Blok A EZ CNA/RCA/ONCO Toetsmatrijs
Centraal zenuwstelsel:
NEUROFYSIOLOGIE VAN BEWEGEN
- Sensomotorische kring:
Samenwerking tussen sensoriek en motoriek
<- <-
Sensoriek Motoriek
Primair Informatie Uitvoeren
Secundair Analyse Programmeren
Tertiair Koppeling Keuze
-> ->
- Hersenenbanen:
Tractus corticospinalis = de directe baan cortex en ruggenmerg
Lateralis: 85% gekruist (naar heup, schouder en extremiteiten), 10% (direct naar hand)
Anterior: 15% ongekruist, naar axiale spieren (nek en romp)
Overige banen verbinden cortex en ruggenmerg indirect, o.a. via hersenstam
Uit de hersenstam/ basale kernen ongekruist en indirect naar axiale spieren
- Feedback/feedforward:
Feedback = vergelijkt instructies met effect (langzaam)
Feedforward = onderschept instructies en stelt bij op basis van verwachting (snel)
KLINISCHE BEELDEN CNA
- Klinische beeld van cortex laesie:
Omschrijving:
Alle 4 de S’en kunnen aangedaan zijn: spierkracht, spiertonus, sturing en sensibiliteit
Spierkracht Spiertonus Sturing Sensibiliteit
Parese Hypotonie (slappe Ontremming reflexen Minder gevoel
parese) ruggenmerg Distaal > proximaal
, Paralyse Spasticiteit (spastische Verminderde sturing
parese) (combinatie kracht,
tonus en reflexen)
Begrippen:
Begrip Betekenis
Hemibeeld Halfzijdig (li-re), motorisch, sensorisch &
cognitieve stoornissen
Slappe parese Verminderde spierkracht met hypotonie
Spastische parese Verminderde spierkracht met hypertonie
Sensibiliteit Het vermogen om iets te kunnen voelen
Spasticiteit Verhoogde spierspanning:
Activiteit rekreflex te hoog
Versterkt bij verhoogde activatie en beweging
Antizwaartekrachtspieren
- Klinisch beeld basale kernen laesie:
Omschrijving:
Spiertonus en Sturing zijn beperkt
- Invloed op hersenstam en ruggenmerg (houding/tonus)
- Invloed op motorische cortex (initiatie, planning, programmering)
- Invloed op frontale cortex (cognitie, emotie en motivatie)
- Faciliteren en inhiberen
- Onbewust, aangeleerde bewegingspatronen
Spierkracht Spiertonus Sturing Sensibiliteit
- Rigiditeit Hypokinesie -
Bradykinesie
Akinesie
Hypokinetisch rigide beeld = gehele lichaam stijf en traag, automatisch bewegen verstoord
Hyperkinetisch beeld = te veel & ongestuurde, onwillekeurige bewegingen
Begrippen:
Begrip Betekenis
Rigiditeit Algemene hoge tonus (het hele lichaam)
, - Loden pijp
- Maskergelaat
- Gebogen houding
Bradykinesie Traag bewegen
Akinesie Moeite met starten/stoppen
Hypokinesie Kleine bewegingen maken
Tremoren Trilling bij bewegingen
- Klinisch beeld cerebellum laesie
Omschrijving:
Sturing is aangedaan.
Balans- en houdingsproblemen, ataxie, problemen met spraak, alternerende bewegingen.
Spierkracht Spiertonus Sturing Sensibiliteit
- - Atactisch beeld -
Dronkenmansloop
Hypermetrie
Begrippen:
Begrip Betekenis
Ataxie Ongecontroleerd bewegen (onhandigheid,
doorschieten)
Hypermetrie Doorschieten bij bewegingen
- Klinisch beeld complete ruggenmerg laesie
Omschrijving:
Alle 4 S’en kunnen aangedaan zijn
Uitval onder laesie niveau, dit kan volledig of gedeeltelijk zijn, zowel motorisch of sensorisch.
Spierkracht Spiertonus Sturing Sensibiliteit
Volledig of Hypotonie Hyporeflexie Volledig of
gedeeltelijk gedeeltelijk
Parese / paralyse Atonie Areflexie Min of plus
symptomen
Secundair hypertonie Secundair Schade aan
hyperreflexie achterstrengbanen:
Doordat er geen verminderde
remming is uit het gnostische sensibiliteit
ruggenmerg (houding, beweging,
fijne tast)
, Schade aan anterior
tractus
spinothalamicus:
verminderde vitale
sensibiliteit (grove
tast)
Schade aan lateralis
tractus
spinothalamicus:
verminderde vitale
sensibiliteit (pijn,
temperatuur)
Begrippen:
Begrip Betekenis
Paralyse Volledige uitval van de spierkracht
Anesthesie Geen gewaarwording, verdoofd
Onduidelijk of centraal sensibiliteitsverlies
NEUROLOGISCHE FUNCTIESTOORNISSEN
- Positieve en negatieve symptomen:
Positieve symptomen = versterkt
Negatieve symptomen = verminderd
HOUDINGSREGULATIE
- Evenwichtsorgaan:
Halfcirkelige kanalen met endolymfe (vloeistof). Deze
vloeistof zorgt voor beweging in de cupula
(haarcellen). Deze staan in verschillende richtingen
voor verschillende bewegingen (horizontaal,
verticaal, diagonaal).
Deze vloeistof beweegt langzaam, als jij een kant op
beweegt dat de vloeistof ten opzichte van de
beweging de andere kant op beweegt. De haarcellen
worden omgeduwd en dit zorgt voor een prikkel.
