Les 1
Hypertrofie = toename van de grootte van de cel, dit kan zowel fysiologisch als pathologisch zijn.
(Hyperplasie = toename van het aantal cellen, ook dit kan zowel fysiologisch als pathologisch zijn.
Toename in cellen doordat cellen zich continue delen of cellen gaan van G0 naar G1.
Les 2
Vb van hypertrofie = lactatie/melk productie (= fysiologisch) & belasting van de hart door ziekte van
graves (= pathologisch).
Atrofie = vermindering van grootte en functie van de cellen en/of organen, bv: ziekte van alzheimer
en osteoporose.
Les 3
Hypertrofische cardiomyopathie (HCM) (autosomaal dominant erfelijk)
Verdikking van de hartspier, vaak linker kamer aangedaan wand tussen rechter en linker
kamer verdikt.
Verstijfde hartspier verminderde uitpompen van bloed
Hypertrofie = toename van volume van cellen, weefsel en organen nemen in grootte toe.
Pathologische = veroorzaakt door ziekte of leidt tot verminder functie
Fysiologisch: manier waarop weefsel …
Hyperplasie = Abnormale toename van het aantal cellen van een weefsel of een orgaan
Combinatie A en B (les 1) hw opdracht
1.D
2.A
3.F
4.H
5.G
6.C
7.B
8.E
(hoofdstuk 1)
Omgeving van een cel veranderd, afhankelijk van de omgeving. Als er iets veranderd cel veranderd
om in nieuwe omstandigheid te kunne doorstaan.
Dit is niet altijd mogelijk er ontstaat schade, cel dood ontstaat als de ‘’stres’’ niet ophoud.
Cellulair response van stres en schade
Vb van stress = increased functional demand & reversible cell injury & irreversible cell injury
Gevolg = aanpassing (of necrose)
Morfologische reactieve op langdurige ‘’stres’’ op celniveau.
Non-neoplasric cell changes
,Hypertrofie = toename van de grootte van de cel. Dit kan zowel pathologisch en fysiologisch zijn.
fysiologisch pathologisch
Puberteit
Increased trofisch signalering
Increased functional demand
Fysiologisch hypertrofie
Vb: toegenomen vraag in borst klierweefsel tijdens zwangerschap (door melk productie).
Pathologische hypertrofie
Ziekte van graves (hyperthyreoïdie)
Symptomen:
- Versnelde pols
- Hogere lichaamstemperatuur
- Oogproblemen (uitpuilende ogen)
‘’Gezond’’ thyrod weefsel heeft: folliculaire cellen, colloïd follikels en intrafolliculaire cellen.
Ziekte van Graves (blz. 655-657) vragen les 2:
1. (in America) komt het 0,5% tot 1% voor in de populatie (onder de 40)
2. Het komt meer voor in vrouwen dan mannen, het heeft te maken met periodes van hormoon
imbalance (zoals zwangerschap, puberteit en menopauze)
3.Hashimoto thyroiditis, hypothyroïdie (vermindering)
4. Nerveusheid, emotionele labiliteit, gewichtsverlies, meer zweten, hartkloppingen, vermoeidheid,
onregelmatige menstruatie cyclus, haaruitval (uitpuilende ogen).
5. hyperplasie, toename van kliercellen
6. Benadeling is per persoon anders, als het niet behandeld kan dit leiden tot thyrodie falen.
Behandeling is met: anti-thyroid medicatie, (thioisocyaat), vernietigen van thyroid weefsel m.b.v.
radioactieve iodine en therapie met corticosteroïd en adrenergic antagonisten.
Hyperplasie = toename van aantal cellen
Fysiologisch
Hormonale reactie, bv tijdens menstruatie = toename in baarmoederslijmvlies
EPO: verhoogt de hoeveelheid erytrocyten
Pathologisch
Psoriasis, versnelde afstoting en aanmaakt huidcellen, leidt tot verdikking epidermis, veel schilfers,
veel ontsteking plaats.
Atrofie = vermindering van de grootte en de functie van cellen en/of organen
Spier atrofie vs. spier hypertrofie
, Ziekte van alzheimer = voorbeeld van atrofie
Osteoporose = voorbeeld van atrofie, afname botweefsel door afname oestrogeen.
Metaplasie
Komt voor bij: epitheelweefsel en mesenchym (weefsel dat afstaat uit middelde kiemblad).
Mesoderm
Barrett epitheel in de oesophagus (slokdarm)
Klep tussen maag en slokdarm sluit niet goed zure inhoud komt in slokdarm, waardoor metaplasie
optreed.
Gevolg: verdikking door meerlagig plaveiselcelepitheel. ( gevolg van metaplasie)
Les 4
Glucose-6-fosfaatdehydrogenase
x-gebonden recessief overerfing
RBC overgevoelig oor oxidatieve stress veroorzaakt hemolytiche bloedarmoede
G6PD. Deficiëntie leidt tot gevoeliger worden van oxidatieve stress.
Oxidatieve stress = onbalans tussen vrije zuurstofradicalen en antioxidanten.
RBC verliezen structuur en functie gevoeliger voor oxidatieve schade RBS sneller afgebroken
bloedarmoede
Intracellulaire opslag:
- Vet
- Cholesterol
- Lipofuscine
- Melanine
- Exogene stoffen
- ijzer en metalen
Intracellulaire opslag: vet
Zowel pathologisch (diabetes II) en fysiologisch (na overschot vet eten)
Het NAFLD (nonalcoholic fatty liver disease) spectrum
Gezonde lever NAFL NASH (non-alcoholisch steato hepatitis) cirrose (verbindweefseling,
meet bindweefsel vorming) (transplantatie of overlijding) hepatocellulair carcinoma
Intracellulaire opslag: lipofuscine
Oxidatie van membraanlipiden en eiwitten. Accumulatie in hepatocyten en niet delende cellen.
Geassocieerd met neurodegeneratieve ziekten.
Pathologisch (alzheimer) en fysiologisch
Hypertrofie = toename van de grootte van de cel, dit kan zowel fysiologisch als pathologisch zijn.
(Hyperplasie = toename van het aantal cellen, ook dit kan zowel fysiologisch als pathologisch zijn.
Toename in cellen doordat cellen zich continue delen of cellen gaan van G0 naar G1.
Les 2
Vb van hypertrofie = lactatie/melk productie (= fysiologisch) & belasting van de hart door ziekte van
graves (= pathologisch).
Atrofie = vermindering van grootte en functie van de cellen en/of organen, bv: ziekte van alzheimer
en osteoporose.
Les 3
Hypertrofische cardiomyopathie (HCM) (autosomaal dominant erfelijk)
Verdikking van de hartspier, vaak linker kamer aangedaan wand tussen rechter en linker
kamer verdikt.
Verstijfde hartspier verminderde uitpompen van bloed
Hypertrofie = toename van volume van cellen, weefsel en organen nemen in grootte toe.
Pathologische = veroorzaakt door ziekte of leidt tot verminder functie
Fysiologisch: manier waarop weefsel …
Hyperplasie = Abnormale toename van het aantal cellen van een weefsel of een orgaan
Combinatie A en B (les 1) hw opdracht
1.D
2.A
3.F
4.H
5.G
6.C
7.B
8.E
(hoofdstuk 1)
Omgeving van een cel veranderd, afhankelijk van de omgeving. Als er iets veranderd cel veranderd
om in nieuwe omstandigheid te kunne doorstaan.
Dit is niet altijd mogelijk er ontstaat schade, cel dood ontstaat als de ‘’stres’’ niet ophoud.
Cellulair response van stres en schade
Vb van stress = increased functional demand & reversible cell injury & irreversible cell injury
Gevolg = aanpassing (of necrose)
Morfologische reactieve op langdurige ‘’stres’’ op celniveau.
Non-neoplasric cell changes
,Hypertrofie = toename van de grootte van de cel. Dit kan zowel pathologisch en fysiologisch zijn.
fysiologisch pathologisch
Puberteit
Increased trofisch signalering
Increased functional demand
Fysiologisch hypertrofie
Vb: toegenomen vraag in borst klierweefsel tijdens zwangerschap (door melk productie).
Pathologische hypertrofie
Ziekte van graves (hyperthyreoïdie)
Symptomen:
- Versnelde pols
- Hogere lichaamstemperatuur
- Oogproblemen (uitpuilende ogen)
‘’Gezond’’ thyrod weefsel heeft: folliculaire cellen, colloïd follikels en intrafolliculaire cellen.
Ziekte van Graves (blz. 655-657) vragen les 2:
1. (in America) komt het 0,5% tot 1% voor in de populatie (onder de 40)
2. Het komt meer voor in vrouwen dan mannen, het heeft te maken met periodes van hormoon
imbalance (zoals zwangerschap, puberteit en menopauze)
3.Hashimoto thyroiditis, hypothyroïdie (vermindering)
4. Nerveusheid, emotionele labiliteit, gewichtsverlies, meer zweten, hartkloppingen, vermoeidheid,
onregelmatige menstruatie cyclus, haaruitval (uitpuilende ogen).
5. hyperplasie, toename van kliercellen
6. Benadeling is per persoon anders, als het niet behandeld kan dit leiden tot thyrodie falen.
Behandeling is met: anti-thyroid medicatie, (thioisocyaat), vernietigen van thyroid weefsel m.b.v.
radioactieve iodine en therapie met corticosteroïd en adrenergic antagonisten.
Hyperplasie = toename van aantal cellen
Fysiologisch
Hormonale reactie, bv tijdens menstruatie = toename in baarmoederslijmvlies
EPO: verhoogt de hoeveelheid erytrocyten
Pathologisch
Psoriasis, versnelde afstoting en aanmaakt huidcellen, leidt tot verdikking epidermis, veel schilfers,
veel ontsteking plaats.
Atrofie = vermindering van de grootte en de functie van cellen en/of organen
Spier atrofie vs. spier hypertrofie
, Ziekte van alzheimer = voorbeeld van atrofie
Osteoporose = voorbeeld van atrofie, afname botweefsel door afname oestrogeen.
Metaplasie
Komt voor bij: epitheelweefsel en mesenchym (weefsel dat afstaat uit middelde kiemblad).
Mesoderm
Barrett epitheel in de oesophagus (slokdarm)
Klep tussen maag en slokdarm sluit niet goed zure inhoud komt in slokdarm, waardoor metaplasie
optreed.
Gevolg: verdikking door meerlagig plaveiselcelepitheel. ( gevolg van metaplasie)
Les 4
Glucose-6-fosfaatdehydrogenase
x-gebonden recessief overerfing
RBC overgevoelig oor oxidatieve stress veroorzaakt hemolytiche bloedarmoede
G6PD. Deficiëntie leidt tot gevoeliger worden van oxidatieve stress.
Oxidatieve stress = onbalans tussen vrije zuurstofradicalen en antioxidanten.
RBC verliezen structuur en functie gevoeliger voor oxidatieve schade RBS sneller afgebroken
bloedarmoede
Intracellulaire opslag:
- Vet
- Cholesterol
- Lipofuscine
- Melanine
- Exogene stoffen
- ijzer en metalen
Intracellulaire opslag: vet
Zowel pathologisch (diabetes II) en fysiologisch (na overschot vet eten)
Het NAFLD (nonalcoholic fatty liver disease) spectrum
Gezonde lever NAFL NASH (non-alcoholisch steato hepatitis) cirrose (verbindweefseling,
meet bindweefsel vorming) (transplantatie of overlijding) hepatocellulair carcinoma
Intracellulaire opslag: lipofuscine
Oxidatie van membraanlipiden en eiwitten. Accumulatie in hepatocyten en niet delende cellen.
Geassocieerd met neurodegeneratieve ziekten.
Pathologisch (alzheimer) en fysiologisch