NEUROLOGIE
Spraak- en taalstoornissen
,1|Pagina
, EXTRALINGUÏSTISCHE COGNITIEVE
ASPECTEN BIJ AFASIE
1. OVERLAP TAAL EN COGNITIE
We stellen ons de vraag of het neurale taalnetwerk betrokken is bij de cognitieve
vaardigheden.
Daarbij is het belangrijk te weten wat het neurale taalnetwerk is.
Vroeger dacht men dat dit bestond uit het Wernicke gebied en Broca gebied die
onderling verbonden waren. Sinds een 20-tal jaar weten we dat de taal complexer is
dan dat. Er is een dorsale stroom en een ventrale stroom. Ook de auditieve cortex
speelt een rol, want die gaat klanken identificeren en samenbrengen.
Verder is er een dominantie van de linker hemisfeer, maar rechts is wel actief.
Dan kunnen we ons afvragen of er overlap is tussen het neurale taalnetwerk en het
netwerk voor hogere-orde cognitieve functies.
Enerzijds kunnen we zeggen ‘Ja, want bv. regio van Broca is actief bij gesproken
taal, maar ook bij werkgeheugentaken’.
Nu deze conclusie werd gemaakt op basis van groepsanalyses. Hierbij werden de
hersenen van een groep gezonde mensen bestudeerd, enerzijds tijdens een
taaltaak, anderzijds bij werkgeheugentaken. Bij ieder individu kan de plaats van
activatie licht verschillen. Als je al die resultaten op elkaar legt, zal een groot gebied
actief lijken. Terwijl als we kijken naar ieder individu afzonderlijk, zien we dat de
regio’s toch uit elkaar liggen.
Verder worden de taalzones en cognitieve zones grotendeels door dezelfde
bloedvaten bevloeid. Toch zijn er nog zones die hoger gelegen zijn en dus door
andere bloedvaten bevloeid worden.
2|Pagina
, DUS:
Er is geen neurale overlap tussen de taal- en cognitieve gebieden, al zijn ze wel
nabijgelegen.
Er is wel een hoge comorbiditeit tussen afasie en cognitieve problemen. Ongeveer
88% van de stroke-patiënten met afasie heeft een deficit in minstens één cognitief
aspect.
Al is er wel een bedenking: cognitieve testen kunnen beïnvloed worden door een
taalprobleem en omgekeerd. Al vallen veel afatici ook uit op non-verbale cognitieve
testen.
Een probleem in taal kan leiden tot het niet goed uitvoeren van de opdracht
omdat deze niet goed begrepen werd
Taaltests worden beïnvloed door aandacht
Verder hebben cognitieve problemen een negatieve invloed op de prognose.
2. COGNITIEVE DOMEINEN EN BEGRIPPEN
Cognitieve vaardigheden staan in voor het verwerken, opslaan en gebruiken van
inkomende informatie.
Er zijn drie belangrijke onderdelen:
• Aandacht
• Geheugen
• Executieve functies
2.1. AANDACHT
Er bestaan verschillende soorten aandacht:
1) Volgehouden aandacht
= Concentratie
Laat toe om aandacht vast te houden en stabiele prestatie te leveren over
een lange periode
bv. naar het einde toe van een opdracht neemt de kwaliteit niet af
Heeft een effect op therapie (bv. kortere therapie)
3|Pagina
Spraak- en taalstoornissen
,1|Pagina
, EXTRALINGUÏSTISCHE COGNITIEVE
ASPECTEN BIJ AFASIE
1. OVERLAP TAAL EN COGNITIE
We stellen ons de vraag of het neurale taalnetwerk betrokken is bij de cognitieve
vaardigheden.
Daarbij is het belangrijk te weten wat het neurale taalnetwerk is.
Vroeger dacht men dat dit bestond uit het Wernicke gebied en Broca gebied die
onderling verbonden waren. Sinds een 20-tal jaar weten we dat de taal complexer is
dan dat. Er is een dorsale stroom en een ventrale stroom. Ook de auditieve cortex
speelt een rol, want die gaat klanken identificeren en samenbrengen.
Verder is er een dominantie van de linker hemisfeer, maar rechts is wel actief.
Dan kunnen we ons afvragen of er overlap is tussen het neurale taalnetwerk en het
netwerk voor hogere-orde cognitieve functies.
Enerzijds kunnen we zeggen ‘Ja, want bv. regio van Broca is actief bij gesproken
taal, maar ook bij werkgeheugentaken’.
Nu deze conclusie werd gemaakt op basis van groepsanalyses. Hierbij werden de
hersenen van een groep gezonde mensen bestudeerd, enerzijds tijdens een
taaltaak, anderzijds bij werkgeheugentaken. Bij ieder individu kan de plaats van
activatie licht verschillen. Als je al die resultaten op elkaar legt, zal een groot gebied
actief lijken. Terwijl als we kijken naar ieder individu afzonderlijk, zien we dat de
regio’s toch uit elkaar liggen.
Verder worden de taalzones en cognitieve zones grotendeels door dezelfde
bloedvaten bevloeid. Toch zijn er nog zones die hoger gelegen zijn en dus door
andere bloedvaten bevloeid worden.
2|Pagina
, DUS:
Er is geen neurale overlap tussen de taal- en cognitieve gebieden, al zijn ze wel
nabijgelegen.
Er is wel een hoge comorbiditeit tussen afasie en cognitieve problemen. Ongeveer
88% van de stroke-patiënten met afasie heeft een deficit in minstens één cognitief
aspect.
Al is er wel een bedenking: cognitieve testen kunnen beïnvloed worden door een
taalprobleem en omgekeerd. Al vallen veel afatici ook uit op non-verbale cognitieve
testen.
Een probleem in taal kan leiden tot het niet goed uitvoeren van de opdracht
omdat deze niet goed begrepen werd
Taaltests worden beïnvloed door aandacht
Verder hebben cognitieve problemen een negatieve invloed op de prognose.
2. COGNITIEVE DOMEINEN EN BEGRIPPEN
Cognitieve vaardigheden staan in voor het verwerken, opslaan en gebruiken van
inkomende informatie.
Er zijn drie belangrijke onderdelen:
• Aandacht
• Geheugen
• Executieve functies
2.1. AANDACHT
Er bestaan verschillende soorten aandacht:
1) Volgehouden aandacht
= Concentratie
Laat toe om aandacht vast te houden en stabiele prestatie te leveren over
een lange periode
bv. naar het einde toe van een opdracht neemt de kwaliteit niet af
Heeft een effect op therapie (bv. kortere therapie)
3|Pagina