- Opricht-/evenwicht-/opvangreacties:
Oprichten:
o Stand hoofd en in relatie met lichaam
Centraal zenuwstelsel:
NEUROFYSIOLOGIE VAN BEWEGEN
- Sensomotorische kring:
Samenwerking tussen sensoriek en motoriek
<- <-
Sensoriek Motoriek
Primair Informatie Uitvoeren
Secundair Analyse Programmeren
Tertiair Koppeling Keuze
-> ->
- Hersenenbanen:
Tractus corticospinalis = de directe baan cortex en ruggenmerg
Lateralis: 85% gekruist (naar heup, schouder en extremiteiten), 10% (direct naar hand)
Anterior: 15% ongekruist, naar axiale spieren (nek en romp)
Overige banen verbinden cortex en ruggenmerg indirect, o.a. via hersenstam
Uit de hersenstam/ basale kernen ongekruist en indirect naar axiale spieren
- Feedback/feedforward:
Feedback = vergelijkt instructies met effect (langzaam)
Feedforward = onderschept instructies en stelt bij op basis van verwachting (snel)
KLINISCHE BEELDEN CNA
- Klinische beeld van cortex laesie:
Omschrijving:
Alle 4 de S’en kunnen aangedaan zijn: spierkracht, spiertonus, sturing en sensibiliteit
Spierkracht Spiertonus Sturing Sensibiliteit
Parese Hypotonie (slappe Ontremming reflexen Minder gevoel
parese) ruggenmerg Distaal > proximaal
, Paralyse Spasticiteit (spastische Verminderde sturing
parese) (combinatie kracht,
tonus en reflexen)
Begrippen:
Begrip Betekenis
Hemibeeld Halfzijdig (li-re), motorisch, sensorisch &
cognitieve stoornissen
Slappe parese Verminderde spierkracht met hypotonie
Spastische parese Verminderde spierkracht met hypertonie
Sensibiliteit Het vermogen om iets te kunnen voelen
Spasticiteit Verhoogde spierspanning:
Activiteit rekreflex te hoog
Versterkt bij verhoogde activatie en beweging
Antizwaartekrachtspieren
- Klinisch beeld basale kernen laesie:
Omschrijving:
Spiertonus en Sturing zijn beperkt
- Invloed op hersenstam en ruggenmerg (houding/tonus)
- Invloed op motorische cortex (initiatie, planning, programmering)
- Invloed op frontale cortex (cognitie, emotie en motivatie)
- Faciliteren en inhiberen
- Onbewust, aangeleerde bewegingspatronen
Spierkracht Spiertonus Sturing Sensibiliteit
- Rigiditeit Hypokinesie -
Bradykinesie
Akinesie
Hypokinetisch rigide beeld = gehele lichaam stijf en traag, automatisch bewegen verstoord
Hyperkinetisch beeld = te veel & ongestuurde, onwillekeurige bewegingen
Begrippen:
Begrip Betekenis
Rigiditeit Algemene hoge tonus (het hele lichaam)
, - Loden pijp
- Maskergelaat
- Gebogen houding
Bradykinesie Traag bewegen
Akinesie Moeite met starten/stoppen
Hypokinesie Kleine bewegingen maken
Tremoren Trilling bij bewegingen
- Klinisch beeld cerebellum laesie
Omschrijving:
Sturing is aangedaan.
Balans- en houdingsproblemen, ataxie, problemen met spraak, alternerende bewegingen.
Spierkracht Spiertonus Sturing Sensibiliteit
- - Atactisch beeld -
Dronkenmansloop
Hypermetrie
Begrippen:
Begrip Betekenis
Ataxie Ongecontroleerd bewegen (onhandigheid,
doorschieten)
Hypermetrie Doorschieten bij bewegingen
- Klinisch beeld complete ruggenmerg laesie
Omschrijving:
Alle 4 S’en kunnen aangedaan zijn
Uitval onder laesie niveau, dit kan volledig of gedeeltelijk zijn, zowel motorisch of sensorisch.
Spierkracht Spiertonus Sturing Sensibiliteit
Volledig of Hypotonie Hyporeflexie Volledig of
gedeeltelijk gedeeltelijk
Parese / paralyse Atonie Areflexie Min of plus
symptomen
Secundair hypertonie Secundair Schade aan
hyperreflexie achterstrengbanen:
Doordat er geen verminderde
remming is uit het gnostische sensibiliteit
ruggenmerg (houding, beweging,
fijne tast)
, Schade aan anterior
tractus
spinothalamicus:
verminderde vitale
sensibiliteit (grove
tast)
Schade aan lateralis
tractus
spinothalamicus:
verminderde vitale
sensibiliteit (pijn,
temperatuur)
Begrippen:
Begrip Betekenis
Paralyse Volledige uitval van de spierkracht
Anesthesie Geen gewaarwording, verdoofd
Onduidelijk of centraal sensibiliteitsverlies
NEUROLOGISCHE FUNCTIESTOORNISSEN
- Positieve en negatieve symptomen:
Positieve symptomen = versterkt
Negatieve symptomen = verminderd
HOUDINGSREGULATIE
- Evenwichtsorgaan:
Halfcirkelige kanalen met endolymfe (vloeistof). Deze
vloeistof zorgt voor beweging in de cupula
(haarcellen). Deze staan in verschillende richtingen
voor verschillende bewegingen (horizontaal,
verticaal, diagonaal).
Deze vloeistof beweegt langzaam, als jij een kant op
beweegt dat de vloeistof ten opzichte van de
beweging de andere kant op beweegt. De haarcellen
worden omgeduwd en dit zorgt voor een prikkel.
- Opricht-/evenwicht-/opvangreacties:
Oprichten:
o Stand hoofd en in relatie met lichaam