100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Biologie voor jou - 4 VWO - Samenvatting boek A en B

Rating
-
Sold
-
Pages
29
Uploaded on
23-09-2022
Written in
2022/2023

Een uitgebreide samenvatting van ieder hoofdstuk behandelt in Biologie voor jou boek vwo 4A en boek vwo 4B: Thema 1: Inleiding in de biologie Thema 2: Voortplanting Thema 3: Erfelijkheid Thema 4: Evolutie Thema 5: Ecologie (begrippenlijst) Thema 6: Mens en milieu Belangrijke stof voor het schoolexamen van vwo 5. Ook te gebruiken voor Havo 5. Samenvattingen per hoofdstuk zijn te vinden op mijn profiel, maar ik raad aan alles in één keer te kopen.

Show more Read less
Level
Course










Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Secondary school
Level
Course
School year
4

Document information

Summarized whole book?
Yes
Uploaded on
September 23, 2022
Number of pages
29
Written in
2022/2023
Type
Summary

Subjects

Content preview

Biologie VWO 4 Samenvatting
Hoofdstuk 1: Inleiding in de biologie
Basisstof 1: Wat is Biologie
Organismen: levende wezens (planten, dieren, schimmels, bacteriën)
Levensverschijnselen: onder andere voortplanten, groei, ontwikkelen en stofwisseling
Katalyseren: het proces van enzymen die stofwisseling versnellen
Een organisme is dood als het geen levensverschijnselen toont en levenloos als ze
deze nooit vertoond hebben.
De levensloop beschrijft individueel ontwikkeling van geboorte tot dood, de
levenscyclus eindigt alleen als de soort uitsterft.
Molecuul > Celorganel > Cel > Weefsel > Orgaan > Organisme > Populatie >
Ecosysteem > Biosfeer
Emergente eigenschappen: op hoger organisatieniveau ontstaat een nieuwe
eigenschap die er op lager organisatieniveau niet is.
Interactie: op elkaar reageren
Basisstof 2: Organen, weefsels en cellen
Een orgaanstelsel bestaat uit een aantal organen die samen een bepaalde functie
uitoefenen.
Een weefsel is een groep cellen met dezelfde vorm en functie. Vier soorten:
- Dekweefsel (bekleedt en beschermt in- en uitwendige lichaamsoppervlakken)
- Zenuwweefsel (zenuwcellen geven informatie door)
- Spierweefsel (langgerekte cellen die kunnen samentrekken)
- Bindweefsel (geeft steun en vorm aan zowel organen als organismen)
Tussencelstof ligt tussen weefsels en zorgt onder andere voor stevigheid en
samenhang van de weefsels.
Basisstof 3: Plantaardige en dierlijke cellen
Organel: elk deel van een cel met een eigen functie
Celmembraan: de buitenste laag van een cel (vetmoleculen)
Celwand: wand die bij alleen plantaardige cellen om het membraan ligt.
Cytoplasma: celplasma bestaande uit grondplasma met daarin organellen. Het
membraan scheidt dit plasma in de cel van het milieu daarbuiten. In het cytoplasma
ligt tevens de celkern, gescheiden door het kernmembraan.
Vacuole: speelt bij veel plantaardige cellen een rol in de stevigheid, wordt omgeven
door een vacuolemembraan en kan kleurstof bevatten.
Intercellulaire ruimtes zijn gevuld met lucht of vocht.

