Samenvatting Wiskunde A - Simulaties en tellen met de Casio

Simulaties en tellen met de Casio
De Casio kan je behulpzaam zijn bij het bepalen van kansen. Hij kan simulaties van
kansexperimenten uitvoeren en je helpen bij het tellen van mogelijkheden.
Loop eerst het practicum: ‘Basistechnieken Casio’ door.

Inhoud

 Simulaties
 Werpen met dobbelstenen simuleren
 Permutaties en combinaties

, Simulaties
Het werpen met een dobbelsteen kun je simuleren met toevalsgetallen. Bij de Casio vind je de
'randomizer' (toevalsgetallenmaker) zo:

 Druk in je run-matrix achtereenvolgens op:
i, u( ), e(Prob) en q(Ran#).
 Druk nu op l. Er verschijnt nu een
willekeurig getal tussen 0 en 1 op je
scherm. Druk op l voor een nieuw
willekeurig getal.
 Als je geen getal tussen 0 en 1, maar
bijvoorbeeld tussen 0 en 6 wilt, voer je in:
‘Ran# (6)’ en druk je op l.

Meestal heb je echter gehele toevalsgetallen nodig (bijvoorbeeld bij de dobbelsteen de getallen 1 t/m
6). Ook hier heeft de Casio een functie voor.
Het gaat bijna hetzelfde als hierboven:

 Kies in plaats van q(Ran#) voor w(Int).
 Zet tussen de haakjes de onder- en
bovengrens van je willekeurige getal,
gescheiden door een komma. Bij een
dobbelsteen wordt dit dus (1,6).
 Druk op l.
 Als je meer getallen tegelijk wilt, kan je
achter de onder- en bovengrens aangeven
hoeveel getallen je wilt genereren, weer
gescheiden met een komma.

▲