Verloskunde - Jaar 1 - Module 5
Weekdoelen 5.1
1. De embryologische ontwikkeling van het hart en de bloedvaten (het
cardiovasculaire systeem) beschrijven en verklaren.
Vroege ontwikkeling van het hart
Het mesoderm bestaat uit het paraxiaal mesoderm, intermediair mesoderm en het laterale
plaat mesoderm. Het laterale plaat mesoderm bestaat uit het somatisch (parietaal)
mesoderm en het visceraal (splanchnisch) mesoderm.
De primaire hartbuis zal zich vormen uit het visceraal (splanchnisch) mesoderm welke zich
rond dag 18 van de embryonale ontwikkeling gevormd heeft.
Ontwikkeling van de venen die geassocieerd zijn met het foetale hart
Drie paar venen lopen in het primordiale hart van 4 weken.
- Vitelline venen; brengen zuurstofarm bloed van de dooierzak (umbilical vesicle) naar
het hart.
- Umbilicale venen; brengen zuurstofrijk bloed van de chorion zak naar het hart.
- Gemeenschappelijke cardinale venen (commen cardinal veins); voeren zuurstofarm
bloed van het lichaam van de foetus terug naar het hart van de foetus.
De vitalline venen volgen het vitalline kanaal
(omphaloenteric duct) naar het embryo. Na het
passeren van het septum transversum (voorligger
van het middenrif), lopen de vitalline venen uit in aan
de veneuze kant van het hart, de sinus venosus.
De linker vitelline vene gaat in regressie, en de
rechter wordt de leverpoortader deels mee gevormd,
en deels de inferior vena cava.
De umbilicale venen voeren aan elke kant van de
lever zuurstofrijk bloed van de placenta naar de sinus
venosus. Wanneer de lever groeit verbreekt de
verbinding tussen de umbilicale venen en het hart,
en worden de umbilicale venen geleegd in de lever.
De rechter umbilicale vene verdwijnt tijdens de 7e week, waarna alleen de linker umbilicale
vene overhoudt. De ductus venosus tussen de vena umbilicalis en de vena cava inferior
vormt.
De cardinale venen vormen de belangrijkste veneuze drainage van het embryo. De eerste
venen die ontwikkelen zijn de anterior en de posterior cardinale, en drainen het caudale en
het craniale deel van de foetus. Deze venen sluiten aan bij de gemeenschappelijke cardinale
venen, en vervolgens sluit dat aan op de sinus venosus.
,Ontwikkeling van de vena cava inferior
De IVC bestaat uit 4 algemene segmenten:
- Een leversegment; afgeleid van de leverader
en de lever sinusoïde
- Een prerenale segment; afgeleid van de
rechter subcarinale vene
- Een renaal segment; afgeleid van de
subcarinale - supra cardinale anastomie
- Een postrenale segment; afgeleid van de
rechter supra cardinale vene
Faryngeale boog vene en andere aftakkingen van
de dorsale aorta
De faryngeale boog vormt zich in de 4-5e week. De
faryngeale boog arteriën vervoeren bloed naar de
faryngeale boog, en komen uit de aortazak. Vanuit de
faryngeale boog arteriën loopt het verder naar de dorsale aorta. Neurale lijstcellen vormen
de outflowtract en de faryngeale boog arteriën.
Eerst loopt de dorsale aorta door de hele lengte van de embryo, later worden dit de
thoracale en abdominale aorta.
Samenvatting
, Latere ontwikkeling van het hart
In deze fase is het hart een buis, het primordiale myocardium. Het hart bestaat nu uit een
dunne van endotheel gemaakte buis met een dikke laag myocardium. Deze twee lagen zijn
gescheiden met hartgelei.
Tegelijkertijd verlengt het buisvormige hart zich en ontwikkelt peristaltische bewegingen.
Aortic sac → Aortaboog
Truncus arteriosus → Outflow tract
Bulbus cordis → Rechter ventrikel en outflow tract
Primitieve ventrikel → Linker ventrikel
Primitieve atrium → Linker en rechter atrium
Sinus venosus → Primitieve geleidingssysteem en
coronaire sinus
Vorming van de vier kamers
Aan het einde van de vierde
week vormen er endocardiale
kussens rond de muur van de AV
kanaal. De kussens worden
gevormd van neurale lijstcellen
en cardiac jelly. Endocardiale
kussens fuseren tot AV septum.
Er staan een linker en rechter
AV-kanaal. Vanuit het septum
ontstaan AV-kleppen.
Weekdoelen 5.1
1. De embryologische ontwikkeling van het hart en de bloedvaten (het
cardiovasculaire systeem) beschrijven en verklaren.
Vroege ontwikkeling van het hart
Het mesoderm bestaat uit het paraxiaal mesoderm, intermediair mesoderm en het laterale
plaat mesoderm. Het laterale plaat mesoderm bestaat uit het somatisch (parietaal)
mesoderm en het visceraal (splanchnisch) mesoderm.
De primaire hartbuis zal zich vormen uit het visceraal (splanchnisch) mesoderm welke zich
rond dag 18 van de embryonale ontwikkeling gevormd heeft.
Ontwikkeling van de venen die geassocieerd zijn met het foetale hart
Drie paar venen lopen in het primordiale hart van 4 weken.
- Vitelline venen; brengen zuurstofarm bloed van de dooierzak (umbilical vesicle) naar
het hart.
- Umbilicale venen; brengen zuurstofrijk bloed van de chorion zak naar het hart.
- Gemeenschappelijke cardinale venen (commen cardinal veins); voeren zuurstofarm
bloed van het lichaam van de foetus terug naar het hart van de foetus.
De vitalline venen volgen het vitalline kanaal
(omphaloenteric duct) naar het embryo. Na het
passeren van het septum transversum (voorligger
van het middenrif), lopen de vitalline venen uit in aan
de veneuze kant van het hart, de sinus venosus.
De linker vitelline vene gaat in regressie, en de
rechter wordt de leverpoortader deels mee gevormd,
en deels de inferior vena cava.
De umbilicale venen voeren aan elke kant van de
lever zuurstofrijk bloed van de placenta naar de sinus
venosus. Wanneer de lever groeit verbreekt de
verbinding tussen de umbilicale venen en het hart,
en worden de umbilicale venen geleegd in de lever.
De rechter umbilicale vene verdwijnt tijdens de 7e week, waarna alleen de linker umbilicale
vene overhoudt. De ductus venosus tussen de vena umbilicalis en de vena cava inferior
vormt.
De cardinale venen vormen de belangrijkste veneuze drainage van het embryo. De eerste
venen die ontwikkelen zijn de anterior en de posterior cardinale, en drainen het caudale en
het craniale deel van de foetus. Deze venen sluiten aan bij de gemeenschappelijke cardinale
venen, en vervolgens sluit dat aan op de sinus venosus.
,Ontwikkeling van de vena cava inferior
De IVC bestaat uit 4 algemene segmenten:
- Een leversegment; afgeleid van de leverader
en de lever sinusoïde
- Een prerenale segment; afgeleid van de
rechter subcarinale vene
- Een renaal segment; afgeleid van de
subcarinale - supra cardinale anastomie
- Een postrenale segment; afgeleid van de
rechter supra cardinale vene
Faryngeale boog vene en andere aftakkingen van
de dorsale aorta
De faryngeale boog vormt zich in de 4-5e week. De
faryngeale boog arteriën vervoeren bloed naar de
faryngeale boog, en komen uit de aortazak. Vanuit de
faryngeale boog arteriën loopt het verder naar de dorsale aorta. Neurale lijstcellen vormen
de outflowtract en de faryngeale boog arteriën.
Eerst loopt de dorsale aorta door de hele lengte van de embryo, later worden dit de
thoracale en abdominale aorta.
Samenvatting
, Latere ontwikkeling van het hart
In deze fase is het hart een buis, het primordiale myocardium. Het hart bestaat nu uit een
dunne van endotheel gemaakte buis met een dikke laag myocardium. Deze twee lagen zijn
gescheiden met hartgelei.
Tegelijkertijd verlengt het buisvormige hart zich en ontwikkelt peristaltische bewegingen.
Aortic sac → Aortaboog
Truncus arteriosus → Outflow tract
Bulbus cordis → Rechter ventrikel en outflow tract
Primitieve ventrikel → Linker ventrikel
Primitieve atrium → Linker en rechter atrium
Sinus venosus → Primitieve geleidingssysteem en
coronaire sinus
Vorming van de vier kamers
Aan het einde van de vierde
week vormen er endocardiale
kussens rond de muur van de AV
kanaal. De kussens worden
gevormd van neurale lijstcellen
en cardiac jelly. Endocardiale
kussens fuseren tot AV septum.
Er staan een linker en rechter
AV-kanaal. Vanuit het septum
ontstaan AV-kleppen.
