100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Other

examenmatrijs uitwerkingen strafrecht

Rating
-
Sold
3
Pages
25
Uploaded on
01-11-2022
Written in
2022/2023

examenmatrijs uitwerkingen strafrecht

Institution
Course










Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
November 1, 2022
Number of pages
25
Written in
2022/2023
Type
Other
Person
Unknown

Subjects

Content preview

1.1 De kandidaat beschrijft wat de rol is van belangrijke personen in het
strafrecht (de rechter, de officier van justitie, de rechter-commissaris, de
advocaat, het slachtoffer, de verdachte, een getuige) en de rol van het bureau
voor slachtofferhulp en de (jeugd)reclassering).

Algemeen opsporingsambtenaar:
 Omdat ze bevoegd zijn alle strafbare feiten op te sporen. (leiding van het
vooronderzoek)

Buitengewoon opsporingsambtenaar:
 Deze opsporingsambtenaren mogen alleen bepaalde strafbare feiten op
sporen.
 Bijvoorbeeld: belastinginspecteur, milieuambtenaren, sociaal rechercheur,
conducteur NS.

De officieer van Justitie:
 Leidinggeven aan het vooronderzoek. De Officier van Justitie
beslist bijvoorbeeld wat er tijdens het vooronderzoek met de verdachte
gebeurt
 Vervolging van verdachten – de Officier van Justitie beslist of de zaak aan de
rechter wordt voorgelegd en
 Ervoor zorgen dat de straffen die de rechter aan veroordeelden oplegt worden
uitgevoerd.

Het openbaar ministerie:
 Leidinggeven aan het vooronderzoek
 Vervolging van verdachten
 Ervoor zorgen dat de straffen die de rechter veroordeelden oplegt, worden
uitgevoerd

Hulpofficier van Justitie:
 De hulpofficier van justitie vervangt, vooral bij de toepassing van niet te
zware dwangmiddelen, de officier van justitie.

Rechter:
 Beslist of een feit wettig en overtuigend is bewezen, of verdachte strafbaar is
en over de hoogte van de straf / maatregel

Rechter-commissaris:
 Houdt toezicht op het vooronderzoek

Getuigen:
 Degene die iets gezien heeft bij een strafbaar feit, hij/zij kan verhoord
worden.

Slachtoffer: Degene die geleden heeft aan een strafbaar feit

,Bureau voor slachtofferhulp: Helpt het slachtoffer

Reclassering: Voor degene die vrijkomt, slachtoffer meldt zich hier

1.2 De kandidaat motiveert voor een situatie of er sprake is van materieel
strafrecht of formeel strafrecht.

Materieel strafrecht:
 Bestaat uit de strafbepalingen en de straffen en maatregelen die kunnen
worden opgelegd.

Formeel strafrecht:
 Beschrijft de bevoegdheden van politie en justitie, de rechten van een
verdachte, de gang van zaken tijdens de terechtzitting, en rechtsmiddelen
zoals hoger beroep en cassatie.




1.3 De kandidaat beschrijft de belangrijkste rechtsbronnen van het strafrecht en
het strafprocesrecht (WvSr, WvSv, bijzondere strafwetten, AMvB, verordeningen,
verdragen en jurisprudentie).

 Wetten: het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering,
bijzondere wetten, zoals de Wet wapens en munitie, de Wegenverkeerswet,
de Opiumwet, Algemene maatregelen van bestuur en verordeningen.
 Jurisprudentie.
 Internationale verdragen
 Let op: gewoonte is in het Strafrecht geen rechtsbron!!!!


1.4De kandidaat beschrijft de doelen van strafrecht (vergelding, algemene
preventie, bijzondere preventie en resocialisatie).

Strafdoelen: Beschrijving:

Vergelding Kwaad met kwaad vergelden

Voorkomen van eigenrichting Recht in eigen hand nemen

Preventie: Afschrikken
 Generale (algemene) preventie
 Speciale (bijzondere) preventie

, Resocialisatie Dader heeft boete gedaan en mag na
straf terugkeren in de maatschappij



1.5 De kandidaat bepaalt voor een gegeven deel van een strafbepaling welk
onderdeel dit is (delictsomschrijving, kwalificatie of sanctie).

Delictsomschrijving (bestanddelen):
 De delictsomschrijving van de strafbepaling is de beschrijving van het verboden gedrag.
In de delictsomschrijving staat precies wat er niet mag.
 In art. 310 luidt de delictsomschrijving: Hij die enig goed dat geheel of ten dele aan een
ander toebehoort wegneemt, met het oogmerk het zich wederrechtelijk toe te eigenen.

Kwalificatie (juridische naam):
 Na de delictsomschrijving volgt in veel strafbepalingen de juridische naam voor het
strafbaar gedrag. In art. 310 Sr wordt het gedrag ‘diefstal’ genoemd. Dat is dus de
juridische naam voor deze strafbepaling. De juridische naam wordt de ‘kwalificatie’
genoemd.
 In sommige strafbepalingen ontbreekt de kwalificatie. In dat geval geeft de wetgever het
verboden gedrag geen juridische naam.

Sanctienorm (maximumstraf):
 Aan het slot van de strafbepaling vind je de maximale straf of sanctienorm die de rechter
voor het verboden gedrag mag opleggen. In art. 310 Sr is de maximumstraf vier jaar
gevangenisstraf of een geldboete van de vierde categorie. Dat wil zeggen een geldboete
tot maximaal € 20.750,- (zie art. 23 Sr).

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
romy_tanis Zadkine
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
46
Member since
4 year
Number of followers
35
Documents
9
Last sold
1 day ago

4.0

6 reviews

5
2
4
2
3
2
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions