Mens en gezondheid 2
Semester 1
Werkcollege 1: introductie, psychopathologie, classificatiesystemen
Psychopathologie
Definitie
Een deelgebied van de psychiatrie en de psychologie die zich bezighoudt met het beschrijven van
psychische stoornissen, oorzaken daarvan en behandelingen daarvoor.
Betekenis
• Deelgebied
o Psychiatrie
o Klinische psychologie
Ø Medische perspectieven
• Focus op
o Afwijkende emoties, gedachten en gedrag
• Aandacht voor
o Oorzaken
Ø Niet de bedoeling om naar oorzaken te graven als er geen behandeling zal volgen
o Behandeling
Symptoom versus syndroom versus co morbiditeit
Betekenis
• Symptoom
o Specifieke kenmerken of eigenschappen die passen bij een bepaalde psychische stoornis
o De effectieve, concrete klacht die een cliënt heeft
Ø Vb. hoofdpijn, triestige gevoelens…
• Syndroom
o Een groep symptomen
o Gelinkt aan een bepaalde stoornis
o Ziektebeeld
• Co morbiditeit
o Het tegelijkertijd hebben van twee of meer stoornissen/aandoeningen
o De samenhang van verschillende symptomen, syndromen en stoornissen
“Normaal” gedrag
Hoe wordt het bepaald?
• Door wie
o Cultuur/maatschappij
Ø Culturen kunnen hierin verschillen van elkaar naargelang de gevoelens die ze
tegenover een bepaald gedrag koesteren
1
, • Door wat
o Normaal gedrag is veranderd doorheen de tijd
• Vanaf wanneer
o Gewenning zorgt ervoor dat bepaald gedrag als normaal beschouwd wordt
(Niet zo) lang geleden
Verschil tussen vroeger en nu
• Homoseksualiteit
o Vroeger: psychiatrische stoornis
o Nu: geen psychiatrische stoornis
• Lobotomie
o Behandeling waarbij er een naald door het oog werd gestoken om een bepaald gebied van
de hersenen uit te schakelen
o Vroeger: een grote openbaring
o Nu: een onnuttige behandeling
• Shell shock
o Psychiatrisch syndroom bij militairen
Ø Lichamelijke symptomen
§ Tremoren, hyperventilatie, verlammingen, bewegingsstoornissen…
Ø Psychische symptomen
§ Depressie, slapeloosheid, emotionele instabiliteit, hallucinaties,
nachtmerries…
o Vroeger: een houding die niet mag aangenomen worden door een militair
o Nu: erkend als een psychiatrisch syndroom
Ab”normaal”/afwijkend gedrag
Criteria
• Uitzonderlijk
o Binnen het individu
• Sociaal afwijkend
o Afwijkend van de normen binnen een bepaalde cultuur
• Foute perceptie of interpretatie van de realiteit
o Mensen gaan de realtiteit niet meer geloven
Ø Vb. bij een eetstoornis vind het individu zichzelf te dik terwijl zijn/haar gewicht
volkomen normaal is
• Aanzienlijk emotioneel lijden van de persoon
o Als gevolg van problematische emoties
Ø Vb. het verlammen door angst
• Ongepast of contraproductief gedrag
o Gedrag dat geen bevrediging maar onprettige gevoelens oproept
• Gevaar
o Voor anderen of voor zichzelf
2
,Conformisme
= de neiging om je aan te passen aan het gedrag en opvattingen in een bepaalde groep met als doel
om geaccepteerd te worden
Psychodiagnostische cyclus
Diagnose stellen
Klinisch interview
• Geven het teken van diagnoses maar zijn niet op zichzelf staand
Tests
• Objectief
• Sociaal wenselijk antwoorden
Neuropsychologische beoordeling
