100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

samenvatting vertaalwetenschap deel van MUS

Rating
-
Sold
-
Pages
25
Uploaded on
26-09-2022
Written in
2021/2022

Samenvatting van alle lessen en powerpoints van vertaalwetenschap

Institution
Course










Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
September 26, 2022
Number of pages
25
Written in
2021/2022
Type
Summary

Subjects

Content preview

1. Jakobson

 Linguïstisch perspectief (voor het ontstaan van de vertaalwetenschap)
 Invloed van Saussure: Lange vs Parole
-Langue is het taalsysteem, de regels, grammatica, syntaxis
- Parole hoe de taal gebruikt wordt in de praktijk, wat met daar mee doet

Binnen de langue heb je verschillende tekens (le signe), het teken is samengesteld uit
- signifiant: klankbeeld wat u hoort
- signifie: de betekenis ervan

-> Verband tussen signifiant en signifie is arbitrair-> er is geen enkele reden
waarom bv dier hond, hond wordt genoemd

Waarom betekenis gekoppeld wordt aan klankbeeld is arbitrair(! Behalve
onomatopee, kukeleku). Letters verwijzen op een willekeurige manier naar de
betekenis.

 Jakobson zegt: betekenis is een vorm van vertaling binnen dezelfde taal: intralinguaal
(vb kaas is, definitie kaas)

 Bij interlinguaal is er geen equivalentie tussen code units (aparte woordjes): vb kaas
kan van alles zijn ook platte kaas in het Nederlands, in het Russisch syr zit de platte
kaas er niet in vervat. -> kaas is breder in het Engels of Nederlands dan in het
Russisch

Is het een probleem dat beide woorden niet overlappen? Hangt af van je visie op
taal:

Voor een taalrelativist is dit een probleem: de taal die je gebruikt bepaalt je blik op
de wereld vb eskimos, inuits hebben veel woorden voor wit -> doordat ze zo’n
verfijnd vocabularium hebben gaan ze die verfijndere tinten zien en doordat wij die
woorden niet hebben gaan wij al die tinten niet kunnen zien.

Voor een taaluniversalist is dit geen probleem: er bestaan manieren om uit te leggen
aan de hand van andere woorden wat je bedoelt, je kan het omschrijven, ook al is er
geen een op een overeenkomst tussen kaas en syr dat betekent niet dat vertaling
onmogelijk zou zijn, je kan leenwoorden gebruiken, uitleg toevoegen. (Jakobson)


-> Voor Jakobson is vertalen bijna altijd mogelijk behalve niet bij poëzie, hierbij is de
specifieke vertaling van woorden nodig. De vorm is belangrijk om de inhoud te
begrijpen. Hier spreekt hij liever over creative transposition dan over vertalen.

,2. Nida

 Bekend geworden vanaf 1940 vooral door Bijbelvertaling
 Boek 1964: Toward a Sience of Translating
 Evolutie die je kan zien: ambitie om van vertaling een wetenschap te maken, iets
objectiefs-> Nida geeft een eerste aanzet.
 Nida wordt nog steeds heel sterk beïnvloedt door de taalkunde Jakobson, Chompsky
-Invloed van Chompsky: Chompsky zegt dat er een verschil is tussen surface structure
en deep structure:
Aan de oppervlaktestructuur is alles verschillend, iedere zin is een beetje anders
maar onder die oppervlakte is er een dieptestructuur met ook een systeem. Bv
zinsleer: onderwerp, lv, object, pv als je het zo bekijkt, lijken heel veel zinnen op
elkaar -> op die diepe structuur heb je wel een aantal patronen. (sov, etc) ->
inspiratie voor
 Nida’s three-stage system of translation:




Je vertrekt bij je brontaal en die ga je analyseren in die dieptestructuur (hoe is de zin
opgebouwd), dan krijg je schematisch overzicht dan zet je dit om (transfer) naar de
dieptestructuur in de doeltaal en die ga je dan opnieuw herstructureren totdat het
een leesbare, elegante zin wordt in de doeltaal.

In de dieptestructuur heb je de basis structurele elementen waaruit de taal zijn
oppervlakte structuren bouwt-> kernels, volgens Nida hebben alle talen tussen 6 en
12 kernel structuren.

We verkrijgen Kernel structuren door een reductief proces van de oppervlakte
structuur door analyse waarbij we ‘generative-transformational grammar 4 types van
functionele klasse: (zie p63)

(a) events (werkwoorden)
(b) objects (substantieven)
(c) abstracts (adjectieven, bijwoorden)
(d) relationals (voegwoorden, voorzetsels, enz.)

,  Wat is betekenis? Nida: wat een woord betekent is context afhankelijk, het is geen
vast gegeven maar een functionele definitie, het woordenboek volstaat niet

Er is een verschil tussen:

Linguïstische betekenis: betekenis van ‘his’verandert naargelang de woorden
waarmee je het combineert, betekenis wordt bepaald op linguïstische manier op de
manier waarop woorden aan elkaar hangen.

Referentiele betekenis: kan je vinden in het woordenboek, denotatieve betekenis

Connotatieve/ emotieve betekenis: de associaties die een woord oproepen.
woordenboek volstaat niet bv: he’s back bitches, je moet hier referentiele en
emotieve betekenis aan elkaar hangen

-> het is niet gek dat Nida en Jakobson vertrekken van betekenis (taalkunde was
voorloper van vertaalwetenschap)

 Hoe kan je betekenis afleiden?

Technieken:

a) hierarchial structuring &componential analysis: ja gaat vb een soort van schema
maken om uit te leggen hoe een woord wordt gedifinieerd. Je maakt een lijst van
eigenschappen, het is in de tweede graad, het is mannelijk, het is een man, langs
moeders of vaderskant blijft in het nederlands onduidelijk, je kan een oplijsting
maken, je giet de componeneten van de betekenis van een bepaald woord in een
schema. Je geeft een opsomming van elementen die maken dat je een woord kan
definieren.

b) semantic structure analysis
Verschillende betekeniselementen van een woord definiëren adhv opposties.Je
vertrekt van tegenstellingen, je creert een semantisch verld waaraan je de betekenis
ook kunt afleiden (goed, slecht, bezield, niet bezield,…)

 Geconnoteerde begrippen vervangen door twee types equivalentie:

formal equivalence: daar vertrek je van de boodschap zelf, de woorden zelf die van
de ene taal naar de andere taal worden overgezet. Je vertrekt van de brontekst, de
structuur van de brontekt en dat ga je omzetten in de doeltekst, je blijft op het niveau
van de langue van de source tekst naar de target tekst, je houdt weinig rekening met
de context, simpelweg omzetten.

dynamic/ functional equivalence: het gaat hier vooral over het effect dat een
bepaalde tekst hefft op de ontvanger (equivalent effect) en de relatie tussen de
brontekst en de lezer van de brontekst, de impact, het effect ervan.
$10.19
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
student5208

Get to know the seller

Seller avatar
student5208 Universiteit Antwerpen
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
5
Member since
3 year
Number of followers
5
Documents
7
Last sold
1 year ago

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions