100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Strategisch HRM 22/23

Rating
3.5
(2)
Sold
24
Pages
43
Uploaded on
24-10-2022
Written in
2022/2023

Hier is ie dan, de samenvatting van Strategisch HRM jaar 2. Zoals jullie weten is dit studiejaar (op de HvA) totaal omgegooid en is er niet echt houvast aan samenvattingen van eerdere jaren. Daarom hoop ik jullie te helpen door middel van deze samenvatting. Deze samenvatting is namelijk een complete uitwerking van Strategisch HRM van jaar 2. Wil jij een goed cijfer behalen voor je tentamen? Bekijk dan zeker deze samenvatting! Ik heb hard gewerkt om een goede samenvatting te maken waarin alles van Strategisch HRM zo goed mogelijk wordt uitgelegd, dit heb ik gedaan aan de hand van het toetsmatrijs met de leerdoelen. Alle leerdoelen zijn uitgelegd en onderbouwd aan de hand van de kennisclips, de literatuur en uitleg die gegeven is tijdens de werkcolleges. Misschien een leuk feitje om te benoemen is dat ik tot nu toe al mijn tentamens in 1 keer heb gehaald, mijn samenvattingen lijken dus goed te werken :) Deze overzichtelijke samenvatting is dus een samenvatting van de kennisclips, de verschillende modellen, de literatuur en de leerdoelen. De literatuur die in deze samenvatting zijn toegepast zijn de boeken “Bedrijfskundige aspecten van HRM” (H. 1, 2, 3 t/m 3.2, 4.5, 5 t/m 5.3, 6, 7 t/m 7.2.3 en hoofdstuk 10), “HR Analytics” (H. 2, 3, 5.2 en hoofdstuk 7) en “Praktijkgericht onderzoek” (H. 1, 2.1 en 2.4). Daarnaast zijn uiteraard ook nog de aanvullende linkjes van Brightspace samengevat. Kortom hiermee haal je zeker een goed cijfer!

Show more Read less
Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Summarized whole book?
No
Which chapters are summarized?
Hoofdstuk 1, 2, 3 t/m 3.2, 4.5, 5 t/m 5.3, 6, 7 t/m 7.2.3, 10
Uploaded on
October 24, 2022
Number of pages
43
Written in
2022/2023
Type
Summary

Subjects

Content preview

Week 1
Stakeholder = iedereen die beïnvloed wordt door jouw acties of wiens acties jou beïnvloeden.




Om iedereen betrokken te houden bij je
verandering moet je een duidelijke
boodschap hebben.




Mondialisering = een toenemend proces van economische, culturele en politieke integratie op mondiaal
niveau.

Trends die gepaard gaan met mondialisering: outsourcing, flexibilisering, automatisering, digitalisering,
privatisering, urbanisatie, individualisering en nog een paar andere trends. Deze trends zijn van invloed op
de balans van gedeelde waarden tussen medewerker en organisatie.

Belangrijke maatschappelijke krachten: overheid, markt en burgerlijke samenleving.


Overheid beslist wat er wel en niet mag (maakt wetten en
ziet toe op handhaving hiervan).
Markt creëert toegevoegde waarde voor de maatschappij
door grondstoffen te bewerken tot eindproducten.
Burgerlijke samenleving geeft het sociale verkeer vorm,
bijv. via kerken, vakbonden en sociale media.


Privatisering = het in toenemende mate overlaten van overheidstaken aan de markt.
Deregulering = het terugdringen van het aantal regels en belastingen dat aan het functioneren van de
markt in opgelegd.
Neoliberalisme = de set aan maatregelen van privatisering en deregulering.
Door neoliberalisme is de markt meer vrijgegeven en konden landen internationaal concurreren, gevolg
hiervan is toenemende mondialisering.

Outsourcing/off-shoring = productiewerk wordt naar lagelonenlanden verplaatst. Multinationale
ondernemingen worden hierdoor transnationale organisaties.
Automatisering = werkzaamheden waar voorheen een medewerker voor nodig was, zodanig organiseren
dat de medewerker door technologie overbodig raakt.
Digitalisering = digitale technologieën maken medewerkers overbodig

Door digitalisering, automatisering en outsourcing krijgen organisaties andere structuren. Bedrijven gaan
van een starre organisatie naar een flexibele organisatie.

Tayloristische organisatie = arbeid is op één manier georganiseerd. Het is een vorm die prima functioneert
in een tijdperk van massaproductie, weinig verandering en vooral weinig eisende klanten.

In de besturing van het werken is verplatting en decentralisatie het centrale thema, in de uitvoering van het
werken taakverbreding en taakverdieping. Dit maakt organisaties flexibel en kwalitatief hoogwaardiger.

,Een organisatie bestaat uit 6 delen (Mintzberg):

1. Strategische top
2. Middenmanagement
3. Operationele hart (bijv. productie en uitvoerders die de dienst verlenen)
4. Technische structuur
5. Supportfuncties (zoals schoonmakers)
6. Ideologie (bedrijfscultuur en immateriële zaken als normen en waarden)




Soorten organisaties (Mintzberg):

1. Ondernemende organisatie (nadruk op strategische top)
2. Machinale organisatie (nadruk op technische structuur)
3. Professionele organisatie (nadruk op operationele hart)
4. Diversie-organisatie (nadruk op middenmanagement)
5. Innovatieve organisatie (nadruk op supportfuncties)
6. Missionaire organisaties (nadruk op ideologie – denk aan Apple of Coolblue)
7. Politieke organisatie (gekenmerkt juist door afwezigheid van de overige organisatievormen)

De Tayloristische organisatie is het best te vergelijken met de machinale organisatie, waarin besluitvorming
sterk geformaliseerd en procedureel is.




Type 1 Blue collar work: het Tayloristische werken:

• Massaproducten worden voor een grootschalige markt gemaakt
• Langcyclische waardetoevoeging – er zijn vele bewerkingen nodig voordat een product tot stand
komt
• Omgeving is weinig dynamisch, massaproduct wordt zonder te veel invloed van klanten op de
markt gebracht (product-push)

Type 2 Silver collar work: het moderne productiewerk

• Maatproducten voor individuele klanten
• Er wordt meer gedifferentieerd geproduceerd dan in werktype 1
• Er wordt geproduceerd voor grootschalige, maar vaak geïndividualiseerde markten

, • Waardetoevoeging is langcyclisch
• Omgeving is weinig dynamisch, omdat de productlevenscyclus toch nog vaak meerder jaren beslaat
• Product wordt vaak met invloed van klanten op de markt gebracht, letten op wat de klant wil
bepaalt de overlevingskansen (market-pull)

Type 3 White collar work: massadiensten, McDonald’s-dienstverlening

• Massadiensten worden aan een grote markt geleverd
• Klant niet anoniem, want sprake van dienstverlening. Dienst wordt samen met de klant ‘gemaakt’
• Waardetoevoeging in hoge mate gestandaardiseerd en kortcyclisch
• Efficiency en flexibiliteit zijn van groot belang
• Klant is wispelturig, vraag is lastig in te schatten en de concurrentie is groot
• Controle en beheersing van het werkproces door informatiesystemen is van groot belang
• Klant wil een berekenbaar product tegen een lage prijs en de kwaliteit van dat product moet
voorspelbaar zijn

Type 4 Gold collar work: maatwerk, kennisintensieve dienstverlening

• Maatwerkdiensten worden geleverd voor individuele klatnen
• De vraag is uniek en allesbepalend in de dienst die uiteindelijk geleverd wordt
• Het eindresultaat van de dienstverlening is vaak uniek en niet voorspelbaar
• Standaardisering is gericht op back-office processen en het kennismanagement
• Waardetoevoeging is kortcyclisch
• De klant heeft in hoge mate invloed op de totstandkoming van de dienst
• De talenten van de professional (medewerker) bepalen de kwaliteit van de dienst
• Voorbeelden zijn adviesbureaus (organisatieadviseurs, architecten, fiscalisten) en
onderzoeksinstituten

De opkomst van de bedrijfsinterne arbeidsmarkten ging samen met het ontstaan van een vaste kern van
medewerkers in een organisatie met daaromheen een flexibele schil van personeel. De kerngroep is
samengesteld uit (vooral) hoogopgeleide werknemers in vaste dienst ie een vooropgesteld intern
carrièrepad volgen. Flexibele werknemers doen hun werk in de ‘schil’ van de organisatie. Zij hebben naast
verminderde baanzekerheid ook minder toegang tot training, werken onder slechtere
arbeidsomstandigheden en op wisselende werktijden en krijgen over het algemeen ook minder betaald.
Toegang tot de interne arbeidsmarkt gaat samen aan het lidmaatschap van de kern van een organisatie.

