Periode 3 – Jolijn Brummelkamp
Articulair bewegen / testen – Bovenste extremiteit
Inhoudsopgave
VT 1.8 TESTEN BEWEEGLIJKHEID EN SPIERKRACHT VAN DE BOVENSTE EXTREMITEIT, POLS/HAND EN ELLEBOOG ...................................................................................................2
VT 1.9 BEÏNVLOEDEN VAN DE BEWEGINGSOMVANG VAN DE GEWRICHTEN VAN DE BOVENSTEN EXTREMITEIT, POLS/HAND ............................................................................... 18
VT 1.7 OEFENINGEN VERZINNEN PER BEWEGING .................................................................................................................................................................................................................. 34
Articulair bewegen & testen – Bovenste extremiteit 1
,Periode 3 – Jolijn Brummelkamp
VT 1.8 Testen beweeglijkheid en spierkracht van de bovenste extremiteit, pols/hand en elleboog
Convex à rol/schuif (niet gelijkgericht) Supinatie en pronatie = 80-90°
Concaaf à schommel/glij (gelijkgericht) Extensie en flexie = 145-150°
Radiaaldeviatie = 15-20°
Angulair à schommel of rol bewegingen Ulnairdeviatie = 40-45°
= ostheokinematisch (beweging in de ruimte) CMC flexie/extensie = 35°/15°
Angulair / translatie à rol+schuif // schommel+glij // rol+spin DIP flexie/extensie = 80°/0-10°
= arthrokinematica PIP flexie/extensie = 100-110°/0-10°
MCP flexie/extensie = 90°/80°
Onderzoek:
§ Eerst kijk je naar de functies
o Elleboog: extensie/flexie, supinatie/pronatie
§ door PT (actief) en door FT (passief) (actief en passief mag niet meer!)
o Letten op:
§ ROM
§ Links/rechts verschillen
§ Eindgevoel
§ bewegingsbeloop
rol van convexe gedeelte is groter dan schuif.
Flexie van elleboog:
§ Schommelbeweging van de radius tov humerus
§ Schommelbeweging van ulna tov humerus
Abductie en adductie in de elleboog is een gedwongen beweging.
Je moet tijdens extensie in de elleboog
§ abduceren en supineren om de elleboog in de slotpositie te krijgen
= conjunct movement
Je elleboog is de asà pols gaat naar abductie tov elleboog
Articulair bewegen & testen – Bovenste extremiteit 2
,Periode 3 – Jolijn Brummelkamp
Het inspecteren van functies in het ellebooggewricht
Onderarm buigen :
proefpersoon staat recht voor je en buigt het onderarm.
Onderarm strekken :
proefpersoon staat recht voor je en strekt het onderarm.
Onderarm draaien naar buiten :
Proefpersoon staat recht voor je, laat hem/haar de elleboog in de zij zetten en dan een draaibeweging maken naar buiten.
Onderarm draaien naar binnen :
Proefpersoon staat recht voor je, laat hem/haar de elleboog in de zij zetten en dan een draaibeweging maken naar binnen.
Inspecteren van functies in ellebooggewricht (bron = docent!!)
Onderarm buigen
Door PT
Dominante hand stopt eerder vanwege meer spieren
Ongeveer 170 graden
Onderarm strekken
Door PT
Abductiecomponent bepalen vanaf ventraal
Hyperextensie component bepalen vanaf lateraal
Door FT
Foto à onderarm naar supinatie brengen
Hard eindgevoel (vanwege bot op bot)
Onderarm draaien naar buiten
Onderarm draaien naar binnen
Supinatie en pronatie
à PT ellebogen in de zij drukken
Uitgangshouding voor strekken
à je test de stabiliteit en de ligemanten
Stug eindgevoel doen ligamenten
Articulair bewegen & testen – Bovenste extremiteit 3
, Periode 3 – Jolijn Brummelkamp
Osteokinematisch testen/meten van functies gericht op art. cubiti en art. radio-ulnare proximaal en distaal (articulair bewegen)
Elleboog
Vaardigheid naam Uitgangshouding PT Bewegingstraject Handvatting Plaatje
Art.cubiti: extensie Ruglig GH: duwende beweging OGN: fixeer de humerus op de
schommelbeweging richting extensie, zonder bank
Elleboog in 30º flexie met ab/adductie in onderarm
de onderarm vrij van de GN: omvat de onderarm vd PT
bank in de middenstand OGH: fixeer humerus op distaal vanaf lateraal met de
van pro/supinatie bank vingers dorsaal en de duim
ventraal op de onderarm
Olecranon mag niet
vastlopen op de bank
gedurende beweging
Buig de arm 30 graden à Draai handpalm naar boven à pas handvatting toe à GH voert de beweging uit
Art.cubiti: flexie Ruglig GH: duwende beweging OGH: fixeer (indien nodig) de
schommelbeweging richting flexie, zonder humerus op de bank
Elleboog in 30º flexie met ab/adducctie in onderarm
de onderarm vrij van de GH: omvat de onderarm vd PT
bank in de middenstand distaal vanaf de dorsale zijde
van pro/supinatie
Buig arm 30 graden in neutrale stand à pas handvatting toe à GH voert de beweging uit
Art cubiti: abductie Ruglig GH: trekkende beweging OGH: omvat de humerus ter
rol/schommelbeweging richting abductie hoogte van de laterale
S=0º flexie Elleboog in 0º flexie met epicondyl vanaf lateraal
Ligamentaire test de onderarm vrij van de OGH: fixeer humerus
bank in de middenstand GH: omvat de onderarm vd PT
van pro/supinatie Controleer of abductie distaal vanaf mediaal met de
uitgevoerd wordt in het vingers dorsaal en de duim
vlak waarin beide ventraal op de onderarm
epicondylen zich bevinden
Schouder 90 graden abductie à arm in gestrekte positie à pas handvatting toe à GH trekt, de OGH duwt
Articulair bewegen & testen – Bovenste extremiteit 4
Articulair bewegen / testen – Bovenste extremiteit
Inhoudsopgave
VT 1.8 TESTEN BEWEEGLIJKHEID EN SPIERKRACHT VAN DE BOVENSTE EXTREMITEIT, POLS/HAND EN ELLEBOOG ...................................................................................................2
VT 1.9 BEÏNVLOEDEN VAN DE BEWEGINGSOMVANG VAN DE GEWRICHTEN VAN DE BOVENSTEN EXTREMITEIT, POLS/HAND ............................................................................... 18
VT 1.7 OEFENINGEN VERZINNEN PER BEWEGING .................................................................................................................................................................................................................. 34
Articulair bewegen & testen – Bovenste extremiteit 1
,Periode 3 – Jolijn Brummelkamp
VT 1.8 Testen beweeglijkheid en spierkracht van de bovenste extremiteit, pols/hand en elleboog
Convex à rol/schuif (niet gelijkgericht) Supinatie en pronatie = 80-90°
Concaaf à schommel/glij (gelijkgericht) Extensie en flexie = 145-150°
Radiaaldeviatie = 15-20°
Angulair à schommel of rol bewegingen Ulnairdeviatie = 40-45°
= ostheokinematisch (beweging in de ruimte) CMC flexie/extensie = 35°/15°
Angulair / translatie à rol+schuif // schommel+glij // rol+spin DIP flexie/extensie = 80°/0-10°
= arthrokinematica PIP flexie/extensie = 100-110°/0-10°
MCP flexie/extensie = 90°/80°
Onderzoek:
§ Eerst kijk je naar de functies
o Elleboog: extensie/flexie, supinatie/pronatie
§ door PT (actief) en door FT (passief) (actief en passief mag niet meer!)
o Letten op:
§ ROM
§ Links/rechts verschillen
§ Eindgevoel
§ bewegingsbeloop
rol van convexe gedeelte is groter dan schuif.
