OV1 Organiseren en leiden
1 De organisatiestructuur
= de aanpak van alle taken die zijn verdeeld of samenhangen in een onderneming
Lijnorganisatie
Elke werknemer heeft 1 leidinggevende
+ eenvoudig en duidelijk
+ beslissingen worden snel genomen
+ afgebakende functies
+ duidelijke verantwoordelijkheden
- mogelijke bureaucratie
- niet flexibel
- weinig zelfstandigheid
Lijn-staforganisatie
Toevoeging van specialisten of stafmedewerkers
+ eenheid systeem
+ specialisten
+ betere samenwerking
+ mindere zware taak manager
- manager is verantwoordelijk voor fouten van werknemers
- manager veel autoriteit
- minder contact staf en afdeling
Matrixorganisatie:
Permanente projectwerking
Twee managers voor de werknemers
1. functionele manager
2. project manager
+ interdisciplinaire samenwerking
+ innovatieve ideeën in projectvorm
+ werknemers kunnen zich ontwikkelen
- stress bij werknemers
2 De bedrijfscultuur of organisatiecultuur (model Harrison)
= de waarden en normen die gelden binnen een onderneming
Machtscultuur - baasgericht
➔ sterk hiërarchisch gericht
➔ agressieve houding, gericht op promotie maken
1
, ➔ product is belangrijker dan welzijn op de werkvloer
➔ hoe hoger de positie, hoe meer aanzien
➔ tegenspraak wordt weinig geduld
Personencultuur - mensgericht
➔ individuele ontwikkeling
➔ onderneming in dienst van de werknemers
➔ ieders mening telt
➔ wederzijds respect en vertrouwen
Taakcultuur - resultaatgericht
➔ toekomst- en doelgericht
➔ doel heiligt de middelen
➔ grote zelfstandigheid
➔ hoge mate van flexibiliteit
➔ professionaliteit staat centraal
Rolcultuur - functiegericht
➔ logica, spelregels en argumenten staan voorop
➔ intern gericht
➔ correct gedrag belangrijker dan effectief gedrag
➔ functies belangrijker dan mensen
➔ manager wordt gehoorzaamd door zijn functie en niet door zijn competenties
3 Leiderschap
Functies
1. taakgericht : taak tot een goed einde brengen
2. sociale functie : mensen stimuleren
Leiderschapsstijlen (model Ken Blanchard)
1. steunen
- veel ondersteuning
- weinig sturing
2. begeleiden
- veel ondersteuning
- veel sturing
3. sturen
- weinig ondersteuning
- veel sturing
4. delegeren
- weinig ondersteuning
2