,Drie soorten plastiden:
- Chloroplasten (bladgroenkorrels, bevat groene kleurstof)
- Chromoplasten (bevat gele, oranje en rode kleurstof)
- Leukoplasten (bevatten vet, zetmeel of eiwitten)
Basisstof 4: Celorganellen
In het kernplasma van de celkern bevinden zich chromosomen. Een nucleolus is de
plaats waar ribosomen gemaakt worden die de celkern verlaten via kernporiën.
Endoplastisch reticulum: uitgebreid netwerk van dubbele membranen aangesloten op
het kernmembraan. Deze maakt soms vetten of hormonen.
Ribosomen: kleine bolvormige organellen die eiwitten produceren die zich bevinden
op ruw endoplastisch retilicum en in vrij cytoplasma.
Golgisysteem: bestaat uit opeengestapelde platte membranen in het cytoplasma,
neemt eiwitmoleculen op en bewerkt ze tot hun definitieve vorm.
Exocytose: afsnoeren van blaasjes door celmembraan om stoffen naar buiten de cel
te transporteren.
Secretie: afgeven van stoffen door cellen.
Lysosomen: bestaat uit enzymen die dingen kunnen afbreken.
Mitochondriën: bolvormige organellen waarin vet, eiwit en koolhydraten worden
afgebroken.
ATP: de belangrijkste energieleverancier van cel processen.
Cytoskelet: zorgt voor vorm en plaatsbehoud van een cel en daarmee voor de
beweging van de cel, aangedreven door motoreiwitten.
Microtubulus: vezel in het cytoskelet, buisjes gevormd door eiwitten.
Microfilamenten: vezel in het cytoskelet, gedraaide dubbele draad eiwitten.
Fosfolipiden: vetachtige stoffen, zowel hydrofiel als hydrofoob. De membranen zijn
erg flexibel doordat een enkel vetzuurmolecuul een knik heeft.
Cholesterol: speelt een rol in de stevigheid van de membranen
Basisstof 5: Transport door membranen
Diffusie is de verplaatsing van een stof van een plaats met een hoge concentratie
naar een plaats met een lage concentratie van die stof. Diffusiesnelheid is de
snelheid waarmee de moleculen van een opgeloste stof zich homogeen over de
ruimte verdelen. Dit is afhankelijk van de temperatuur.
Een permeabele wand is een wand met poriën zo groot dat moleculen erdoorheen
kunnen en er diffusie plaats kan vinden. Als hier alleen kleine moleculen, maar geen
grote, doorheen kunnen, is de wand semipermeabel. Het proces van diffusie van
water door een semipermeabel membraan heet osmose.

, De osmotische waarde wordt bepaald door de hoeveelheid opgeloste deeltjes per
volume-eenheid. Hoe meer deeltjes, hoe hoger de osmotische waarde. Bij zouten
splitsen ionen in water en hebben daardoor een hogere osmotische waarde dan bv
glucose. De oplossing met de hoogste osmotische waarde oefent een
‘aanzuigkracht’ uit op de andere oplossing: osmotische druk. De grootte van deze
druk wordt bepaald door de osmotische waarde.
Celmembranen en membranen van organellen zijn semipermeabel. Sommige typen
cellen bezitten aquaporines voor een snel transport van watermoleculen.
Isotoon: de osmotische waarde is gelijk.
Hypotoon: de osmotische waarde is lager.
Hypertoon: de osmotische waarde is hoger.
De celwanden van planten zijn volledig permeabel waardoor de osmotische waarde
van het cytoplasma hoger is. In een omgeving met een lagere osmotische waarde
zwellen plataardige cellen op doordat water door osmose de cel instroomt. Turgor is
de stevig-makende druk die hierdoor toeneemt op de celwand. Plantaardige cellen
met turgor zijn turgescent.
Plasmolyse is een verschijnsel waarbij het celmembraan loslaat van de celwand
doordat de celwand niet kan krimpen.
Voor de transportvorm van concentratieverval is geen energie nodig. Hierdoor is dit
een vorm van passief transport. Transporteiwitten hebben geen porie maar binden
specifieke moleculen en transporteren ze van buiten naar binnen of omgekeerd. Ze
kunnen maar één soort molecuul transporteren en zijn daarmee stof-specifiek.
Voor actief transport is energie nodig, zoals transport via transporteiwitten.
Veel cellen kunnen hun membraan ook laten instulpen om zo stoffen uit de omgeving
op te nemen.
Endocytose is het afsnoeren van blaasjes door het celmembraan om stoffen in de cel
op te nemen. Dit blaasje noem je een endosoom. Fagocytose is de opname van
voedsel door endosomen. Een voedingsvacuole is het blaasje met het ingesloten
voedseldeeltje.

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
juliavellekoop
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
25
Member since
3 year
Number of followers
18
Documents
23
Last sold
1 week ago

3.0

1 reviews

5
0
4
0
3
1
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions