Arbeidsrecht
Lesstof uit boek:
Week 1: H1 paragraaf 1.1 t/m 1.3.6 & H3 paragraaf 3.6.1 en 3.6.2
Week 2: H1 paragraaf 1.4 t/m 1.4.5
Week 3: H4 paragraaf 4.8.2 t/m 4.8.6 (zonder 4.8.3), H3 paragraaf 3.8, H1 paragraaf 1.4.2,
H7 paragraaf 7.1.3 & H 4.4.1 en 4.4.2
Week 4: is deel 2 van week 3!
Week 5: lesvrij
Week 6: H6 paragraaf 6.1 t/m 6.3, H6 6.4.1 en 6.4.2, H6 6.5 en 6.6
Week 7: H7 paragraaf 7.1, paragraaf 7.2 (m.u.v. 7.2.7 en 7.2.8) en paragraaf 7.5
Week 1
- Arbeidsrecht is een onderdeel van privaatrecht
- Bronnen arbeidsrecht:
- Internationaal recht en Europees recht
- Wetten
- Individuele overeenkomst
- Het CAO-recht
- Jurisprudentie
- Gewoonterecht
Arbeidsovereenkomst
- Totstandkoming (vormvrij) let op! Art.7:655 BW
- Door wilsovereenstemming
- Handelingsbekwaam let op! Art. 7:612 BW
- Inhoud voldoende duidelijk
Mag niet in strijd met openbare orde, de wet of de goede zeden zijn art. 3:40 BW
Minderjarigen
- 16 jaar of ouder handelingsbekwaam art. 7:612 BW
- <16 jaar? toestemming wettelijke vertegenwoordiger of 4 weken arbeid verricht.
Definitie (art. 7:610 BW):
‘arbeidsovereenkomst is de overeenkomst, waarbij de ene partij, de
werknemer, zich verbindt, in dienst van de andere partij, de werkgever, tegen
loon gedurende een zekere tijd arbeid te verrichten’.
, Kenmerken aovk (art. 7:610):
- De werknemer verbindt zich persoonlijk arbeid te verrichten;
- Tegen loon;
- In dienst van de andere partij, de werkgever (gezagsverhouding).
Kenmerk 1: Verplichting arbeid te verrichten
- Persoonlijk? Art. 7:659 BW. De werknemer is verplicht zelf de arbeid te verrichten. Hij mag
het werk niet aan een ander overlaten.
- Productieve arbeid
- Werknemer is verplicht de overeengekomen arbeid zo goed mogelijk te
verrichten (art. 7:611 BW)
Kenmerk 2: Loon
- Werkgever en werknemer zijn vrij om de hoogte van het loon te bepalen, ondergrens Wet
Minimumloon + evt toepasselijke CAO
- Geen loon afgesproken; wat gebruikelijk is (art. 7: 618 BW)
Kenmerk 3: Gezagsverhouding
- Het kunnen uitoefenen van gezag is voldoende
- de werknemer is verplicht redelijke instructies van de werkgever op te volgen
Vermoeden aovk
- Art. 7:610a BW geeft aan rechtsvermoeden voor het geval dat de aard van de overeenkomst
onduidelijk is of als onduidelijk is wat werkgever en werknemer bij het sluiten van de
overeenkomst voor ogen stond. Deze bepaling kan bijvoorbeeld degene tegemoet die een
contract met de naam ‘opdrachtovereenkomst’ heeft getekend, terwijl de feitelijke invulling
van de overeenkomst duidt op een arbeidsovereenkomst.
- Art. 7:610a BW: Weerlegbaar vermoeden aok
1. Tegen beloning voor een ander
2. Gedurende 3 opeenvolgende maanden
3. Wekelijks OF tenminste 20 uur per maand arbeid verrichten
- Art. 7:610b: vermoeden omvang
1. Omvang arbeid gemiddelde afgelopen drie maanden.
2. Minimaal 3 maanden gewerkt hebben.
- Is aan de criteria voldaan van art. 7:610a BW, dan wordt als uitgangspunt genomen dat
sprake is van een arbeidsovereenkomst.
Rechtsgevolgen aovk
- Werknemer in beginsel verzekerd voor WN-verzekeringen
- Vaak CAO van toepassing
- Bepalingen boek 7 titel 10
Lesstof uit boek:
Week 1: H1 paragraaf 1.1 t/m 1.3.6 & H3 paragraaf 3.6.1 en 3.6.2
Week 2: H1 paragraaf 1.4 t/m 1.4.5
Week 3: H4 paragraaf 4.8.2 t/m 4.8.6 (zonder 4.8.3), H3 paragraaf 3.8, H1 paragraaf 1.4.2,
H7 paragraaf 7.1.3 & H 4.4.1 en 4.4.2
Week 4: is deel 2 van week 3!
Week 5: lesvrij
Week 6: H6 paragraaf 6.1 t/m 6.3, H6 6.4.1 en 6.4.2, H6 6.5 en 6.6
Week 7: H7 paragraaf 7.1, paragraaf 7.2 (m.u.v. 7.2.7 en 7.2.8) en paragraaf 7.5
Week 1
- Arbeidsrecht is een onderdeel van privaatrecht
- Bronnen arbeidsrecht:
- Internationaal recht en Europees recht
- Wetten
- Individuele overeenkomst
- Het CAO-recht
- Jurisprudentie
- Gewoonterecht
Arbeidsovereenkomst
- Totstandkoming (vormvrij) let op! Art.7:655 BW
- Door wilsovereenstemming
- Handelingsbekwaam let op! Art. 7:612 BW
- Inhoud voldoende duidelijk
Mag niet in strijd met openbare orde, de wet of de goede zeden zijn art. 3:40 BW
Minderjarigen
- 16 jaar of ouder handelingsbekwaam art. 7:612 BW
- <16 jaar? toestemming wettelijke vertegenwoordiger of 4 weken arbeid verricht.
Definitie (art. 7:610 BW):
‘arbeidsovereenkomst is de overeenkomst, waarbij de ene partij, de
werknemer, zich verbindt, in dienst van de andere partij, de werkgever, tegen
loon gedurende een zekere tijd arbeid te verrichten’.
, Kenmerken aovk (art. 7:610):
- De werknemer verbindt zich persoonlijk arbeid te verrichten;
- Tegen loon;
- In dienst van de andere partij, de werkgever (gezagsverhouding).
Kenmerk 1: Verplichting arbeid te verrichten
- Persoonlijk? Art. 7:659 BW. De werknemer is verplicht zelf de arbeid te verrichten. Hij mag
het werk niet aan een ander overlaten.
- Productieve arbeid
- Werknemer is verplicht de overeengekomen arbeid zo goed mogelijk te
verrichten (art. 7:611 BW)
Kenmerk 2: Loon
- Werkgever en werknemer zijn vrij om de hoogte van het loon te bepalen, ondergrens Wet
Minimumloon + evt toepasselijke CAO
- Geen loon afgesproken; wat gebruikelijk is (art. 7: 618 BW)
Kenmerk 3: Gezagsverhouding
- Het kunnen uitoefenen van gezag is voldoende
- de werknemer is verplicht redelijke instructies van de werkgever op te volgen
Vermoeden aovk
- Art. 7:610a BW geeft aan rechtsvermoeden voor het geval dat de aard van de overeenkomst
onduidelijk is of als onduidelijk is wat werkgever en werknemer bij het sluiten van de
overeenkomst voor ogen stond. Deze bepaling kan bijvoorbeeld degene tegemoet die een
contract met de naam ‘opdrachtovereenkomst’ heeft getekend, terwijl de feitelijke invulling
van de overeenkomst duidt op een arbeidsovereenkomst.
- Art. 7:610a BW: Weerlegbaar vermoeden aok
1. Tegen beloning voor een ander
2. Gedurende 3 opeenvolgende maanden
3. Wekelijks OF tenminste 20 uur per maand arbeid verrichten
- Art. 7:610b: vermoeden omvang
1. Omvang arbeid gemiddelde afgelopen drie maanden.
2. Minimaal 3 maanden gewerkt hebben.
- Is aan de criteria voldaan van art. 7:610a BW, dan wordt als uitgangspunt genomen dat
sprake is van een arbeidsovereenkomst.
Rechtsgevolgen aovk
- Werknemer in beginsel verzekerd voor WN-verzekeringen
- Vaak CAO van toepassing
- Bepalingen boek 7 titel 10