100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Literatuur samenvatting Sociaal-culturele Context (SOW-PWB2260)

Rating
-
Sold
2
Pages
13
Uploaded on
11-10-2022
Written in
2022/2023

Literatuur samenvatting Sociaal-culturele context 2022. Alle artikelen van de literatuur die behoren bij de tentamenstof zijn samengevat.

Institution
Course









Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
October 11, 2022
Number of pages
13
Written in
2022/2023
Type
Summary

Subjects

Content preview

Literatuursamenvatting – Sociaal culturele context

College 1 – Inleiding vak; belang van diversiteiten, normativiteit in de
gedragswetenschappen
De Jong (2010) – Van de inferieure frontaalkwab van de inboorling tot
culturele neurowetenschap: anderhalve eeuw psychopathologie en cultuur
4 perspectieven over het denken over psychopathologie
1. Het dichotome perspectief: De grote psychiatrie was biologisch, terwijl andere gedragingen
(onbegrijpelijk/bizarre) werden beschouwd als exotische cultuurvarianten.
Kraepelin  klinisch beeld van psychose wees op een universele aandoening en hij schreef
specifieke uitingen toe aan een gebrekkige intellectuele ontwikkeling.
- Cultuurgebonden syndromen
2. Het continuüm perspectief: we zijn genoodzaakt om interdisciplinair te kijken naar deze
complexe interacties. Bij psychische aandoeningen spelen cultuurspecifieke en universele
componenten een rol.
3. Het spectrum perspectief: sommige elementen van psychopathologie kunnen goed vanuit et
biologische perspectief verklaard worden en andere elementen vanuit het cultuurspecifieke
perspectief.
Groeps-superego= de socialisatie van het zelf draait om verbondenheid, de relatie met
anderen en groeps- en sociale controle.
4. Het culturele neurowetenschap perspectief: wederzijdse interactie van neurobiologie en
cultuur  het gaat hier om de invloed van culturele karakteristieken en tegelijkertijd om de
wijze waarop neurobiologische mechanismen de transmissie van culturele trekken
faciliteren.
Genetica en culturele psychologie en psychiatrie hebben kritiek op classificatie.
De culturele wetenschap zal helpen de oude dichotomie tussen biologie en cultuur tussen
fenotype (nature) en genotype (nurture) definitief achter te laten.

Fassaert et al. (2009) – Perceived need for mental health care among non-
western labour migrants
Objective need= de daadwerkelijke verschillende oorzaken die problematiek veroorzaken  vaak
gemeten door westerse meetinstrumenten, niet cultureel aangepast.
Perceived need= of de respondent volgens diens eigen perspectief vindt dat hij/zij hulp nodig heeft.
 behoefte aan verschillende soorten interventie
Discordance= doordat de perceived need slechts deels of niet vervuld wordt, ontstaat er een gat
tussen verwachtingen.

Barrières in het zoeken naar hulp zijn:
- Alternate provision: ik kreeg hulp van een andere bron
- Stigma: ik was bang om hulp te vragen en wat anderen daarover denken
- Pessimism: ik dacht niet dat iets kon helpen
- Self-reliance: ik doe het liever zelf  komt het vaakst voor
- Ignorance: ik weet niet waar ik hulp moet zoeken
- Non-response: ik vroeg het, maar kreeg de hulp niet
De grootste verschillen tussen migranten en Nederlanders om geen hulp te vragen, zijn alternatieve
voorziening (bij NL hoger) en pessimisme (bij migranten hoger).

Henrich, Heine, & Norenzayan (2010). The weirdest people in the world?
WEIRD (Western, educated, Industrialized, Rich and Democratic societies).

, Database van onderzoeken geeft geen goede weerspiegeling van de mensheid. Je kan met de
resultaten daarom geen universele theorie maken. Wanner is het wel veilig om te generaliseren van
1 steekgroep naar een hele soort?
- Er moeten goede empirische redenen bestaan die aantonen dat binnen een populatie
weinig verschil zit
- De onderzochte persoon moet in het midden zitten van een menselijke verdeling

Visie is niet gelijk bij iedereen, verschilt tussen populaties; kinderen en Afrikaanse studenten zitten
allebei aan het uiteinde van de verdeling; daarom belang onderzoek naar de aard van psychologische
processen.

Contrast 1: geïndustrialiseerde samenleving VS kleinschalige samenlevingen
Het ultimatumspel: 2 mensen, 1 zet bedrag in en krijgen beide alleen geld als de ander ook akkoord
gaat  eerlijkheid wordt beïnvloed door de reputatie van mensen.
Mensen uit een geïndustrialiseerde samenleving regelen voornamelijk de menselijke distributie.
Mensen uit kleinere samenlevingen het tegenovergestelde, deden vaak slechte aanbiedingen, die
ook niet werden afgewezen.
Wanneer de populatie groter is, zal een bod eerder worden afgewezen.
 Er is geen universele conclusie te trekken uit dit experiment!

Het bestuderen van de cognitieve ontwikkeling van volksbiologie bij stadskinderen is gelijkwaardig
van het bestuderen van ‘normale’ lichamelijke groei bij ondervoede kinderen. Stadskinderen weet
veel minder over biologie/natuur.

Het doel bij het benadrukken van verschillen in het onderzoek is om te laten zien:
- Hoe eigenaardig geïndustrialiseerde proefpersonen zijn, gezien de omgeving waar ze in
opgroeien
- Hoe moeilijk het is om zonder kennis vooraf te kunnen zeggen hoe aspecten zich gaan
ontwikkelen onder verschillende delen van de mensheid wanneer het meeste onderzoek
wordt uitgevoerd bij WEIRD-mensen

Egocentrisme= vanuit zichzelf kijken  NL, Engels en Japans
Allocentrisme= geografisch kijken  biologische voorkeur voor deze, beïnvloed door taal en cultuur

 Maar er zijn natuurlijk wel ook overeenkomsten: perceptuele illusies, waarnemen van kleur,
emotionele expressie, false believe task, analoog rekenen, sociale relaties, psychologisch
essentialisme

Contrast 2: westerse VS niet-westerse samenlevingen
De mate waarin mensen zichzelf zien op een manier die vergelijkbaar is met onafhankelijke of
onderling afhankelijke zelfbeelden/polen, heeft aanzienlijke gevolgen voor de verscheidenheid aan
emoties, cognities en motivaties. Westerlingen hebben meer onafhankelijke zelfbeelden dan niet-
westerlingen.  denken positiever over zichzelf  keuzebeleving is minder vaak en minder
zorgwekkend bij niet-westerse populaties  motivaties voor conformiteit (overeenstemmingen) zijn
zwakker in westerse samenlevingen.

Holistisch denken: oriëntatie op de context/veld als geheel, met aandacht voor relaties tussen een
focus object en het veld.  associatief  gelijkenis en contiguïteit  meer gewaardeerd in Oost-
Aziatische contexten
Analytisch denken: een onthechting van objecten uit contexten, een neiging om zich te concentreren
op de attributen van een object en een voorkeur voor het gebruik van categorische regels om gedrag

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
MaaikeW1 Radboud Universiteit Nijmegen
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
71
Member since
4 year
Number of followers
49
Documents
23
Last sold
8 months ago

4.3

6 reviews

5
4
4
1
3
0
2
1
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions