Bedrijfseconomie - Thema 1
Werk – Hoofdstuk 1
Waarom werken mensen?
Redenen om te werken:
Geld
Structuur
Sociale contacten
Ontplooiing (ontwikkeling kwaliteiten)
Zelfwaardering en zelfrespect
Door te werken dragen mensen bij aan de economische groei en welvaart van het land,
zo houden ze de economie draaiende. Mensen integreren in de samenleving als ze
werken, zo krijgen ze meer begrip voor elkaar.
Iedereen die werkt betaald inkomstenbelasting. Dit is een belangrijke inkomstenbron
voor de overheid. Inkomstenbelasting wordt gebruikt voor, wegen en bruggen, uitkering
zieke mensen.
Soorten werk
Werknemer: als je voor een baas werkt
Werkgever: persoon of organisatie voor wie je werkt
Betaalde arbeid: werken voor een vergoeding (loon)
Als werknemer ben je vaak in loondienst, je verricht arbeid in ruil voor loon.
Je kan ook loon in natura krijgen (korting op producten, auto van de zaak voor privé
gebruik)
Ondernemer: iemand met eigen bedrijf, verdiend geld als zijn bedrijf winst maakt.
Winst: verschil tussen opbrengst en de kosten die het bedrijf maakt
Onbetaalde arbeid: werk waar geen betaling tegen over staat (verzorging familie,
vrijwilligerswerk)
Stage: werk om praktijk ervaring op te doen tijdens opleiding.
Stagevergoeding
Onbetaald
Stagiair: iemand die stage loopt.
Formele arbeid: werk dat door de overheid wordt geregistreerd. Hierover wordt
belasting betaald (loondienst, geregistreerd vrijwilligerswerk, stage).
Informele arbeid: niet geregistreerde arbeid. Hierover wordt geen belasting betaald
(verbouwing huis, verzorgen familie, zwartwerk). Zwartwerken is verboden.
Pagina 1
Werk – Hoofdstuk 1
Waarom werken mensen?
Redenen om te werken:
Geld
Structuur
Sociale contacten
Ontplooiing (ontwikkeling kwaliteiten)
Zelfwaardering en zelfrespect
Door te werken dragen mensen bij aan de economische groei en welvaart van het land,
zo houden ze de economie draaiende. Mensen integreren in de samenleving als ze
werken, zo krijgen ze meer begrip voor elkaar.
Iedereen die werkt betaald inkomstenbelasting. Dit is een belangrijke inkomstenbron
voor de overheid. Inkomstenbelasting wordt gebruikt voor, wegen en bruggen, uitkering
zieke mensen.
Soorten werk
Werknemer: als je voor een baas werkt
Werkgever: persoon of organisatie voor wie je werkt
Betaalde arbeid: werken voor een vergoeding (loon)
Als werknemer ben je vaak in loondienst, je verricht arbeid in ruil voor loon.
Je kan ook loon in natura krijgen (korting op producten, auto van de zaak voor privé
gebruik)
Ondernemer: iemand met eigen bedrijf, verdiend geld als zijn bedrijf winst maakt.
Winst: verschil tussen opbrengst en de kosten die het bedrijf maakt
Onbetaalde arbeid: werk waar geen betaling tegen over staat (verzorging familie,
vrijwilligerswerk)
Stage: werk om praktijk ervaring op te doen tijdens opleiding.
Stagevergoeding
Onbetaald
Stagiair: iemand die stage loopt.
Formele arbeid: werk dat door de overheid wordt geregistreerd. Hierover wordt
belasting betaald (loondienst, geregistreerd vrijwilligerswerk, stage).
Informele arbeid: niet geregistreerde arbeid. Hierover wordt geen belasting betaald
(verbouwing huis, verzorgen familie, zwartwerk). Zwartwerken is verboden.
Pagina 1
