100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting module 3.1 jaar 2

Rating
4.0
(1)
Sold
7
Pages
95
Uploaded on
19-10-2022
Written in
2022/2023

Complete samenvatting van alle leerstof gedurende module 3.1 van het tweede studiejaar.

Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
October 19, 2022
Number of pages
95
Written in
2022/2023
Type
Summary

Subjects

Content preview

Samenvatting Module 3.1
Perifeer Neurologische Aandoeningen
Theorie 1 2
Neuronen 3
Organisatie van het zenuwstelsel 7
Anatomie van het ruggenmerg 10
Neurofysiologie 13
Neurologische aandoeningen 16
Mononeuropathie 18
Radiculopathie 22
Myelopathie & Neuronopathie 25
Perifeer Neurologisch Onderzoek 26
Herstel na zenuwbeschadiging 31
(Neuropathische) Pijn 36
De hersenen 39
Bewegingsregulatie 49

Theorie 2 50
Bewegingssturingsmodellen 51
Motorisch leren 55
EBP: Evidence Based Practice 58
Coping 60

Specifieke ziektebeelden 61
Entrapment neuropathieën 62
TOS: Thoracic Outlet Syndrome 63
Dwarslaesie 65

Testen 70
Algemene testen 71
Specifieke testen 73

Overzichten 77
Plexussen 78
Dermatomen: area radicularis 80
Myotomen & Kennspieren 81
Perifere zenuwen in arm en hand (+ area nervina) 82
Perifere zenuwen in been en voet (+ area nervina) 85
Perifere zenuwen en innervaties 87
Symptomen bij CZS-letsel 89
Herstelmechanismen na zenuwbeschadiging 90
Perifeer neurologische aandoeningen 91
Soorten pijn 93
De hersenen 95

, Theorie 1

● Neuronen

● Organisatie van het zenuwstelsel

● Anatomie van het ruggenmerg

● Neurofysiologie

● Neurologische aandoeningen

● Mononeuropathie

● Radiculopathie

● Myelopathie & Neuronopathie

● Perifeer Neurologisch Onderzoek

● Herstel na zenuwbeschadiging

● (Neuropathische) Pijn

● De hersenen

● Bewegingsregulatie




1

,Neuronen
Bouw van neuronen
Neuronen bestaan uit 3 delen. Het receptief deel verzamelt
elektrische signalen met behulp van dendrieten (korte
uitlopers) en brengt deze naar het cellichaam, waar de nucleus
en organellen zitten. Vanuit het cellichaam is er een axon
(lange uitloper) die elektrische signalen doorgeeft aan
dendrieten van andere cellen of ‘effector-cellen’. Dit is het
conductief deel. Het transmissief deel is de plek waar het
axon zich splitst in kleinere uitlopers en de signaaloverdracht
plaatsvindt. De uitloper (in de vorm van een axon of dendriet)
van een neuron wordt een neuriet genoemd.

Elektrische lading
De prikkelbaarheid van een neuron wordt bepaald door het
membraanpotentiaal. In rust heeft de binnenkant van een neuron
lading van -70mV. Er geldt:
● [K+] in de cel = groot / [K+] buiten de cel = klein / K+-efflux (cel uit)
● [Na+] in de cel = klein / Na+] buiten de cel = groot / Na+-influx (cel in)

De stroming (flux) van ionen wordt bepaald door:
1. Concentratiegradiënt (verschil in concentratie binnen en buiten de cel)
2. Elektrische gradiënt (verschil in lading binnen en buiten de cel)
3. Permeabiliteit van het membraan

Het membraanpotentiaal wordt gereguleerd door de Na+-K+ pomp,
Sensorische neuronen hebben hun een eiwitstructuur die per keer 3 Na+ ionen buiten de cel en 2
cellichaam buiten het ruggenmerg liggen! K+ ionen de cel binnen brengt. Dit kost energie in de vorm van ATP.


Elektrische signalen
Als een elektrisch signaal een neuron bereikt stroomt er Na+ de cel in. Als er veel prikkels tegelijk of na elkaar
komen stijgt wordt een drempelwaarde (55mV) overschreden en stijgt het membraanpotentiaal van -70mV naar
+30mV (depolarisatie). Vervolgens loopt het potentiaal weer af naar ongeveer -70mV (repolarisatie). Het
potentiaal wordt iets negatiever (-85mV) voordat het weer terugkeert op de rustwaarde (hyperpolarisatie), doordat
de K+-kanalen niet snel genoeg sluiten. Al met al wordt dit het actiepotentiaal genoemd.

Tijdens de periode van hyperpolarisatie zijn sterkere of
meer signalen nodig om een actiepotentiaal te induceren.
Er is dan sprake van een relatieve refractaire periode.

In de absolute refractaire periode zijn er nog te veel
kanalen inactief om opnieuw een depolarisatie te laten
plaatsvinden die de drempelwaarde overschrijdt, waardoor
er nooit een nieuw actiepotentiaal kan ontstaan.

Dus er geldt:
Rust = Na+-kanaal dicht & K+-kanaal dicht
Depolarisatie = Na+-kanaal open & K+-kanaal dicht (Na+ cel in)
Repolarisatie = Na+-kanaal dicht & K+-kanaal open (K+ cel uit)
Hyperpolarisatie = Na+-kanaal dicht & K+-kanaal open



2

, Prikkelvoorwaarden
De drempelwaarde voor een actiepotentiaal kan bereikt worden op 2 manieren:
- summatie van plaats → meer dendrieten die tegelijk een actiepotentiaal ontvangen
- summatie van tijd → worden achter elkaar meer prikkels gegeven


Geleiding
De geleiding van elektrische prikkels via neuronen wordt conductie genoemd. Binnenkomende signalen
verzamelen zich in het piramidevormige gebied waaruit het axon zich ontwikkelt: de axon hillock. Bij het
overstijgen van de drempelwaarde start daar het actiepotentiaal over het axon naar de volgende cel. Er vindt een
soort golf van positieve lading plaats over het axon, wat door de hyperpolarisatie maar in 1 richting kan gaan.

Om snelle geleiding mogelijk te maken zijn de meeste axonen
bedekt met glia-cellen (immuuncellen) genaamd
Schwann-cellen die de stof myeline produceren. Dat stofje
isoleert stukjes van de axonen waardoor insnoeringen ontstaan
genaamd de insnoeringen van Ranvier. Hierdoor kan het
actiepotentiaal ‘springen’ van insnoering naar insnoering.
Geleiding kan onderscheiden worden in:
● Continue geleiding → langzaam (2m/s)
○ bij ongemyeliniseerde axonen
● Saltatoire (sprongsgewijze) geleiding → snel (120m/s)
○ bij gemyeliniseerde axonen
→ Hoe dikker de myelineschede, hoe sneller de geleiding


Soorten vezels
In het lichaam zijn 4 soorten sensorische neuronen te onderscheiden:

Soort Groep Myelineschede-dikte Functionele karakteristieken
Aα groep 1 dikke myelineschede proprioceptie van skeletspieren
A阝 groep 2 gemiddelde myelineschede mechanoreceptoren op de huid
Aδ groep 3 kleine myelineschede pijn en temperatuur
C groep 4 geen myelineschede pijn, temperatuur en jeuk
→ de ongemyeliniseerde vezels zijn vrijwel uitsluitend te gebruiken voor het vegetatieve zenuwstelsel (autonome zenuwstelsel)




Opbouw perifere zenuwen
De opbouw van neuronen is erg vergelijkbaar met de opbouw van spieren. Neuronen rangschikken zich ook in
bundels van zenuwvezels met daaromheen lagen ter bescherming en vormgeving. De buitenste laag is het
epineurium en die omvat meerdere bundels van zenuwvezels (de hele zenuw). Het perineurium omvat 1 bundel
van zenuwvezels (een fascikel). Elke losse zenuwvezel (het axon) wordt omvat door het endoneurium.




3

Reviews from verified buyers

Showing all reviews
3 year ago

4.0

1 reviews

5
0
4
1
3
0
2
0
1
0
Trustworthy reviews on Stuvia

All reviews are made by real Stuvia users after verified purchases.

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
larsklomp Hogeschool van Amsterdam
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
121
Member since
6 year
Number of followers
69
Documents
21
Last sold
2 weeks ago

4.5

15 reviews

5
8
4
6
3
1
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions