Samenvatting kennislab module 2.1
Sprouting: zenuwen dicht bij elkaar leggen bij ruptuur in de hoop dat ze aan elkaar zullen
groeien.
Links zit in het ruggenmerg en de hersenen.
Rechts zit in het perifere zennuwstelsel
In rust heeft een zenuwcel een voltage van -70mV er zijn dus meer Kalium ionen.
,De Natrium-kalium (Na-K) pomp heeft als functie: de natrium ionen in de cel pompen en de
kalium eruit helpen. Dit proces kost wel ATP(energie).
De poorten aangegeven in de afbeelding zijn geen Na-K pompen.
Bij fase 4 zie je dat er een onderschot aan Na-K is. Deze wordt weggewerkt door de Na-K
pomp.
Om het axon zitten
isolatielaag om stroomlek
te voorkomen. Dit laagje
heet myeline, zo’n vezel
heet een gemyeliniseerde
vezel. Deze zorgen ook
voor een verhoogde
snelheid van de
actiepotentialen.
Gemyeliniseerde vezels
kunnen verschillende
diktes hebben, deze
worden voor verschillende
lichaamsdelen gebruikte.
,Synaps zorgt neemt de informatie op, de hoeveelheid afgegeven synapsen zal bepalen of de
zenuw de boodschap moet versturen of niet.
Faciliterende synaps: synaps die voor een hogere voltage binnen de zenuw zorgt.
Inhiberende synaps: Synaps die voor een lagere voltage binnen de zenuw zorgt.
Als de faciliterende synaps meer synapsen afgeeft dan de inhiberende synaps wegneemt zal
er een actiepotentiaal plaats vinden. Deze vindt plaats bij -55mV.
Indelingen van het zenuwstelsel:
• Centrale zenuwstelsel
o Deel binnen het zenuwstelsel dat wordt omringd door botten (ruggenmerg en
hersenen)
• Perifere zenuwstel:
o Alle zenuwen die buiten het centrale zenuwstelsel vallen.
Afferente zenuwen: zenuwen die impulsen naar het centrale zenuwstelsel geleiden.
Efferente zenuwen: zenuwen die impulsen van het centrale zenuwstelsel af geleiden.
• Animale zenuwstelsel: stuurt willekeurige bewegingen aan.
• Autonome zenuwstelsel: stuurt onwillekeurige bewegingen aan zoals de ademhaling
en je hart.
o Orthosympatische zenuwstelsel: sturen acties aan zoals het kloppen van je
hart.
o Parasympatische zenuwstelsel: zorgt voor herstel en rust in het lichaam.
Beide zenuwstelsels hebben afferente en efferente zenuwen.
Area radicularis: verzorgingsgebied van een centrale zenuw
Area nervia: verzorgingsgebied van een perifere zenuw
, Neuromusculaire aandoeningen:
• Perifere zenuwaandoening
▪ Stoornissen in de sensibiliteit
▪ Motoriek kan verstoord zijn zoals een verminderde kracht
▪ Verminderde reflexen
o Deze ga je alle drie onderzoeken door:
▪ Vitale sensabiliteit:
• Fijne tast
• Temperatuur
• Pijnzin
▪ Gnostische sensabiliteit:
• Fijne tast
• Vibratiezin (het vermogen om vibratie te voelen)
• Tweepuntsdiscriminatie (onderscheiden van 2 plekken dat
word aangeraakt)
• Propriocepsis (sensorische vermogen van het menselijk
lichaam)
• Steriognosis (vermogen om met je ogen dicht iets te voelen)
• Aandoeningen van de neuromusculaire overgang
• Spierziekten
Sprouting: zenuwen dicht bij elkaar leggen bij ruptuur in de hoop dat ze aan elkaar zullen
groeien.
Links zit in het ruggenmerg en de hersenen.
Rechts zit in het perifere zennuwstelsel
In rust heeft een zenuwcel een voltage van -70mV er zijn dus meer Kalium ionen.
,De Natrium-kalium (Na-K) pomp heeft als functie: de natrium ionen in de cel pompen en de
kalium eruit helpen. Dit proces kost wel ATP(energie).
De poorten aangegeven in de afbeelding zijn geen Na-K pompen.
Bij fase 4 zie je dat er een onderschot aan Na-K is. Deze wordt weggewerkt door de Na-K
pomp.
Om het axon zitten
isolatielaag om stroomlek
te voorkomen. Dit laagje
heet myeline, zo’n vezel
heet een gemyeliniseerde
vezel. Deze zorgen ook
voor een verhoogde
snelheid van de
actiepotentialen.
Gemyeliniseerde vezels
kunnen verschillende
diktes hebben, deze
worden voor verschillende
lichaamsdelen gebruikte.
,Synaps zorgt neemt de informatie op, de hoeveelheid afgegeven synapsen zal bepalen of de
zenuw de boodschap moet versturen of niet.
Faciliterende synaps: synaps die voor een hogere voltage binnen de zenuw zorgt.
Inhiberende synaps: Synaps die voor een lagere voltage binnen de zenuw zorgt.
Als de faciliterende synaps meer synapsen afgeeft dan de inhiberende synaps wegneemt zal
er een actiepotentiaal plaats vinden. Deze vindt plaats bij -55mV.
Indelingen van het zenuwstelsel:
• Centrale zenuwstelsel
o Deel binnen het zenuwstelsel dat wordt omringd door botten (ruggenmerg en
hersenen)
• Perifere zenuwstel:
o Alle zenuwen die buiten het centrale zenuwstelsel vallen.
Afferente zenuwen: zenuwen die impulsen naar het centrale zenuwstelsel geleiden.
Efferente zenuwen: zenuwen die impulsen van het centrale zenuwstelsel af geleiden.
• Animale zenuwstelsel: stuurt willekeurige bewegingen aan.
• Autonome zenuwstelsel: stuurt onwillekeurige bewegingen aan zoals de ademhaling
en je hart.
o Orthosympatische zenuwstelsel: sturen acties aan zoals het kloppen van je
hart.
o Parasympatische zenuwstelsel: zorgt voor herstel en rust in het lichaam.
Beide zenuwstelsels hebben afferente en efferente zenuwen.
Area radicularis: verzorgingsgebied van een centrale zenuw
Area nervia: verzorgingsgebied van een perifere zenuw
, Neuromusculaire aandoeningen:
• Perifere zenuwaandoening
▪ Stoornissen in de sensibiliteit
▪ Motoriek kan verstoord zijn zoals een verminderde kracht
▪ Verminderde reflexen
o Deze ga je alle drie onderzoeken door:
▪ Vitale sensabiliteit:
• Fijne tast
• Temperatuur
• Pijnzin
▪ Gnostische sensabiliteit:
• Fijne tast
• Vibratiezin (het vermogen om vibratie te voelen)
• Tweepuntsdiscriminatie (onderscheiden van 2 plekken dat
word aangeraakt)
• Propriocepsis (sensorische vermogen van het menselijk
lichaam)
• Steriognosis (vermogen om met je ogen dicht iets te voelen)
• Aandoeningen van de neuromusculaire overgang
• Spierziekten