Handelingsgericht werken
Hoofdstuk 5
Constructief communiceren met ouders is een belangrijk uitgangspunt van HGW.
Bij alle gesprekken met ouders is er sprake van tweerichtingsverkeer.
Kenmerken van de thuissituatie die het schoolsucces van kinderen beïnvloeden:
- Inkomen, opleiding en beroep van ouders.
- De sfeer in de thuissituatie. Betrokkenheid van ouders bij het onderwijs
aan hun kind, supervisie door ouders, verwachtingen van ouders en
opvoedingsstijl.
Supervisie = toezicht houden op het gedrag van het kind en het daarbij
begeleiden.
3 verschillende opvoedingsstijlen die de ontwikkeling van een kind beïnvloeden:
- Autoritair = ouders bepalen de regels zonder overleg met hun kinderen
en overtreding hiervan leidt tot straf en negatieve emoties bij ouders.
Kinderen hebben ook geen inbreng en keuze wat sport, hobby of vrienden
betreft.
- Te tolerant (‘laissez-faire’) = ouders stellen nauwelijks regels en ze
geven zelfden straf.
- Democratisch (‘autoritatief’) = warme ouders met belangstelling voor
het alledaagse leven van hun kinderen. Ouders bepalen regels in overleg
met hun kind, passen deze regels consequent toe, straffen redelijk en met
een pedagogisch doel.
Ouderparticipatie = de actieve deelname van ouders aan activiteiten op
school, het ondersteunen van de leerkracht (pleinwacht) en participatie in het
schoolbestuur, de MR of OR.
Ouderbetrokkenheid = de betrokkenheid van ouders bij de opvoeding en het
onderwijs van hun eigen kind, thuis (voorlezen) en op school (gesprek met
leerkracht).
Bij HGW worden de volgende 7 richtlijnen gehanteerd: (1 t/m 3 algemeen 4 t/m 7
aanvullend)
1. Laat ouders weten dat zij welkom zijn op school en benadruk dat school en
ouders een gemeenschappelijk belang hebben: het kind.
2. Wees duidelijk over de rol van de school en van de ouders en over
verantwoordelijkheden. De leerkracht is de onderwijsprofessional, de
ouders zijn de ervaringsdeskundigen en de leerlingen zijn mederegisseur
van hun eigen leerproces.
3. Benut de onderwijs- en begeleidingsstructuur als kader in de
communicatie.
4. Verwoord dat het gedrag van een kind op school anders kan zijn dan thuis.
5. Verwoord zowel de zorgen als de positieve aspecten.
6. Wees duidelijk over de bedoelingen van de school.
7. Maak samen duidelijke afspraken en evalueer deze.
Effectieve ouderbetrokkenheid vergt een goede communicatie tussen school en
ouders.
Wanneer ouders zich te veel met de school bemoeien moeten de scholen
duidelijke grenzen stellen.
Wanneer ouders zich te weinig met de school bemoeien moeten de scholen hun
verwachtingen duidelijk aangeven.
Hoofdstuk 5
Constructief communiceren met ouders is een belangrijk uitgangspunt van HGW.
Bij alle gesprekken met ouders is er sprake van tweerichtingsverkeer.
Kenmerken van de thuissituatie die het schoolsucces van kinderen beïnvloeden:
- Inkomen, opleiding en beroep van ouders.
- De sfeer in de thuissituatie. Betrokkenheid van ouders bij het onderwijs
aan hun kind, supervisie door ouders, verwachtingen van ouders en
opvoedingsstijl.
Supervisie = toezicht houden op het gedrag van het kind en het daarbij
begeleiden.
3 verschillende opvoedingsstijlen die de ontwikkeling van een kind beïnvloeden:
- Autoritair = ouders bepalen de regels zonder overleg met hun kinderen
en overtreding hiervan leidt tot straf en negatieve emoties bij ouders.
Kinderen hebben ook geen inbreng en keuze wat sport, hobby of vrienden
betreft.
- Te tolerant (‘laissez-faire’) = ouders stellen nauwelijks regels en ze
geven zelfden straf.
- Democratisch (‘autoritatief’) = warme ouders met belangstelling voor
het alledaagse leven van hun kinderen. Ouders bepalen regels in overleg
met hun kind, passen deze regels consequent toe, straffen redelijk en met
een pedagogisch doel.
Ouderparticipatie = de actieve deelname van ouders aan activiteiten op
school, het ondersteunen van de leerkracht (pleinwacht) en participatie in het
schoolbestuur, de MR of OR.
Ouderbetrokkenheid = de betrokkenheid van ouders bij de opvoeding en het
onderwijs van hun eigen kind, thuis (voorlezen) en op school (gesprek met
leerkracht).
Bij HGW worden de volgende 7 richtlijnen gehanteerd: (1 t/m 3 algemeen 4 t/m 7
aanvullend)
1. Laat ouders weten dat zij welkom zijn op school en benadruk dat school en
ouders een gemeenschappelijk belang hebben: het kind.
2. Wees duidelijk over de rol van de school en van de ouders en over
verantwoordelijkheden. De leerkracht is de onderwijsprofessional, de
ouders zijn de ervaringsdeskundigen en de leerlingen zijn mederegisseur
van hun eigen leerproces.
3. Benut de onderwijs- en begeleidingsstructuur als kader in de
communicatie.
4. Verwoord dat het gedrag van een kind op school anders kan zijn dan thuis.
5. Verwoord zowel de zorgen als de positieve aspecten.
6. Wees duidelijk over de bedoelingen van de school.
7. Maak samen duidelijke afspraken en evalueer deze.
Effectieve ouderbetrokkenheid vergt een goede communicatie tussen school en
ouders.
Wanneer ouders zich te veel met de school bemoeien moeten de scholen
duidelijke grenzen stellen.
Wanneer ouders zich te weinig met de school bemoeien moeten de scholen hun
verwachtingen duidelijk aangeven.