• Onderzoekt psychologische verschijnselen en functies met een veronderstelde neurologische
achtergrond
o Werking van de hersenen in kaart brengen
Gedragsbeoordeling
• Wat zie je effectief gebeuren
o Vb. eyetracking
Ø Naar wat kijkt de cliënt
• Hoe gedragen mensen zich
Fysiologische beoordeling en beeldende technieken
• De functie van je lichaam
Gevaar bij vragenlijsten: wenselijk antwoorden, beter antwoorden dan de werkelijkheid, stoornis kan
antwoord beïnvloeden
Classificatiesystemen
DSM-V
• Inhoud
o 347 psychische stoornissen
o 20 categorieën opgedeeld op basis van
Ø Emotioneel lijden
Ø Effect op functioneren
Ø Persoonlijk lijden
Ø Lange tijd en niet “normaal” binnen bepaalde context
3
, • Doel
o Stelt criteria op voor alle stoornissen
o GEEN diagnostisch materiaal
• Voordelen
o Communicatie
Ø Wereldwijd hetzelfde beeld over een bepaalde stoornis
o Betrouwbaarheid
o Didactische functie
o Voorspelling
• Nadelen
o Banden farmaceutische sector
o Psychiatrisering normale belevingen
Ø Zonder de juiste achtergrondkennis kan er een foute/te snelle diagnose gesteld
worden
o Biologisch reductionisme
o Culturele bias (CCMD)
Ø Sommige stoornissen zijn in een bepaalde cultuur niet gekend of onbestaand
o Betrouwbaarheid en validiteit
o Geen aandacht sterktes
o Vaagheid
Gevaar van een boek dat alles omschrijft
Hokjesdenken – mensen categoriseren
• Voordelen
o Erkenning
o Zorgt voor de gepaste hulp
• Nadelen
o Cliënten gedragen zich nog meer naar de diagnose die ze hebben gekregen
Differentiële diagnostiek
Werkwijze
• Wetenschappelijke methode
o Uit een lijst van mogelijke aandoeningen waaraan een bepaalde patiënt zou kunnen lijden,
wordt een diagnose gesteld
Ø Op basis van klachten en symptomen die het individu bezit
Kritisch denken
Socioculturele factoren
• Negatief beeld
o Fout label
o Negatief gevoel tegenover diagnose
o Beeld hangt af van SES
Ø Laag: werk is noodzakelijk om te overleven dus negatieve houding tegenover burn-
out
Ø Hoog: werk is niet noodzakelijk om te overleven dus positieve houding tegenover
burn-out
4
Semester 1
Werkcollege 1: introductie, psychopathologie, classificatiesystemen
Psychopathologie
Definitie
Een deelgebied van de psychiatrie en de psychologie die zich bezighoudt met het beschrijven van
psychische stoornissen, oorzaken daarvan en behandelingen daarvoor.
Betekenis
• Deelgebied
o Psychiatrie
o Klinische psychologie
Ø Medische perspectieven
• Focus op
o Afwijkende emoties, gedachten en gedrag
• Aandacht voor
o Oorzaken
Ø Niet de bedoeling om naar oorzaken te graven als er geen behandeling zal volgen
o Behandeling
Symptoom versus syndroom versus co morbiditeit
Betekenis
• Symptoom
o Specifieke kenmerken of eigenschappen die passen bij een bepaalde psychische stoornis
o De effectieve, concrete klacht die een cliënt heeft
Ø Vb. hoofdpijn, triestige gevoelens…
• Syndroom
o Een groep symptomen
o Gelinkt aan een bepaalde stoornis
o Ziektebeeld
• Co morbiditeit
o Het tegelijkertijd hebben van twee of meer stoornissen/aandoeningen
o De samenhang van verschillende symptomen, syndromen en stoornissen
“Normaal” gedrag
Hoe wordt het bepaald?
• Door wie
o Cultuur/maatschappij
Ø Culturen kunnen hierin verschillen van elkaar naargelang de gevoelens die ze
tegenover een bepaald gedrag koesteren
1
, • Door wat
o Normaal gedrag is veranderd doorheen de tijd
• Vanaf wanneer
o Gewenning zorgt ervoor dat bepaald gedrag als normaal beschouwd wordt
(Niet zo) lang geleden
Verschil tussen vroeger en nu
• Homoseksualiteit
o Vroeger: psychiatrische stoornis
o Nu: geen psychiatrische stoornis
• Lobotomie
o Behandeling waarbij er een naald door het oog werd gestoken om een bepaald gebied van
de hersenen uit te schakelen
o Vroeger: een grote openbaring
o Nu: een onnuttige behandeling
• Shell shock
o Psychiatrisch syndroom bij militairen
Ø Lichamelijke symptomen
§ Tremoren, hyperventilatie, verlammingen, bewegingsstoornissen…
Ø Psychische symptomen
§ Depressie, slapeloosheid, emotionele instabiliteit, hallucinaties,
nachtmerries…
o Vroeger: een houding die niet mag aangenomen worden door een militair
o Nu: erkend als een psychiatrisch syndroom
Ab”normaal”/afwijkend gedrag
Criteria
• Uitzonderlijk
o Binnen het individu
• Sociaal afwijkend
o Afwijkend van de normen binnen een bepaalde cultuur
• Foute perceptie of interpretatie van de realiteit
o Mensen gaan de realtiteit niet meer geloven
Ø Vb. bij een eetstoornis vind het individu zichzelf te dik terwijl zijn/haar gewicht
volkomen normaal is
• Aanzienlijk emotioneel lijden van de persoon
o Als gevolg van problematische emoties
Ø Vb. het verlammen door angst
• Ongepast of contraproductief gedrag
o Gedrag dat geen bevrediging maar onprettige gevoelens oproept
• Gevaar
o Voor anderen of voor zichzelf
2
,Conformisme
= de neiging om je aan te passen aan het gedrag en opvattingen in een bepaalde groep met als doel
om geaccepteerd te worden
Psychodiagnostische cyclus
Diagnose stellen
Klinisch interview
• Geven het teken van diagnoses maar zijn niet op zichzelf staand
Tests
• Objectief
• Sociaal wenselijk antwoorden
Neuropsychologische beoordeling
• Onderzoekt psychologische verschijnselen en functies met een veronderstelde neurologische
achtergrond
o Werking van de hersenen in kaart brengen
Gedragsbeoordeling
• Wat zie je effectief gebeuren
o Vb. eyetracking
Ø Naar wat kijkt de cliënt
• Hoe gedragen mensen zich
Fysiologische beoordeling en beeldende technieken
• De functie van je lichaam
Gevaar bij vragenlijsten: wenselijk antwoorden, beter antwoorden dan de werkelijkheid, stoornis kan
antwoord beïnvloeden
Classificatiesystemen
DSM-V
• Inhoud
o 347 psychische stoornissen
o 20 categorieën opgedeeld op basis van
Ø Emotioneel lijden
Ø Effect op functioneren
Ø Persoonlijk lijden
Ø Lange tijd en niet “normaal” binnen bepaalde context
3
, • Doel
o Stelt criteria op voor alle stoornissen
o GEEN diagnostisch materiaal
• Voordelen
o Communicatie
Ø Wereldwijd hetzelfde beeld over een bepaalde stoornis
o Betrouwbaarheid
o Didactische functie
o Voorspelling
• Nadelen
o Banden farmaceutische sector
o Psychiatrisering normale belevingen
Ø Zonder de juiste achtergrondkennis kan er een foute/te snelle diagnose gesteld
worden
o Biologisch reductionisme
o Culturele bias (CCMD)
Ø Sommige stoornissen zijn in een bepaalde cultuur niet gekend of onbestaand
o Betrouwbaarheid en validiteit
o Geen aandacht sterktes
o Vaagheid
Gevaar van een boek dat alles omschrijft
Hokjesdenken – mensen categoriseren
• Voordelen
o Erkenning
o Zorgt voor de gepaste hulp
• Nadelen
o Cliënten gedragen zich nog meer naar de diagnose die ze hebben gekregen
Differentiële diagnostiek
Werkwijze
• Wetenschappelijke methode
o Uit een lijst van mogelijke aandoeningen waaraan een bepaalde patiënt zou kunnen lijden,
wordt een diagnose gesteld
Ø Op basis van klachten en symptomen die het individu bezit
Kritisch denken
Socioculturele factoren
• Negatief beeld
o Fout label
o Negatief gevoel tegenover diagnose
o Beeld hangt af van SES
Ø Laag: werk is noodzakelijk om te overleven dus negatieve houding tegenover burn-
out
Ø Hoog: werk is niet noodzakelijk om te overleven dus positieve houding tegenover
burn-out
4