TOETSMATRIJS BS7 VOOR STUDENTEN
Opleiding HBO-verpleegkunde (bachelor of nursing) Code toets:
Studiejaar: 2e jaar Toetsvorm: Mc toets met 4 antwoordmogelijkheden
Periode: Aantal MC vragen:
Onderwijseenheid: Beroepssituatie 7 Normering/cesuur: Cohen Schotanus
Osiriscode: Toetsmatrijs opgesteld door:
Cohort: 2019-2020 Datum:
Aantal EC Revisiedatum: geplande revisiedatum
Toetsdoelen Komt aan de
De student: orde in*:
1. Kan het proces van gaswisseling in de longen (pulmones) en in de weefsels uitleggen en kan het capillair uitwisselingsproces BS 7, MB
beschrijven
Cellen gebruiken zuurstof waarmee ze CO2 verbruiken
Verplaatsing van zuurstof en CO2 gebeurt via diffusie via respiratorische membraan
1
,Partiële druk (P):
• Bepalend voor snelheid diffusie
• Druk die door één enkel gas wordt uitgeoefend
• Recht evenredig met percentage
Atmosferische druk:
• 760mmHg
• Som van alle partiële drukken
Externe respiratie: Alveoli <-> alveolaire capillairen
Interne respiratie: Capillairen grote bloedsomloop <-> interstitiële vloeistof (bloed aan weefsel)
2
,Door verwarmen, bevochtigen en de dode ruimte is de druk van zuurstof lager in de longen want dit mengt met lucht dode ruimte, CO2 heeft
een hogere druk in de longen
Druk van zuurstof is in de bloedbaan hoog en in de weefsels laag waardoor zuurstof naar de weefsels gaat, van CO2 is de druk in de weefsels
hoog en in de bloedbaan laag waardoor de CO2 naar de bloedbaan gaat
Zuurstoftransport
Erytrocyten (rode bloedcellen); zijn opgebouwd uit hemoglobine
Zuurstof wordt aan het ijzerdeeltje in de hemoglobine gebonden
Hoeveelheid O2 binding hangt af van de PO2 omgeving
Hoeveelheid O2 afgifte:
Activiteit weefsel
pH omlaag
Temperatuur omhoog
Zuurstof druk bij actieve weefsels lager dan bij weefsels in druk à hemoglobine geeft veel zuurstof af
3
, Kooldioxide transport:
• Opgelost in bloedplasma (77%)
• Gebonden aan hemoglobine (25%) op een andere plaats waardoor O2 en CO2 tegelijk kunnen worden vervoerd
• Omgezet in koolzuur/bicarbonaat (70%) à bicarbonaat wordt uitgewisseld tegen chloor en komt in plasma terecht à door bloed
vervoerd
2. Kan het principe van zuur-base-evenwicht uitleggen en de rol van de longen hierin herkennen BS 7, MB
Zuur-base evenwicht
Arteriële bloedgas; astrup
pH, pCO2, pO2, HCO3-
pH = zuurgraad
• Concentratie H+ ionen
• Neutraal 7
• Zuur <7
• Basisch >7
pH bloed:
• 7,35-7,45
• Acidose < 7,35
• Alkalose > 7,45
• Invloed op bloedvatenstelsel en zenuwstelsel
4
Opleiding HBO-verpleegkunde (bachelor of nursing) Code toets:
Studiejaar: 2e jaar Toetsvorm: Mc toets met 4 antwoordmogelijkheden
Periode: Aantal MC vragen:
Onderwijseenheid: Beroepssituatie 7 Normering/cesuur: Cohen Schotanus
Osiriscode: Toetsmatrijs opgesteld door:
Cohort: 2019-2020 Datum:
Aantal EC Revisiedatum: geplande revisiedatum
Toetsdoelen Komt aan de
De student: orde in*:
1. Kan het proces van gaswisseling in de longen (pulmones) en in de weefsels uitleggen en kan het capillair uitwisselingsproces BS 7, MB
beschrijven
Cellen gebruiken zuurstof waarmee ze CO2 verbruiken
Verplaatsing van zuurstof en CO2 gebeurt via diffusie via respiratorische membraan
1
,Partiële druk (P):
• Bepalend voor snelheid diffusie
• Druk die door één enkel gas wordt uitgeoefend
• Recht evenredig met percentage
Atmosferische druk:
• 760mmHg
• Som van alle partiële drukken
Externe respiratie: Alveoli <-> alveolaire capillairen
Interne respiratie: Capillairen grote bloedsomloop <-> interstitiële vloeistof (bloed aan weefsel)
2
,Door verwarmen, bevochtigen en de dode ruimte is de druk van zuurstof lager in de longen want dit mengt met lucht dode ruimte, CO2 heeft
een hogere druk in de longen
Druk van zuurstof is in de bloedbaan hoog en in de weefsels laag waardoor zuurstof naar de weefsels gaat, van CO2 is de druk in de weefsels
hoog en in de bloedbaan laag waardoor de CO2 naar de bloedbaan gaat
Zuurstoftransport
Erytrocyten (rode bloedcellen); zijn opgebouwd uit hemoglobine
Zuurstof wordt aan het ijzerdeeltje in de hemoglobine gebonden
Hoeveelheid O2 binding hangt af van de PO2 omgeving
Hoeveelheid O2 afgifte:
Activiteit weefsel
pH omlaag
Temperatuur omhoog
Zuurstof druk bij actieve weefsels lager dan bij weefsels in druk à hemoglobine geeft veel zuurstof af
3
, Kooldioxide transport:
• Opgelost in bloedplasma (77%)
• Gebonden aan hemoglobine (25%) op een andere plaats waardoor O2 en CO2 tegelijk kunnen worden vervoerd
• Omgezet in koolzuur/bicarbonaat (70%) à bicarbonaat wordt uitgewisseld tegen chloor en komt in plasma terecht à door bloed
vervoerd
2. Kan het principe van zuur-base-evenwicht uitleggen en de rol van de longen hierin herkennen BS 7, MB
Zuur-base evenwicht
Arteriële bloedgas; astrup
pH, pCO2, pO2, HCO3-
pH = zuurgraad
• Concentratie H+ ionen
• Neutraal 7
• Zuur <7
• Basisch >7
pH bloed:
• 7,35-7,45
• Acidose < 7,35
• Alkalose > 7,45
• Invloed op bloedvatenstelsel en zenuwstelsel
4