Samenvatting psychopathologie 1.2
Les 1: Niet aangeboren hersenletsel (NAH) en verstandelijke beperking.
NAH: is een uiteenlopende groep stoornissen die wordt ontstaan door permanente
beschadigingen in de hersenen.
De symptomen van NAH: je hebt 3 verschillende soorten NAH:
Uitgebreide en beperkte neurocognitieve stoornis
Vasculaire neurocognitieve stoornis
Vasculaire traumatisch hersenletsel
DSM-V symptomen van uitgebreide en beperkte neurocognitieve stoornis:
A. Aanwijzingen voor sterke cognitieve achteruitgang ten opzichte van een eerder niveau
van functioneren, in één of meer cognitieve domeinen, gebaseerd op:
1. Zorgen van de betrokkene, een naaste of de clinicus over de achteruitgang
2. Een substantiële beperking in de cognitieve prestaties, bij voorkeur vastgesteld met
gestandaardiseerde neuropsychologische tests of ander gekwantificeerd onderzoek.
B. De cognitieve deficiënties belemmeren het zelfstandig functioneren bij dagelijkse
handelingen.
C. De cognitieve deficiënties doen zich niet alleen voor in de context van een delirium.
D. De cognitieve deficiënties kunnen niet beter worden verklaard door een andere
psychische stoornis.
,DSM-V symptomen van Vasculaire neurocognitieve stoornis:
A. Er wordt voldaan aan de criteria voor een uitgebreide of beperkte neurocognitieve
stoornis.
B. De klinische kenmerken bij een vasculaire etiologie, wat blijkt uit (1) en/of (2):
1. Het begin van de cognitieve deficiënties hangt temporeel samen met een of meer
cerebrovasculaire incidenten.
2. Er zijn duidelijke aanwijzingen voor een achteruitgang in de complexe aandacht
(waaronder verwerkingssnelheid) en frontaal-executieve functies.
C. Er zijn aanwijzingen uit anamnese, lichamelijk onderzoek en/of beeldvormend
hersenonderzoek voor de aanwezigheid van een cerebrovasculaire ziekte die de
neurocognitieve deficiënties voldoende kunnen verklaren.
D. De stoornis kan niet beter worden verklaard door een andere hersen- of systeemziekte.
DSM-V symptomen van Vasculaire traumatisch hersenletsel:
A. Er wordt voldaan aan de criteria voor een uitgebreide of beperkte neurocognitieve
stoornis.
B. Er zijn aanwijzingen voor traumatisch hersenletsel: een harde stoot tegen het hoofd of
andere oorzaken van snelle bewegingen of verschuivingen van de hersenen in de schedel
met één of meer van de volgende kenmerken:
1. Bewustzijnsverlies
2. Posttraumatische amnesie
3. Desoriëntatie en verwardheid
4. Neurologische verschijnselen (bijvoorbeeld: beeldvormend hersenonderzoek, optreden
van convulsies (aanvallen), gezichtsvelduitval).
C. De neurocognitieve stoornis komt tot uiting direct nadat er zich traumatisch hersenletsel
heeft voorgedaan of direct nadat de betrokkene bij bewustzijn is gekomen, en houdt aan tot
na de acute periode van het letsel.
Oorzaken van NAH:
Traumatisch hersenletsel
Niet-traumatisch hersenletsel
Traumatische hersenletsel: oorzaken van buitenaf. Bijvoorbeeld:
Hersenkneuzing: hierbij zijn de hersencellen in het gebied van de coup en de
contracoup afgescheurd. Als de axonen van hun cellichaam scheurt sterven de
neuronen af.
Hersenbloedvaten scheuring: hierbij scheuren de bloedvaten wanneer de druk in de
schedel stijgt. Hierdoor kunnen er functies uitvallen.
, Je kan traumatisch hersenletsel in 2 vormen delen.
- open brain injury: de hersenen worden direct beschadigd
- Closed brain injury: de schedel blijft intact maar beschadigd door val of klap. Hier heb je
ook weer 2 vormen van:
Coup: botsen de hersenen tegen de voorkant van de schedel
Contracoup: ketsen de hersenen terug tegen de achterkant van de hersenen
Niet traumatisch hersenletsel: hierbij gebeurt er iets in de hersenen zonder dat er een
ongeluk bij aanwezig is. Voorbeelden van oorzaken zijn:
CVA (cerebrovasculair accident): een ongeluk in de bloedvaten van de hersenen.
- Herseninfarct: verstopping van de slagader zuurstoftekort. Verschijnselen kunnen zijn:
scheve mond, verlamd arm/been, moeilijkheden met spreken
- Hersenbloeding: een afwijking in de slagader (aneurysma), kan komen door een
verhoogde druk in de hersenen.
Zuurstoftekort: hierbij krijgen de hersenen geen zuurstof door bijvoorbeeld: een
hartstilstand, verstikking, verdrinking, vergiftiging.
Epidemiologie NAH: ongeveer 1 op de 30 mensen krijgt het. Een ongeval is de meest
voorkomende oorzaak. Bij een CVA zijn 55% van overlevende na 6 maanden niet zelfstandig.
Prognose en beloop NAH:
De verschillende fases van NAH:
Acute fase: monitoren
Revalidatie: functies terugkrijgen
, Re-integratie: alledaagse bezigheden oppakken
Chronische fase: weer terug naar huis gaan. Alles is gedaan wat gedaan kan worden
Behandelingen voor NAH:
Arbeidsparticipatie: lees artikel revalidatiegeneeskunde. Mensen weer terugkrijgen
in de maatschappij
Multidisciplinair werken: disciplines die kunnen helpen bij de behandeling van NAH.
Bijvoorbeeld: medische specialisten, onderwijzers, gedragswetenschappers,
psychosociaal medewerkers etc.
Preventie: bescherming voor bijv. fietsen, alcohol rem, risicogroepen beschermen.
Risico’s op beroertes voorkomen.
Verstandelijke beperking: is een ontwikkelingsstoornis. Er is sprake van een
hersenbeschadiging of het ontbreken van een deel van de hersenen.
Symptomen van een verstandelijke beperking:
Een verstandelijke beperking begint gedurende de ontwikkelperiode, met beperkingen in
zowel het verstandelijk als adaptief functioneren, in de conceptuele, sociale en praktische
domeinen. Er moet voldaan worden aan de volgende drie criteria:
A. Deficiënties (beperkingen) in de intellectuele functies, zoals redeneren, problemen
oplossen, plannen, abstract denken, oordelen, schools leren en leren door ervaringen. Dit
moet bevestigd worden door zowel een klinische beoordeling als een intelligentietest.
Les 1: Niet aangeboren hersenletsel (NAH) en verstandelijke beperking.
NAH: is een uiteenlopende groep stoornissen die wordt ontstaan door permanente
beschadigingen in de hersenen.
De symptomen van NAH: je hebt 3 verschillende soorten NAH:
Uitgebreide en beperkte neurocognitieve stoornis
Vasculaire neurocognitieve stoornis
Vasculaire traumatisch hersenletsel
DSM-V symptomen van uitgebreide en beperkte neurocognitieve stoornis:
A. Aanwijzingen voor sterke cognitieve achteruitgang ten opzichte van een eerder niveau
van functioneren, in één of meer cognitieve domeinen, gebaseerd op:
1. Zorgen van de betrokkene, een naaste of de clinicus over de achteruitgang
2. Een substantiële beperking in de cognitieve prestaties, bij voorkeur vastgesteld met
gestandaardiseerde neuropsychologische tests of ander gekwantificeerd onderzoek.
B. De cognitieve deficiënties belemmeren het zelfstandig functioneren bij dagelijkse
handelingen.
C. De cognitieve deficiënties doen zich niet alleen voor in de context van een delirium.
D. De cognitieve deficiënties kunnen niet beter worden verklaard door een andere
psychische stoornis.
,DSM-V symptomen van Vasculaire neurocognitieve stoornis:
A. Er wordt voldaan aan de criteria voor een uitgebreide of beperkte neurocognitieve
stoornis.
B. De klinische kenmerken bij een vasculaire etiologie, wat blijkt uit (1) en/of (2):
1. Het begin van de cognitieve deficiënties hangt temporeel samen met een of meer
cerebrovasculaire incidenten.
2. Er zijn duidelijke aanwijzingen voor een achteruitgang in de complexe aandacht
(waaronder verwerkingssnelheid) en frontaal-executieve functies.
C. Er zijn aanwijzingen uit anamnese, lichamelijk onderzoek en/of beeldvormend
hersenonderzoek voor de aanwezigheid van een cerebrovasculaire ziekte die de
neurocognitieve deficiënties voldoende kunnen verklaren.
D. De stoornis kan niet beter worden verklaard door een andere hersen- of systeemziekte.
DSM-V symptomen van Vasculaire traumatisch hersenletsel:
A. Er wordt voldaan aan de criteria voor een uitgebreide of beperkte neurocognitieve
stoornis.
B. Er zijn aanwijzingen voor traumatisch hersenletsel: een harde stoot tegen het hoofd of
andere oorzaken van snelle bewegingen of verschuivingen van de hersenen in de schedel
met één of meer van de volgende kenmerken:
1. Bewustzijnsverlies
2. Posttraumatische amnesie
3. Desoriëntatie en verwardheid
4. Neurologische verschijnselen (bijvoorbeeld: beeldvormend hersenonderzoek, optreden
van convulsies (aanvallen), gezichtsvelduitval).
C. De neurocognitieve stoornis komt tot uiting direct nadat er zich traumatisch hersenletsel
heeft voorgedaan of direct nadat de betrokkene bij bewustzijn is gekomen, en houdt aan tot
na de acute periode van het letsel.
Oorzaken van NAH:
Traumatisch hersenletsel
Niet-traumatisch hersenletsel
Traumatische hersenletsel: oorzaken van buitenaf. Bijvoorbeeld:
Hersenkneuzing: hierbij zijn de hersencellen in het gebied van de coup en de
contracoup afgescheurd. Als de axonen van hun cellichaam scheurt sterven de
neuronen af.
Hersenbloedvaten scheuring: hierbij scheuren de bloedvaten wanneer de druk in de
schedel stijgt. Hierdoor kunnen er functies uitvallen.
, Je kan traumatisch hersenletsel in 2 vormen delen.
- open brain injury: de hersenen worden direct beschadigd
- Closed brain injury: de schedel blijft intact maar beschadigd door val of klap. Hier heb je
ook weer 2 vormen van:
Coup: botsen de hersenen tegen de voorkant van de schedel
Contracoup: ketsen de hersenen terug tegen de achterkant van de hersenen
Niet traumatisch hersenletsel: hierbij gebeurt er iets in de hersenen zonder dat er een
ongeluk bij aanwezig is. Voorbeelden van oorzaken zijn:
CVA (cerebrovasculair accident): een ongeluk in de bloedvaten van de hersenen.
- Herseninfarct: verstopping van de slagader zuurstoftekort. Verschijnselen kunnen zijn:
scheve mond, verlamd arm/been, moeilijkheden met spreken
- Hersenbloeding: een afwijking in de slagader (aneurysma), kan komen door een
verhoogde druk in de hersenen.
Zuurstoftekort: hierbij krijgen de hersenen geen zuurstof door bijvoorbeeld: een
hartstilstand, verstikking, verdrinking, vergiftiging.
Epidemiologie NAH: ongeveer 1 op de 30 mensen krijgt het. Een ongeval is de meest
voorkomende oorzaak. Bij een CVA zijn 55% van overlevende na 6 maanden niet zelfstandig.
Prognose en beloop NAH:
De verschillende fases van NAH:
Acute fase: monitoren
Revalidatie: functies terugkrijgen
, Re-integratie: alledaagse bezigheden oppakken
Chronische fase: weer terug naar huis gaan. Alles is gedaan wat gedaan kan worden
Behandelingen voor NAH:
Arbeidsparticipatie: lees artikel revalidatiegeneeskunde. Mensen weer terugkrijgen
in de maatschappij
Multidisciplinair werken: disciplines die kunnen helpen bij de behandeling van NAH.
Bijvoorbeeld: medische specialisten, onderwijzers, gedragswetenschappers,
psychosociaal medewerkers etc.
Preventie: bescherming voor bijv. fietsen, alcohol rem, risicogroepen beschermen.
Risico’s op beroertes voorkomen.
Verstandelijke beperking: is een ontwikkelingsstoornis. Er is sprake van een
hersenbeschadiging of het ontbreken van een deel van de hersenen.
Symptomen van een verstandelijke beperking:
Een verstandelijke beperking begint gedurende de ontwikkelperiode, met beperkingen in
zowel het verstandelijk als adaptief functioneren, in de conceptuele, sociale en praktische
domeinen. Er moet voldaan worden aan de volgende drie criteria:
A. Deficiënties (beperkingen) in de intellectuele functies, zoals redeneren, problemen
oplossen, plannen, abstract denken, oordelen, schools leren en leren door ervaringen. Dit
moet bevestigd worden door zowel een klinische beoordeling als een intelligentietest.