Theorie heelkunde / leerstofoverzicht bekijken
1. Ulcus cruris
Ulcus cruris:
- ‘Open been’
- Meestal bij pt tussen 70 en 80 jaar in een ambulante setting -> hoe ouder, hoe meer
kans
- Het is vaak een chronische wonde die maanden tot jaren kan openblijven. Recidieven
komen veel voor.
- Vnl behandeling: compressietherapie en voldoende beweging.
= is een chronische wonde aan het onderbeen die ontstaat bij patiënten met chronische
veneuze insufficiëntie (85-90%) of met arteriële insufficiëntie. In sommige gevallen is het een
gemengde vorm.
Fysiopathologie*
Veneus ulcus cruris Arterieel ulcus cruris
Chronische veneuze insufficiëntie Verminderde arteriële doorbloeding
= stuwing in de veneuze circulatie door: = komt voor bij:
1. Het tekortschieten van de veneuze spierpomp 1. Pt met atherosclerose
2. Het niet goed functioneren van de kleppen in de 2. Pt met hypertensie
venen. Door:
Verschillende afwijkingen 1. Vernauwing van de bloedvaten -> te weinig
zuurstof en voedingsstoffen voor de weefsels ->
= kan ontwikkelen in: sterven af
1. Oppervlakkig veneus systeem = komt voor bij
2. Diep veneus systeem 1. pt met een obstructie van de arteriën
3. Geperforeerd veneus systeem Door:
1. Stollingsstoornissen
= belangrijkste oorzaken van veneuze pathologie: 2. Cholesterolembolie
1. Reflux in de venen tgv onvoldoende werking van 3. Vasculitis
kleppen bv. varices
2. Obstructie van de diepe kuitvenen bv. trombose Soms verschillende oorzaken tegelijk
3. Slecht/niet functioneren van kuitspieren bv.
parese
Klinische tekenen*
Veneus probleem:
1. Oedeem
= vroeg + essentieel symptoom van CVI
= ontstaat doordat de capillaire filtratie snel toeneemt tgv verhoogde capillaire druk
aan veneuze zijde waardoor evenwicht in capillair bed is verstoord -> vocht treedt uit
de bloedbaan -> lymfevaten nemen over -> raken overbelast -> vocht blijft ophopen
in weefsels.
= risicoplaatsen: onderbeen en voet
,2. Varices/spataders
= oppervlakkige venen waarvan de kleppen niet goed sluiten -> bloed stroomt door
zwaartekracht naar beneden ipv hart -> druk in venen neemt toe -> venen zetten uit
-> afvalstoffen stapelen zich op
= symptomen: zware vermoeide benen, zwelling/oedeem, pijn, nachtelijke krampen,
onrustige benen (restless legs)
= na verloop van tijd: huidveranderingen of zelfs wonden die moeilijk genezen
3. Hyperpigmentatie
= ontstaan van bruine vlekken door uittreden en door afbraak van erytrocyten uit
bloedbaan oiv overdruk. Door afbraak van erytrocyten komt ijzer vrij.
4. Hypostatisch eczeem/hypodermitis
= door oedeem kan de huid vurig rood worden en glanzen. Soms vormen er zich ook
blaren.
= ontstaat door eiwitten die uit bloedbaan lekken naar ruimte tussen de cellen gaan
-> hierdoor ontstekingsreactie.
= na verloop van tijd: de huid is dunner en kwetsbaarder
5. Induratie
= plaatselijke verharding van weefsel door vorming van bindweefsel
6. Corona phlebectatica paraplantaris
= veneuze ectasieën aan de mediale voetrand die ontstaan zijn oiv verhoogde druk in
de venen.
= vaatafwijkingen zichtbaar in vroeg stadium
= synoniem: ankle flare
7. Atrofie blanche
= veranderd huidgebied met depigmentatie dat witte kleur geeft.
= door stollingen in het capillair bed, verdwijnt het grootste deel van de capillairen in
de huid -> weefsel-zuurstofspanning is laag -> deze gebieden zijn erg kwetsbaar.
= minimaal trauma -> ulcus
8. Lipodermatosclerose
= symptoom in vergevorderd stadium van CVI, door chronische stuwing
= dmv ontsteking is er littekenvorming in onderhuids bindweefsel -> sclerose
(verharding) en inkrimping van het weefsel.
= vooral thv enkel
= synoniem: flessenhalsfenomeen
= gemakkelijk ontstaan van ulceraties
9. Uitzicht van de wonde
= groot
= wondbodem: geel en rozerood
= veel wondvocht produceren door oedeem
= oppervlakkige wonde en geen afgelijnde wondrand.
, 10. Pijn
= indien pijn: mild en neemt af bij hoogstand van lidmaat.
= pijn kan ook door allergie verband of infectie
= pijn vnl bij verbandwissel en wondmanipulatie
11. Lokalisatie
= rondom enkel en in gebied tussen enkel en begin kuitspier
Arterieel probleem:
1. Arteriële pulsaties
= moeilijk of niet te voelen
2. Huidafwijkingen
Symptomen:
- Koude voeten
- Rood bij neerhangen, wit bij omhooghouden en in rust vlekkerige roodheid huid
(vooral aan tenen)
- Soms oedeem
- Huid is dun, droog en glad
- Beharing is verminderd/afwezig
3. Lokalisatie
= op slecht doorbloede plaatsen/ plaatsen onderhevig aan druk- en schuifkrachten
(voetrug, voetrand, scheenbeen, onder nagelplaat teen, tenen en hielen)
4. Uitzicht van de wonde
= diep
= weinig wondvocht door slechte bloedvoorziening
= wondbodem: geel en necrose (indien pezen en gewricht bloot: diepere necrose)
= afgelijnde wondranden
5. Pijn
= veel nachtelijke pijn in benen en voeten
= beter als men lidmaat laat afhangen
Risicofactoren*
Veneuze insufficiëntie
Klepdysfunctie Obesitas, tromboflebitis, beentrauma,
trombofiele aandoeningen
Spierdysfunctie Sedentaire levensstijl, langdurig rechtstaan,
oudere leeftijd, musculoskeletale
aandoeningen
Negatieve invloed op genezing Diabetes, roken, malnutritie, plots
gewichtsverlies, medicatie
Negatieve invloed op behandeling Weinig activiteit en mobiliteit,
1. Ulcus cruris
Ulcus cruris:
- ‘Open been’
- Meestal bij pt tussen 70 en 80 jaar in een ambulante setting -> hoe ouder, hoe meer
kans
- Het is vaak een chronische wonde die maanden tot jaren kan openblijven. Recidieven
komen veel voor.
- Vnl behandeling: compressietherapie en voldoende beweging.
= is een chronische wonde aan het onderbeen die ontstaat bij patiënten met chronische
veneuze insufficiëntie (85-90%) of met arteriële insufficiëntie. In sommige gevallen is het een
gemengde vorm.
Fysiopathologie*
Veneus ulcus cruris Arterieel ulcus cruris
Chronische veneuze insufficiëntie Verminderde arteriële doorbloeding
= stuwing in de veneuze circulatie door: = komt voor bij:
1. Het tekortschieten van de veneuze spierpomp 1. Pt met atherosclerose
2. Het niet goed functioneren van de kleppen in de 2. Pt met hypertensie
venen. Door:
Verschillende afwijkingen 1. Vernauwing van de bloedvaten -> te weinig
zuurstof en voedingsstoffen voor de weefsels ->
= kan ontwikkelen in: sterven af
1. Oppervlakkig veneus systeem = komt voor bij
2. Diep veneus systeem 1. pt met een obstructie van de arteriën
3. Geperforeerd veneus systeem Door:
1. Stollingsstoornissen
= belangrijkste oorzaken van veneuze pathologie: 2. Cholesterolembolie
1. Reflux in de venen tgv onvoldoende werking van 3. Vasculitis
kleppen bv. varices
2. Obstructie van de diepe kuitvenen bv. trombose Soms verschillende oorzaken tegelijk
3. Slecht/niet functioneren van kuitspieren bv.
parese
Klinische tekenen*
Veneus probleem:
1. Oedeem
= vroeg + essentieel symptoom van CVI
= ontstaat doordat de capillaire filtratie snel toeneemt tgv verhoogde capillaire druk
aan veneuze zijde waardoor evenwicht in capillair bed is verstoord -> vocht treedt uit
de bloedbaan -> lymfevaten nemen over -> raken overbelast -> vocht blijft ophopen
in weefsels.
= risicoplaatsen: onderbeen en voet
,2. Varices/spataders
= oppervlakkige venen waarvan de kleppen niet goed sluiten -> bloed stroomt door
zwaartekracht naar beneden ipv hart -> druk in venen neemt toe -> venen zetten uit
-> afvalstoffen stapelen zich op
= symptomen: zware vermoeide benen, zwelling/oedeem, pijn, nachtelijke krampen,
onrustige benen (restless legs)
= na verloop van tijd: huidveranderingen of zelfs wonden die moeilijk genezen
3. Hyperpigmentatie
= ontstaan van bruine vlekken door uittreden en door afbraak van erytrocyten uit
bloedbaan oiv overdruk. Door afbraak van erytrocyten komt ijzer vrij.
4. Hypostatisch eczeem/hypodermitis
= door oedeem kan de huid vurig rood worden en glanzen. Soms vormen er zich ook
blaren.
= ontstaat door eiwitten die uit bloedbaan lekken naar ruimte tussen de cellen gaan
-> hierdoor ontstekingsreactie.
= na verloop van tijd: de huid is dunner en kwetsbaarder
5. Induratie
= plaatselijke verharding van weefsel door vorming van bindweefsel
6. Corona phlebectatica paraplantaris
= veneuze ectasieën aan de mediale voetrand die ontstaan zijn oiv verhoogde druk in
de venen.
= vaatafwijkingen zichtbaar in vroeg stadium
= synoniem: ankle flare
7. Atrofie blanche
= veranderd huidgebied met depigmentatie dat witte kleur geeft.
= door stollingen in het capillair bed, verdwijnt het grootste deel van de capillairen in
de huid -> weefsel-zuurstofspanning is laag -> deze gebieden zijn erg kwetsbaar.
= minimaal trauma -> ulcus
8. Lipodermatosclerose
= symptoom in vergevorderd stadium van CVI, door chronische stuwing
= dmv ontsteking is er littekenvorming in onderhuids bindweefsel -> sclerose
(verharding) en inkrimping van het weefsel.
= vooral thv enkel
= synoniem: flessenhalsfenomeen
= gemakkelijk ontstaan van ulceraties
9. Uitzicht van de wonde
= groot
= wondbodem: geel en rozerood
= veel wondvocht produceren door oedeem
= oppervlakkige wonde en geen afgelijnde wondrand.
, 10. Pijn
= indien pijn: mild en neemt af bij hoogstand van lidmaat.
= pijn kan ook door allergie verband of infectie
= pijn vnl bij verbandwissel en wondmanipulatie
11. Lokalisatie
= rondom enkel en in gebied tussen enkel en begin kuitspier
Arterieel probleem:
1. Arteriële pulsaties
= moeilijk of niet te voelen
2. Huidafwijkingen
Symptomen:
- Koude voeten
- Rood bij neerhangen, wit bij omhooghouden en in rust vlekkerige roodheid huid
(vooral aan tenen)
- Soms oedeem
- Huid is dun, droog en glad
- Beharing is verminderd/afwezig
3. Lokalisatie
= op slecht doorbloede plaatsen/ plaatsen onderhevig aan druk- en schuifkrachten
(voetrug, voetrand, scheenbeen, onder nagelplaat teen, tenen en hielen)
4. Uitzicht van de wonde
= diep
= weinig wondvocht door slechte bloedvoorziening
= wondbodem: geel en necrose (indien pezen en gewricht bloot: diepere necrose)
= afgelijnde wondranden
5. Pijn
= veel nachtelijke pijn in benen en voeten
= beter als men lidmaat laat afhangen
Risicofactoren*
Veneuze insufficiëntie
Klepdysfunctie Obesitas, tromboflebitis, beentrauma,
trombofiele aandoeningen
Spierdysfunctie Sedentaire levensstijl, langdurig rechtstaan,
oudere leeftijd, musculoskeletale
aandoeningen
Negatieve invloed op genezing Diabetes, roken, malnutritie, plots
gewichtsverlies, medicatie
Negatieve invloed op behandeling Weinig activiteit en mobiliteit,