Stroomdiagram scheelstanden
Scheelzien bij kinderen 1
Scheelstand
Eso Micro
Niet accommodatief Accommodatief Constant
Met instelbeweging Zonder instelbeweging
Normosensorische late D
Cyclische esotropie Niet specifieke esotropie Near esotropie Distance esotropie Early onset
onset esotropie
Microtropie zonder Microtropie zonder
- Cyclus gemiddeld - Onset 6mnd-2jr - Onset 2-8 jr - Veraf orthofoor of identiteit identiteit
48 uur - Vaak i.c.m. - Intermitterende ET kleine EF -
- Onset 4-6 jr strabismus die snel constant - Matig of grote ET
- Meestal emmetroop amblyopie wordt nabij Geen lesstof van SK1 Geen lesstof van SK1 -
met gelijke visus - Potentie voor BEZ - Diplopie - Gelijke visus - Excentrische fixatie - Centrale -
- BEZ aanwezig op maar komt weinig - Normaal BEZ - AC/A normaal of valt samen met punt fixatie/excentrische
rechte dagen voor - Voorafgaand verlaagd AOD/S fixatie die niet
- Suppressie trauma of occlusie - Normale NPC - Strabismus van 10^ samenvalt met
aanwezig op mogelijk - Geen amblyopie of minder AOD/S
strabismus dagen - Gaat soms - Foveaal - Strabismus van 10^
spontaan weer over suppressiescotoom of minder
- Bijna altijd - Foveaal
anisometropie suppressiescotoom
- Bijna altijd
anisometropie
Accommodatieve Accommodatieve
Partieel Volledig
esotropie met esotropie met
accommodatieve accommodatieve
convergentie excess convergentie excess
esotropie esotropie
type hoge AC/A type hypoaccommodatie
- Onset 2-5 jr - Onset 1,5-4 jr - Onset 1-3 jr - Onset 2-5 jaar
- Hoge AC/A, - Intermitterend - Vaak anisometropie - Ongecorrigeerde
normale NPC - Orthofoor/EF veraf en astigmatisme hypermetropie +2
- Vaak i.c.m. - AC/A normaal of - Vaak i.c.m. tot +7
ongecorrigeerde verlaagd amblyopie - Klachten bij
hypermetropie - Amblyopie - Bij type hoge AC/A ontstaan (wrijven,
- Intermitterend die zeldzaam kan een bifocale bril van slag, weinig
steeds constanter - Bifocale bril voor voor comfort zorgen interesse)
wordt comfort - Scheelstand beter
- Wordt vaak gezien zichtbaar bij
na opkijken vanaf moeheid/ ziekte
nabij - Intermitterende
- Vaak gelijke visus esotropie die over
- Soms i.c.m. kan gaan in een
microtropie constante esotropie
Scheelzien bij kinderen 1
Scheelstand
Eso Micro
Niet accommodatief Accommodatief Constant
Met instelbeweging Zonder instelbeweging
Normosensorische late D
Cyclische esotropie Niet specifieke esotropie Near esotropie Distance esotropie Early onset
onset esotropie
Microtropie zonder Microtropie zonder
- Cyclus gemiddeld - Onset 6mnd-2jr - Onset 2-8 jr - Veraf orthofoor of identiteit identiteit
48 uur - Vaak i.c.m. - Intermitterende ET kleine EF -
- Onset 4-6 jr strabismus die snel constant - Matig of grote ET
- Meestal emmetroop amblyopie wordt nabij Geen lesstof van SK1 Geen lesstof van SK1 -
met gelijke visus - Potentie voor BEZ - Diplopie - Gelijke visus - Excentrische fixatie - Centrale -
- BEZ aanwezig op maar komt weinig - Normaal BEZ - AC/A normaal of valt samen met punt fixatie/excentrische
rechte dagen voor - Voorafgaand verlaagd AOD/S fixatie die niet
- Suppressie trauma of occlusie - Normale NPC - Strabismus van 10^ samenvalt met
aanwezig op mogelijk - Geen amblyopie of minder AOD/S
strabismus dagen - Gaat soms - Foveaal - Strabismus van 10^
spontaan weer over suppressiescotoom of minder
- Bijna altijd - Foveaal
anisometropie suppressiescotoom
- Bijna altijd
anisometropie
Accommodatieve Accommodatieve
Partieel Volledig
esotropie met esotropie met
accommodatieve accommodatieve
convergentie excess convergentie excess
esotropie esotropie
type hoge AC/A type hypoaccommodatie
- Onset 2-5 jr - Onset 1,5-4 jr - Onset 1-3 jr - Onset 2-5 jaar
- Hoge AC/A, - Intermitterend - Vaak anisometropie - Ongecorrigeerde
normale NPC - Orthofoor/EF veraf en astigmatisme hypermetropie +2
- Vaak i.c.m. - AC/A normaal of - Vaak i.c.m. tot +7
ongecorrigeerde verlaagd amblyopie - Klachten bij
hypermetropie - Amblyopie - Bij type hoge AC/A ontstaan (wrijven,
- Intermitterend die zeldzaam kan een bifocale bril van slag, weinig
steeds constanter - Bifocale bril voor voor comfort zorgen interesse)
wordt comfort - Scheelstand beter
- Wordt vaak gezien zichtbaar bij
na opkijken vanaf moeheid/ ziekte
nabij - Intermitterende
- Vaak gelijke visus esotropie die over
- Soms i.c.m. kan gaan in een
microtropie constante esotropie