis-trans isomeren= zelfde verbindingen maar ruimtelijk anders.
o Dubbele binding voorkomt vrije rotatie.



Enantiomeren= isomeren met elkaars spiegelbeeld.
- Andere vorm betekend ook een andere werking. (l-vorm en D-
vorm (links en rechts latijn))
- Aminozuren ook 2 enantiomeren.

• De studenten kunnen de naam en eigenschappen aangeven van de belangrijke chemische
groepen in de biologie.
Functionele groepen:
Hydroxyl groep (alcohol)
- OH groep
$6.66
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
ilsedebruin
2.0
(1)

Get to know the seller

Seller avatar
ilsedebruin Universiteit Utrecht
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
4
Member since
3 year
Number of followers
4
Documents
3
Last sold
3 year ago

2.0

1 reviews

5
0
4
0
3
0
2
1
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions