Energiewinning - hoe dit instuderen ?
Onderstaande vragen moeten beantwoord kunnen worden : (theorie)
1. Energiewinning versus autotrofe en heterotrofe organismen?
Autotroof:
planten, fotosynthese
= aanmaak v energie met behulp v externe energiebron (zonlicht)
Heterotroof:
mens & dier, geen fotosynthese
= aanmaak v energie met behulp ve afbraakproces v glucose die door voeding opgenomen werd
2. Wat is het verschil tussen assimilatie en dissimilatie?
Dissimilatie
= afbraak v complexe verbindingen in eenvoudige stoffen die vaak energie oplevert
(verbranding van voedselmoleculen) (katabolisme)
Assimilatie
= maken v ingewikkelde stoffen uit eenvoudige stoffen, hier is energie voor nodig
(anabolisme)
3. Wat is het verschil tussen oxydatie en reductie?
Oxidatie:
substraat verliest elektronen
Reductie:
substraat krijgt elektronen toegevoegd
4. Welke twee dehydrogenasen komen voor in het proces van glucoseafbraak?
NAD+ & FAD+
NAD+ (Nicotinamide Adenine Dinucleotide)
Elektron + Waterstof acceptor
Opname waterstof: NADH + H+
Taak: waterstof en elektronen transporteren naar andere plaatsen in de cel
FAD+ (Flavine Adenine Dinucleotide)
Gereduceerd tot FADH2
5. In welke deelreacties kan de aerobe celademhaling opgesplitst worden? Waar in de cel gebeuren deze
deelreacties?
Glycolyse in cytoplasma afbraak v glucose tot pyrodruivenzuur
decarboxylatie + citroenzuurcyclus in mitochondriën (= cyclus van Krebs) : ‘energetische’ tussenreactie
oxidatieve fosforylatie in mitochondriën vrijkomen van de energie (ATP)
6. Wat is het eindresultaat van de glycolyse (dia 20)
+¿ ¿
glucose+2 ADP +2 Pi+ 2 NAD → 2 pyrodruivenzuur +2 ATP+2 NADH +2 H
7. Wat is het verband tussen ADP en ATP?
ATP = gevormd uit ADP (ADP + Pi ATP)
1
, 8. Wat gebeurt er tijdens de decarboxylatie? Wat is het eindresultaat? (dia 22)
Decarboxilatie = afsplitsen v CO2
Pyrodruivenzuur in mitochondrion: oxidatie tot CO 2
Resterende C-groepen worden geoxideerd: azijnzuur
Co-enzym A + azijnzuur Acetyl CoA
Netto opbrengst:
2 NADH + 2H+ - 2 Acetyl-CoA - 2CO2
9. Verklaar de naam ‘citroenzuurcyclus’?
= Krebcyclus
Acetyl-Co-A reageert met oxaalazijnzuur vorming v citroenzuur, waarbij het co-
enzym A weer vrijkomt. Dit is de start ve cyclische reactieketen waarbij via verschillende
tussenproducten weer oxaalazijnzuur gevormd wordt. Dit kan dan weer met co-enzym A
reageren, waarna een nieuwe cyclus start.
10. Wat is het eindresultaat van de citroenzuurcyclus (dia 24)
Netto opbrengst:
6 NADH+6H+, 2 FADH2 4CO2 2 ATP
11. Wat is het voorlopige resultaat van de glycolyse + decarboxylatie + citroenzuurcyclus (dia 26)
‘voorlopig resultaat’ = 4 ATP per molecule glucose
De glycolyse levert 2 moleculen op en de Krebscyclus eveneens 2 moleculen.
De resterende energie is nog gebonden als NADH + H + en FADH2.
12. Wat is het doel van de oxidatieve fosforylatie?
Voldoende energie vrijmaken om via een elektronentransportketen ATP te vormen.
13. Wat is de totale netto-opbrengst van de aerobe ademhaling (dia 33)
Vanuit glycolyse: 2 ATP
Vanuit citroenzuurcyclus: 2 ATP
Vanuit oxydatieve fosforylatie: 34 ATP
C 6 H 12 O6 +O2 →6 CO 2 +6 H 2 O+38 ATP
2
Onderstaande vragen moeten beantwoord kunnen worden : (theorie)
1. Energiewinning versus autotrofe en heterotrofe organismen?
Autotroof:
planten, fotosynthese
= aanmaak v energie met behulp v externe energiebron (zonlicht)
Heterotroof:
mens & dier, geen fotosynthese
= aanmaak v energie met behulp ve afbraakproces v glucose die door voeding opgenomen werd
2. Wat is het verschil tussen assimilatie en dissimilatie?
Dissimilatie
= afbraak v complexe verbindingen in eenvoudige stoffen die vaak energie oplevert
(verbranding van voedselmoleculen) (katabolisme)
Assimilatie
= maken v ingewikkelde stoffen uit eenvoudige stoffen, hier is energie voor nodig
(anabolisme)
3. Wat is het verschil tussen oxydatie en reductie?
Oxidatie:
substraat verliest elektronen
Reductie:
substraat krijgt elektronen toegevoegd
4. Welke twee dehydrogenasen komen voor in het proces van glucoseafbraak?
NAD+ & FAD+
NAD+ (Nicotinamide Adenine Dinucleotide)
Elektron + Waterstof acceptor
Opname waterstof: NADH + H+
Taak: waterstof en elektronen transporteren naar andere plaatsen in de cel
FAD+ (Flavine Adenine Dinucleotide)
Gereduceerd tot FADH2
5. In welke deelreacties kan de aerobe celademhaling opgesplitst worden? Waar in de cel gebeuren deze
deelreacties?
Glycolyse in cytoplasma afbraak v glucose tot pyrodruivenzuur
decarboxylatie + citroenzuurcyclus in mitochondriën (= cyclus van Krebs) : ‘energetische’ tussenreactie
oxidatieve fosforylatie in mitochondriën vrijkomen van de energie (ATP)
6. Wat is het eindresultaat van de glycolyse (dia 20)
+¿ ¿
glucose+2 ADP +2 Pi+ 2 NAD → 2 pyrodruivenzuur +2 ATP+2 NADH +2 H
7. Wat is het verband tussen ADP en ATP?
ATP = gevormd uit ADP (ADP + Pi ATP)
1
, 8. Wat gebeurt er tijdens de decarboxylatie? Wat is het eindresultaat? (dia 22)
Decarboxilatie = afsplitsen v CO2
Pyrodruivenzuur in mitochondrion: oxidatie tot CO 2
Resterende C-groepen worden geoxideerd: azijnzuur
Co-enzym A + azijnzuur Acetyl CoA
Netto opbrengst:
2 NADH + 2H+ - 2 Acetyl-CoA - 2CO2
9. Verklaar de naam ‘citroenzuurcyclus’?
= Krebcyclus
Acetyl-Co-A reageert met oxaalazijnzuur vorming v citroenzuur, waarbij het co-
enzym A weer vrijkomt. Dit is de start ve cyclische reactieketen waarbij via verschillende
tussenproducten weer oxaalazijnzuur gevormd wordt. Dit kan dan weer met co-enzym A
reageren, waarna een nieuwe cyclus start.
10. Wat is het eindresultaat van de citroenzuurcyclus (dia 24)
Netto opbrengst:
6 NADH+6H+, 2 FADH2 4CO2 2 ATP
11. Wat is het voorlopige resultaat van de glycolyse + decarboxylatie + citroenzuurcyclus (dia 26)
‘voorlopig resultaat’ = 4 ATP per molecule glucose
De glycolyse levert 2 moleculen op en de Krebscyclus eveneens 2 moleculen.
De resterende energie is nog gebonden als NADH + H + en FADH2.
12. Wat is het doel van de oxidatieve fosforylatie?
Voldoende energie vrijmaken om via een elektronentransportketen ATP te vormen.
13. Wat is de totale netto-opbrengst van de aerobe ademhaling (dia 33)
Vanuit glycolyse: 2 ATP
Vanuit citroenzuurcyclus: 2 ATP
Vanuit oxydatieve fosforylatie: 34 ATP
C 6 H 12 O6 +O2 →6 CO 2 +6 H 2 O+38 ATP
2