, AANTEKENEN
P. Bakker
Bomenlaan 55
1292 YI PURMEREND
BSN: 17378191
Aan
Gemeente Purmerend
Afdeling Bezwaar en beroep
T.a.v. S. Tamer, R. Wulp, F. Sikkenga
Postbus 15
1440 AA PURMEREND
Purmerend, 1 februari 2020
Onderwerp: bezwaarschrift inzake omgevingsvergunning voor het plaatsen van airco’s
Kenmerk:
Geachte mevrouw Tamer, mevrouw Wulp & mevrouw Sikkenga,
Ondergetekenden, N. Reijenga, L. Reinders & S. Kloosterman maken hierbij namens de
heer P. Bakker, geboren op 13 maart 1967, wonende te Bomenlaan 55, 1292 YI te
Purmerend, hierna te noemen: cliënt, bezwaar tegen het besluit van 26 januari 2020. Een
kopie van het besluit voegen wij toe aan het bezwaarschrift.
In het genomen besluit staat vast dat de vergunning verleent wordt voor de plaatsing van de
airco’s. Wij kunnen ons niet verenigen met dit besluit. Hieronder zullen wij toelichten waarom
wij het niet eens zijn met het besluit.
Grond 1: hoorplicht
Op grond van de Algemene wet Bestuursrecht (verder: Awb) is er een hoorplicht voor derde-
belanghebbenden. Volgens artikel 7:2 lid 1 van de Awb dient een bestuursorgaan voordat er
een beslissing op bezwaar wordt gemaakt, belanghebbenden in de gelegenheid te hebben
gesteld om te worden gehoord. Onder belanghebbende valt ook de derde-belanghebbende.
Volgens lid 2 van dit artikel dient het bestuursorgaan de indiener van het bezwaarschrift op
de hoogte te stellen om zijn zienswijze naar voren te brengen. Dit geldt ook voor andere
belanghebbenden die bij de voorbereiding van het besluit hun zienswijzen naar voren
hebben gebracht.
In het primaire besluit is de mogelijkheid om derde-belanghebbenden te horen, niet in het
besluit opgenomen. Dit doet niet af aan het feit dat onze cliënt alsnog het recht had om
gehoord te worden en zijn zienswijze over de plaatsing van de airco’s op het atrium en de
daarvoor verleende omgevingsvergunning, mondeling of schriftelijk toe te lichten. Het
mondeling of schriftelijk toelichten van de zienswijze vloeit voort uit artikel 4:9 van de Awb.
P. Bakker
Bomenlaan 55
1292 YI PURMEREND
BSN: 17378191
Aan
Gemeente Purmerend
Afdeling Bezwaar en beroep
T.a.v. S. Tamer, R. Wulp, F. Sikkenga
Postbus 15
1440 AA PURMEREND
Purmerend, 1 februari 2020
Onderwerp: bezwaarschrift inzake omgevingsvergunning voor het plaatsen van airco’s
Kenmerk:
Geachte mevrouw Tamer, mevrouw Wulp & mevrouw Sikkenga,
Ondergetekenden, N. Reijenga, L. Reinders & S. Kloosterman maken hierbij namens de
heer P. Bakker, geboren op 13 maart 1967, wonende te Bomenlaan 55, 1292 YI te
Purmerend, hierna te noemen: cliënt, bezwaar tegen het besluit van 26 januari 2020. Een
kopie van het besluit voegen wij toe aan het bezwaarschrift.
In het genomen besluit staat vast dat de vergunning verleent wordt voor de plaatsing van de
airco’s. Wij kunnen ons niet verenigen met dit besluit. Hieronder zullen wij toelichten waarom
wij het niet eens zijn met het besluit.
Grond 1: hoorplicht
Op grond van de Algemene wet Bestuursrecht (verder: Awb) is er een hoorplicht voor derde-
belanghebbenden. Volgens artikel 7:2 lid 1 van de Awb dient een bestuursorgaan voordat er
een beslissing op bezwaar wordt gemaakt, belanghebbenden in de gelegenheid te hebben
gesteld om te worden gehoord. Onder belanghebbende valt ook de derde-belanghebbende.
Volgens lid 2 van dit artikel dient het bestuursorgaan de indiener van het bezwaarschrift op
de hoogte te stellen om zijn zienswijze naar voren te brengen. Dit geldt ook voor andere
belanghebbenden die bij de voorbereiding van het besluit hun zienswijzen naar voren
hebben gebracht.
In het primaire besluit is de mogelijkheid om derde-belanghebbenden te horen, niet in het
besluit opgenomen. Dit doet niet af aan het feit dat onze cliënt alsnog het recht had om
gehoord te worden en zijn zienswijze over de plaatsing van de airco’s op het atrium en de
daarvoor verleende omgevingsvergunning, mondeling of schriftelijk toe te lichten. Het
mondeling of schriftelijk toelichten van de zienswijze vloeit voort uit artikel 4:9 van de Awb.