Internalisering = bedrijven hebben een strategie van verticale integratie (opeenvolgende stappen in
productieproces worden in één bedrijf gezet).
De strategie van internalisering maakt de mogelijkheden voor interne baanmobiliteit steeds groter en in
een groeiend aantal grote bedrijven konden werknemers op een gegeven moment hun hele arbeidzame
leven doorbrengen.

Externalisering = bedrijven trekken zich terug op hun kernbezigheden en stoten andere taken af, dit
gebeurde bijvoorbeeld bij de oliecrisis.

De transitionele arbeidsmarkttheorie gaat uit van een individu dat gedurende zijn leven meerdere keuzes
en transities maakt in zijn arbeidsbestaan. Arbeid wordt hier verdeeld over de levensduur van mensen.
Werkgelegenheid wordt voorzien door mensen met behulp van arrangementen op organisatieniveau en/of
wet- en regelgeving in staat te stellen regelmatig transities te maken.

Transities = overgangen van school naar werk en werk naar werk én overgangen van werk naar zorg, van
werk naar uitkering en van werk naar onderwijs.
De transitionele arbeidsmarktbenadering gaat ervan uit dat transities zoveel mogelijk worden gefaciliteerd
door werkgever en overheid.

, Combinatie-arbeidsmarkt = mensen combineren werk met bijvoorbeeld scholing




Tweeverdiensmodel = het kostwinnersmodel (man verdient geld, vrouw zorgt voor gezin) verandert naar
het tweeverdiensmodel wanneer de vrouwen ook gaan werken.

Zaken die als gevolg van identiteit en menselijk kapitaal steeds belangrijker worden:

• Proactief handelen: mensen zullen als gevolg van veranderingen steeds meer zaken in eigen hand
moeten nemen
• Aanpassingsbereidheid: concurrentie vindt plaats op wereldschaal, je moet open staan voor
veranderingen om als bedrijf te blijven ontwikkelen en verbeteren
• Opleidingsniveau: levens lang leren is van belang, kan het verschil maken voor medewerkers
• Competentiemanagement: door snelle veranderingen en verdwijnen van banen is het belangrijker
om in termen van competenties te denken van in termen van inhoudelijke kennis




Op de arbeidsmarkt komt de vraag (werkgelegenheid) en het aanbod (beroepsbevolking) bij elkaar.




Arbeidsmarkt theorieën

Neo-klassieke benadering: hier herken je het meest een markt (wordt gezien als goederenmarkt), de prijs
wordt elke dag opnieuw bepaalt op de arbeidsmarkt. De vraag naar arbeid wordt direct gerelateerd aan de
arbeidsproductiviteit en de omvang en de waarde van geleverde productie. De vraag hangt af van het loon.
Een bedrijf is bereid om een werknemer in dienst te nemen zolang de waarde van de extra productie die hij
maakt opweegt tegen de loonkosten.
Uitganspunten: arbeidsmarkt in homogeen (de arbeid is hetzelfde), ook zijn werknemers inwisselbaar,
mensen weten goed waar het werk te vinden is.

Reviews from verified buyers

Showing all 2 reviews
1 year ago

3 year ago

3.5

2 reviews

5
0
4
1
3
1
2
0
1
0
Trustworthy reviews on Stuvia

All reviews are made by real Stuvia users after verified purchases.

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
HRMstudent2021 Hogeschool van Amsterdam
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
107
Member since
4 year
Number of followers
68
Documents
2
Last sold
2 months ago
HR student

3.9

13 reviews

5
4
4
4
3
5
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions