Samenvatting Scheikunde - Hoofdstuk 9 & 10
Hoofdstuk 9
De verbrandingsvoorwaarden zijn:
Er moet een brandbare stof aanwezig zijn.
Er moet zuurstof aanwezig zijn.
De ontbrandingstemperatuur moet zijn bereikt.
Fossiele brandstoffen hebben naast voordelen ook nadelen. De verbranding van fossiele
brandstoffen is verscheidene redenen slecht voor het milieu. Daarnaast raken de fossiele
brandstoffen op. Er is nog voor 50 jaar aan aardolie, en nog voor 130 jaar aan steenkool. Het
winnen van deze stoffen wordt steeds moeilijker dus ook duurder.
Verschillende energiebronnen:
Biobrandstoffen zijn brandstoffen die gemaakt zijn van (afval) van planten.
Biobrandstoffen kun je onder meer maken van koolzaad, algen, houtsnippers, mest
en gft-afval. Biobrandstoffen bestaan net als fossiele brandstoffen uit organische
stoffen.
Waterstof.
Kernenergie.
Geen brandstof, bijvoorbeeld: zonne-energie, windenergie en waterkracht.
Er zijn vijf manieren waarmee je de snelheid van een chemische reactie kunt vergroten:
Verdelingsgraad.
Concentratie.
Temperatuur.
Katalysator.
Soort stof.
Een explosie ontstaat wanneer de zuurstofconcentratie, de verhouding tussen brandstof en
zuurstof goed is, of de verdelingsgraad van de brandstof groot is.
Reactie tussen twee stoffen vinden altijd plaats in een vaste verhouding. Wanneer een
gasvormig brandbare stof gemengd is met lucht en de verhouding tussen de brandstof en
zuurstof is (bijna) goed, dan is dit een explosief mengsel. Een vonkje is dat al genoeg voor
een explosie.
Knalgas is een mengsel van waterstof en zuurstof in de verhouding 2 : 1. Je hebt dan gassen
(hoogste verdelingsgraad), zuivere (100%) zuurstof en een perfecte reactieverhouding. Dat
zorgt voor een flinke explosie.
H2 + O 2 H2 O
Om een brand te blussen moet je een van de volgende voorwaarden wegnemen:
De brandbare stof verwijderen.
De zuurstoftoevoer afsluiten.
De omgevingstemperatuur verlagen tot onder de ontbrandingstemperatuur.
Ook zijn er verschillende blusmethodes:
Hoofdstuk 9
De verbrandingsvoorwaarden zijn:
Er moet een brandbare stof aanwezig zijn.
Er moet zuurstof aanwezig zijn.
De ontbrandingstemperatuur moet zijn bereikt.
Fossiele brandstoffen hebben naast voordelen ook nadelen. De verbranding van fossiele
brandstoffen is verscheidene redenen slecht voor het milieu. Daarnaast raken de fossiele
brandstoffen op. Er is nog voor 50 jaar aan aardolie, en nog voor 130 jaar aan steenkool. Het
winnen van deze stoffen wordt steeds moeilijker dus ook duurder.
Verschillende energiebronnen:
Biobrandstoffen zijn brandstoffen die gemaakt zijn van (afval) van planten.
Biobrandstoffen kun je onder meer maken van koolzaad, algen, houtsnippers, mest
en gft-afval. Biobrandstoffen bestaan net als fossiele brandstoffen uit organische
stoffen.
Waterstof.
Kernenergie.
Geen brandstof, bijvoorbeeld: zonne-energie, windenergie en waterkracht.
Er zijn vijf manieren waarmee je de snelheid van een chemische reactie kunt vergroten:
Verdelingsgraad.
Concentratie.
Temperatuur.
Katalysator.
Soort stof.
Een explosie ontstaat wanneer de zuurstofconcentratie, de verhouding tussen brandstof en
zuurstof goed is, of de verdelingsgraad van de brandstof groot is.
Reactie tussen twee stoffen vinden altijd plaats in een vaste verhouding. Wanneer een
gasvormig brandbare stof gemengd is met lucht en de verhouding tussen de brandstof en
zuurstof is (bijna) goed, dan is dit een explosief mengsel. Een vonkje is dat al genoeg voor
een explosie.
Knalgas is een mengsel van waterstof en zuurstof in de verhouding 2 : 1. Je hebt dan gassen
(hoogste verdelingsgraad), zuivere (100%) zuurstof en een perfecte reactieverhouding. Dat
zorgt voor een flinke explosie.
H2 + O 2 H2 O
Om een brand te blussen moet je een van de volgende voorwaarden wegnemen:
De brandbare stof verwijderen.
De zuurstoftoevoer afsluiten.
De omgevingstemperatuur verlagen tot onder de ontbrandingstemperatuur.
Ook zijn er verschillende blusmethodes: