VCA-VOL Examen
Samenvatting
Alyssa Zutt
,Thema A Voorbereiden, bespreken en inspecteren van de
werkzaamheden
Hoofdstuk 1 regelgeving en veiligheidsregels
1.1 V&G wetgeving
Het doel van de Arbowet is om ongevallen en ziektes door het werk te voorkomen. De Arbowet
is onderdeel van de V&G wetgeving (veiligheid en gezondheid) wat gaat over de veiligheid,
gezondheid en welzijn van zowel werknemers als werkgevers op het werk (inclusief
uitzendkrachten, gelijkgestelde werknemers en bezoekers. Omwonenden vallen niet onder de
V&G wetgeving).
De Inspectie SZW controleert of bedrijven en medewerkers zich aan de Arbowet en
Arbeidstijdenwet houden. Als de wet is overtreden, zal de Inspectie SZW maatregelen nemen
om herhaling te voorkomen middels een waarschuwing of een boete. Zowel werknemers als
werkgevers kunnen een boete krijgen.
1.2 Preventie en deskundige bijstand
Interne ondersteuning:
Om aan de V&G wetgeving te voldoen heeft een bedrijf een arbobeleid (in het arbobeleid wordt
door de werkgever beschreven hoe zaken worden geregeld zoals het bevorderen van veiligheid
en gezondheid van werknemers, het voorkomen en beheersen van ziekteverzuim, en het
voorkomen van o.a. agressie op de werkvloer).
Elke werkgever is verplicht om zichzelf of tenminste 1 werknemer als interne deskundige of
preventiemedewerker aan te stellen. De preventiemedewerker adviseert en helpt het bedrijf
met veiligheid, gezondheid en welzijn en werkt mee aan het opstellen van de Risico-
Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) -hierin staan de risico’s van het werk beschreven en de wijze
waarop onaanvaardbare risico’s worden aangepakt-. De preventiemedewerker is tevens het
aanspreekpunt voor de arbodienst en Inspectie SZW.
Externe ondersteuning:
Een werkgever moet een contract hebben met een gecertificeerde bedrijfsarts. De bedrijfsarts
moet worden ingeschakeld voor het begeleiden van zieke werknemers, het uitvoeren van
Periodiek Medisch Onderzoek (PMO) en het uitvoeren van aanstellingskeuringen (als de
uitoefening van een bepaalde functie risico’s kan opleveren voor de gezondheid en veiligheid van
de werknemer).
1.3 Arbeidstijdenwet, Milieuwetgeving en CE-markering
1) De arbeidstijdenwet. De Arbeidstijdenwet geeft regels voor werk en rust tijden. Ook wordt
in de wet rekening gehouden met de zorgtaken die je als werknemer hebt in je gezin.
2) Milieuwetgeving. De doelstellingen van de Milieuwetgeving zijn om mensen en hun
omgeving te beschermen tegen schadelijke effecten van bedrijfsactiviteiten. Ook het
beperken van uitstoot en afvalstromen hoort bij deze doelstellingen, inclusief
energiebesparing en hergebruik van grondstoffen.
3) CE-markering. De CE-markering wordt aangebracht op alle producten, zoals machines,
gereedschappen en persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s). Al deze producten moeten
op het gebied van veiligheid voldoen aan de Europese Richtlijn.
, 1.4 Taken verantwoordelijkheden en bevoegdheden
Verplichtingen werkgever:
De werkgever moet een Risico-Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) maken. De RI&E bestaat uit de
volgende stappen: 1) het identificeren, 2) het inventariseren en 3) het evalueren van de risico’s. Aan
de hand van de evaluatie wordt een plan van aanpak opgesteld, waarin staat welke verbeteringen
het bedrijf gaat doorvoeren voor veiliger en gezonder werk en binnen welke termijn.
De werkgever is eindverantwoordelijk voor het naleven van de Arbowet en moet een preventiebeleid
voeren (het arbobeleid).
Plichten werknemers:
- veiligheidsvoorschriften volgen
- zorgen voor eigen veiligheid en veiligheid van andere betrokken personen
- PBM’s dragen
- samenwerken met de werkgever en de preventiemedewerker om de veiligheid en
gezondheid op het werk te bevorderen
Rechten van de werknemer:
Als er voor mensen direct ernstig gevaar dreigt en de Inspectie SZW kan niet op tijd op de gevaarlijke
plek zijn, heb je als werknemer recht op werk onderbreking. Het gevaar moet direct worden gemeld
aan de leidinggevende.
→ Eerst altijd jezelf in veiligheid brengen. Dan collega’s en andere betrokkenen waarschuwen en als
laatste pas het gevaar bij de leidinggevende melden!
1.5 Werkvergunningen
Het gebruik van werkvergunningen is niet wettelijk verplicht, maar een bedrijfsregel. De werkwijze is
vastgelegd in een procedure. Werkvergunningen hebben tot doel om werkzaamheden in risicovolle
omgevingen goed te organiseren, zodat het werk veilig kan verlopen.
Bij werk met meer of grotere risico’s is een aanvullende werkvergunning nodig. Bijvoorbeeld bij het
werken met gevaarlijke stoffen of bij hijswerkzaamheden boven of in de omgeving van belangrijke
installaties. Bij brandgevaarlijke werkzaamheden is een heetwerkvergunning noodzakelijk!
De werkvergunning omvat 4 onderdelen, namelijk:
1) welke werkzaamheden moeten worden uitgevoerd;
2) welke maatregelen worden genomen door de verstrekker van de werkvergunning;
3) welke maatregelen moeten worden genomen door de operationele medewerkers (denk aan het
dragen van PBM’s);
4) ondertekening door de vergunning verstrekker en de vergunning houder.
Betrokken personen bij een werkvergunning (de werkvergunning is alleen geldig als de vergunning
strekker en de vergunning houder de vergunning heeft ondertekend):
1) De vergunningverstrekker (= verantwoordelijk voor de veiligheid op het terrein of de
installatie waar de werkzaamheden worden uitgevoerd)
2) De vergunning houder (= de leiding gevende van de operationele medewerkers)
3) De operationele medewerkers (= houden zich aan de voorwaarden voor de werkzaamheden
en de veiligheidsmaatregelen die op de werkvergunning staan vermeld)
Samenvatting
Alyssa Zutt
,Thema A Voorbereiden, bespreken en inspecteren van de
werkzaamheden
Hoofdstuk 1 regelgeving en veiligheidsregels
1.1 V&G wetgeving
Het doel van de Arbowet is om ongevallen en ziektes door het werk te voorkomen. De Arbowet
is onderdeel van de V&G wetgeving (veiligheid en gezondheid) wat gaat over de veiligheid,
gezondheid en welzijn van zowel werknemers als werkgevers op het werk (inclusief
uitzendkrachten, gelijkgestelde werknemers en bezoekers. Omwonenden vallen niet onder de
V&G wetgeving).
De Inspectie SZW controleert of bedrijven en medewerkers zich aan de Arbowet en
Arbeidstijdenwet houden. Als de wet is overtreden, zal de Inspectie SZW maatregelen nemen
om herhaling te voorkomen middels een waarschuwing of een boete. Zowel werknemers als
werkgevers kunnen een boete krijgen.
1.2 Preventie en deskundige bijstand
Interne ondersteuning:
Om aan de V&G wetgeving te voldoen heeft een bedrijf een arbobeleid (in het arbobeleid wordt
door de werkgever beschreven hoe zaken worden geregeld zoals het bevorderen van veiligheid
en gezondheid van werknemers, het voorkomen en beheersen van ziekteverzuim, en het
voorkomen van o.a. agressie op de werkvloer).
Elke werkgever is verplicht om zichzelf of tenminste 1 werknemer als interne deskundige of
preventiemedewerker aan te stellen. De preventiemedewerker adviseert en helpt het bedrijf
met veiligheid, gezondheid en welzijn en werkt mee aan het opstellen van de Risico-
Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) -hierin staan de risico’s van het werk beschreven en de wijze
waarop onaanvaardbare risico’s worden aangepakt-. De preventiemedewerker is tevens het
aanspreekpunt voor de arbodienst en Inspectie SZW.
Externe ondersteuning:
Een werkgever moet een contract hebben met een gecertificeerde bedrijfsarts. De bedrijfsarts
moet worden ingeschakeld voor het begeleiden van zieke werknemers, het uitvoeren van
Periodiek Medisch Onderzoek (PMO) en het uitvoeren van aanstellingskeuringen (als de
uitoefening van een bepaalde functie risico’s kan opleveren voor de gezondheid en veiligheid van
de werknemer).
1.3 Arbeidstijdenwet, Milieuwetgeving en CE-markering
1) De arbeidstijdenwet. De Arbeidstijdenwet geeft regels voor werk en rust tijden. Ook wordt
in de wet rekening gehouden met de zorgtaken die je als werknemer hebt in je gezin.
2) Milieuwetgeving. De doelstellingen van de Milieuwetgeving zijn om mensen en hun
omgeving te beschermen tegen schadelijke effecten van bedrijfsactiviteiten. Ook het
beperken van uitstoot en afvalstromen hoort bij deze doelstellingen, inclusief
energiebesparing en hergebruik van grondstoffen.
3) CE-markering. De CE-markering wordt aangebracht op alle producten, zoals machines,
gereedschappen en persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s). Al deze producten moeten
op het gebied van veiligheid voldoen aan de Europese Richtlijn.
, 1.4 Taken verantwoordelijkheden en bevoegdheden
Verplichtingen werkgever:
De werkgever moet een Risico-Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) maken. De RI&E bestaat uit de
volgende stappen: 1) het identificeren, 2) het inventariseren en 3) het evalueren van de risico’s. Aan
de hand van de evaluatie wordt een plan van aanpak opgesteld, waarin staat welke verbeteringen
het bedrijf gaat doorvoeren voor veiliger en gezonder werk en binnen welke termijn.
De werkgever is eindverantwoordelijk voor het naleven van de Arbowet en moet een preventiebeleid
voeren (het arbobeleid).
Plichten werknemers:
- veiligheidsvoorschriften volgen
- zorgen voor eigen veiligheid en veiligheid van andere betrokken personen
- PBM’s dragen
- samenwerken met de werkgever en de preventiemedewerker om de veiligheid en
gezondheid op het werk te bevorderen
Rechten van de werknemer:
Als er voor mensen direct ernstig gevaar dreigt en de Inspectie SZW kan niet op tijd op de gevaarlijke
plek zijn, heb je als werknemer recht op werk onderbreking. Het gevaar moet direct worden gemeld
aan de leidinggevende.
→ Eerst altijd jezelf in veiligheid brengen. Dan collega’s en andere betrokkenen waarschuwen en als
laatste pas het gevaar bij de leidinggevende melden!
1.5 Werkvergunningen
Het gebruik van werkvergunningen is niet wettelijk verplicht, maar een bedrijfsregel. De werkwijze is
vastgelegd in een procedure. Werkvergunningen hebben tot doel om werkzaamheden in risicovolle
omgevingen goed te organiseren, zodat het werk veilig kan verlopen.
Bij werk met meer of grotere risico’s is een aanvullende werkvergunning nodig. Bijvoorbeeld bij het
werken met gevaarlijke stoffen of bij hijswerkzaamheden boven of in de omgeving van belangrijke
installaties. Bij brandgevaarlijke werkzaamheden is een heetwerkvergunning noodzakelijk!
De werkvergunning omvat 4 onderdelen, namelijk:
1) welke werkzaamheden moeten worden uitgevoerd;
2) welke maatregelen worden genomen door de verstrekker van de werkvergunning;
3) welke maatregelen moeten worden genomen door de operationele medewerkers (denk aan het
dragen van PBM’s);
4) ondertekening door de vergunning verstrekker en de vergunning houder.
Betrokken personen bij een werkvergunning (de werkvergunning is alleen geldig als de vergunning
strekker en de vergunning houder de vergunning heeft ondertekend):
1) De vergunningverstrekker (= verantwoordelijk voor de veiligheid op het terrein of de
installatie waar de werkzaamheden worden uitgevoerd)
2) De vergunning houder (= de leiding gevende van de operationele medewerkers)
3) De operationele medewerkers (= houden zich aan de voorwaarden voor de werkzaamheden
en de veiligheidsmaatregelen die op de werkvergunning staan vermeld)