Flexie van elleboog:
§ Schommelbeweging van de radius tov humerus
§ Schommelbeweging van ulna tov humerus
Abductie en adductie in de elleboog is een gedwongen beweging.
Je moet tijdens extensie in de elleboog
§ abduceren en supineren om de elleboog in de slotpositie te krijgen
= conjunct movement
Je elleboog is de asà pols gaat naar abductie tov elleboog
Articulair bewegen & testen – Bovenste extremiteit 2
,Periode 3 – Jolijn Brummelkamp
Het inspecteren van functies in het ellebooggewricht
Onderarm buigen :
proefpersoon staat recht voor je en buigt het onderarm.
Onderarm strekken :
proefpersoon staat recht voor je en strekt het onderarm.
Onderarm draaien naar buiten :
Proefpersoon staat recht voor je, laat hem/haar de elleboog in de zij zetten en dan een draaibeweging maken naar buiten.
Onderarm draaien naar binnen :
Proefpersoon staat recht voor je, laat hem/haar de elleboog in de zij zetten en dan een draaibeweging maken naar binnen.
Inspecteren van functies in ellebooggewricht (bron = docent!!)
Onderarm buigen
Door PT
Dominante hand stopt eerder vanwege meer spieren
Ongeveer 170 graden
Onderarm strekken
Door PT
Abductiecomponent bepalen vanaf ventraal
Hyperextensie component bepalen vanaf lateraal
Door FT
Foto à onderarm naar supinatie brengen
Hard eindgevoel (vanwege bot op bot)
Onderarm draaien naar buiten
Onderarm draaien naar binnen
Supinatie en pronatie
à PT ellebogen in de zij drukken
Uitgangshouding voor strekken
à je test de stabiliteit en de ligemanten
Stug eindgevoel doen ligamenten
Articulair bewegen & testen – Bovenste extremiteit 3
, Periode 3 – Jolijn Brummelkamp
Osteokinematisch testen/meten van functies gericht op art. cubiti en art. radio-ulnare proximaal en distaal (articulair bewegen)
Elleboog
Vaardigheid naam Uitgangshouding PT Bewegingstraject Handvatting Plaatje
Art.cubiti: extensie Ruglig GH: duwende beweging OGN: fixeer de humerus op de
schommelbeweging richting extensie, zonder bank
Elleboog in 30º flexie met ab/adductie in onderarm
de onderarm vrij van de GN: omvat de onderarm vd PT
bank in de middenstand OGH: fixeer humerus op distaal vanaf lateraal met de
van pro/supinatie bank vingers dorsaal en de duim
ventraal op de onderarm
Olecranon mag niet
vastlopen op de bank
gedurende beweging
Buig de arm 30 graden à Draai handpalm naar boven à pas handvatting toe à GH voert de beweging uit
Art.cubiti: flexie Ruglig GH: duwende beweging OGH: fixeer (indien nodig) de
schommelbeweging richting flexie, zonder humerus op de bank
Elleboog in 30º flexie met ab/adducctie in onderarm
de onderarm vrij van de GH: omvat de onderarm vd PT
bank in de middenstand distaal vanaf de dorsale zijde
van pro/supinatie
Buig arm 30 graden in neutrale stand à pas handvatting toe à GH voert de beweging uit
Art cubiti: abductie Ruglig GH: trekkende beweging OGH: omvat de humerus ter
rol/schommelbeweging richting abductie hoogte van de laterale
S=0º flexie Elleboog in 0º flexie met epicondyl vanaf lateraal
Ligamentaire test de onderarm vrij van de OGH: fixeer humerus
bank in de middenstand GH: omvat de onderarm vd PT
van pro/supinatie Controleer of abductie distaal vanaf mediaal met de
uitgevoerd wordt in het vingers dorsaal en de duim
vlak waarin beide ventraal op de onderarm
epicondylen zich bevinden
Schouder 90 graden abductie à arm in gestrekte positie à pas handvatting toe à GH trekt, de OGH duwt
Articulair bewegen & testen – Bovenste extremiteit 4
