Verloskunde - Jaar 1 - Module 3
Weekdoelen 3.1
1. De anatomische-topografische terminologie op de juiste manier gebruiken.
- Caudaal = in de richting van de staart
- Craniaal = in de richting van het hoofd
- Proximaal = in de richting van een
aanhechtingspunt
- Distaal = van een aanhechtingspunt af
- Ventraal = de buikzijde
- Dorsaal = de rugzijde
- Lateraal = in buitenwaartse richting van de
lengte-as (zijkant)
- Dexter = rechts
- Sinister = links
- Anterior = de voorkant
- Posterior = de achterkant
- Mediaal = in de richting van de lengte-as
van het lichaam
- Lateraal = buitenwaartse richting van de
lengte-as van het lichaam
Snijvlakken:
- Sagittaal vlak = verdeelt lichaam in
een linker en rechter gedeelte
- Frontaal vlak = verdeelt het lichaam in
een ventraal en dorsaal gedeelte
- Transversaal vlak = scheidt het
bovenste en onderste gedeelte van het
lichaam
, 2. De botten, exclusief die van de handen en voeten, benoemen en aanwijzen.
Kraakbeen
Hyalien kraakbeen (foetaal schedel)
- Gewrichten en borstbeen
- Transparant en melkachtig
Elastisch kraakbeen
- Neus en oren
- Veel elastische vezels
Vezelig kraakbeen
- Aanhechting pezen en bot
- Dicht vezelrijk bindweefsel
De bekken
Os sacrum
- Promontorium (voorzijde sacrum)
Os Ilium
- Spina iliaca anterior superior
Os pubis
- Pubic symphysis (verbinding os pubis)
Os ischium
- Spina ischiadica
Os coccyx
Ossa coxae = os pubis, ischii en ileum
Gewrichten
Sacro-iliacale gewrichten verbinden ossa coccygis met het os sacrum
Ligamenten
Sacroiliac ligament
Sacrospinous ligament
Sacrotuberous ligament
, 3. De bloed- en lymfevaten van de thorax en het abdomen benoemen en aanwijzen
tot op orgaanniveau.
Gaster = maag
Duodenum = twaalfvingerige darm
Jejunum = nuchtere darm, middelste deel dunne darm
Ileum = kronkeldarm, laatste deel van de dunne darm
Ceacum = blinde darm, appendix
Colon = Langste gedeelte van de dikke darm
Rectum = endeldarm
Hepar = lever
Lienis / splenica = milt
Renes = nieren
Vesica urinaria = urineblaas
v. portae hepatis = leverpoortader
Aortaboog
Bloed van de linkerventrikel de aorta in.
Eerst gaat de aorta een stukje omhoog (aorta ascendens).
Daarna maakt de aorta een boog (arcus aortae).
Daarna gaat de aorta naar beneden (aorta descendens).
Aftakkingen:
- A. coronaria sinistra (slagader hart rechts)
- A. coronaria dextra (slagader hart links)
- Truncus brachiocephalicus
- A. subclavia dexter
- A. carotis communis
Aorta thoracica
Vanaf Angulus sterni (verbinding borstbeen) wordt het de aorta thoracica.
- A. intercostales posteriores/anteriores
- Gebied tussen de ribben ("costae")
Aorta abdominalis
Vanaf Hiatus aorticus (middenrif) wordt het aorta abdominalis
- Truncus coeliacus
- Maag, lever en milt en deels het duodenum en de pancreas
- A. mesenterica superior
- Onderste deel van de twaalfvingerige darm (het duodenum), de kop van het
pancreas, de dunne darm en het grootste deel van de dikke darm (colon)
- A. renales (nierslagader)
- A. mesenterica inferior
- Deel van de darmen
Onderin de aorta abdominalis vertakt de aorta in twee grote slagaderen die de benen van
zuurstofrijk bloed voorzien:
- a. iliacae communes
Medicatie die rectaal wordt toegediend gaat niet gelijk langs de lever.
Weekdoelen 3.1
1. De anatomische-topografische terminologie op de juiste manier gebruiken.
- Caudaal = in de richting van de staart
- Craniaal = in de richting van het hoofd
- Proximaal = in de richting van een
aanhechtingspunt
- Distaal = van een aanhechtingspunt af
- Ventraal = de buikzijde
- Dorsaal = de rugzijde
- Lateraal = in buitenwaartse richting van de
lengte-as (zijkant)
- Dexter = rechts
- Sinister = links
- Anterior = de voorkant
- Posterior = de achterkant
- Mediaal = in de richting van de lengte-as
van het lichaam
- Lateraal = buitenwaartse richting van de
lengte-as van het lichaam
Snijvlakken:
- Sagittaal vlak = verdeelt lichaam in
een linker en rechter gedeelte
- Frontaal vlak = verdeelt het lichaam in
een ventraal en dorsaal gedeelte
- Transversaal vlak = scheidt het
bovenste en onderste gedeelte van het
lichaam
, 2. De botten, exclusief die van de handen en voeten, benoemen en aanwijzen.
Kraakbeen
Hyalien kraakbeen (foetaal schedel)
- Gewrichten en borstbeen
- Transparant en melkachtig
Elastisch kraakbeen
- Neus en oren
- Veel elastische vezels
Vezelig kraakbeen
- Aanhechting pezen en bot
- Dicht vezelrijk bindweefsel
De bekken
Os sacrum
- Promontorium (voorzijde sacrum)
Os Ilium
- Spina iliaca anterior superior
Os pubis
- Pubic symphysis (verbinding os pubis)
Os ischium
- Spina ischiadica
Os coccyx
Ossa coxae = os pubis, ischii en ileum
Gewrichten
Sacro-iliacale gewrichten verbinden ossa coccygis met het os sacrum
Ligamenten
Sacroiliac ligament
Sacrospinous ligament
Sacrotuberous ligament
, 3. De bloed- en lymfevaten van de thorax en het abdomen benoemen en aanwijzen
tot op orgaanniveau.
Gaster = maag
Duodenum = twaalfvingerige darm
Jejunum = nuchtere darm, middelste deel dunne darm
Ileum = kronkeldarm, laatste deel van de dunne darm
Ceacum = blinde darm, appendix
Colon = Langste gedeelte van de dikke darm
Rectum = endeldarm
Hepar = lever
Lienis / splenica = milt
Renes = nieren
Vesica urinaria = urineblaas
v. portae hepatis = leverpoortader
Aortaboog
Bloed van de linkerventrikel de aorta in.
Eerst gaat de aorta een stukje omhoog (aorta ascendens).
Daarna maakt de aorta een boog (arcus aortae).
Daarna gaat de aorta naar beneden (aorta descendens).
Aftakkingen:
- A. coronaria sinistra (slagader hart rechts)
- A. coronaria dextra (slagader hart links)
- Truncus brachiocephalicus
- A. subclavia dexter
- A. carotis communis
Aorta thoracica
Vanaf Angulus sterni (verbinding borstbeen) wordt het de aorta thoracica.
- A. intercostales posteriores/anteriores
- Gebied tussen de ribben ("costae")
Aorta abdominalis
Vanaf Hiatus aorticus (middenrif) wordt het aorta abdominalis
- Truncus coeliacus
- Maag, lever en milt en deels het duodenum en de pancreas
- A. mesenterica superior
- Onderste deel van de twaalfvingerige darm (het duodenum), de kop van het
pancreas, de dunne darm en het grootste deel van de dikke darm (colon)
- A. renales (nierslagader)
- A. mesenterica inferior
- Deel van de darmen
Onderin de aorta abdominalis vertakt de aorta in twee grote slagaderen die de benen van
zuurstofrijk bloed voorzien:
- a. iliacae communes
Medicatie die rectaal wordt toegediend gaat niet gelijk langs de lever.
