SPELLING HOOFDSTUK 1
Je gebruikt leesteken om een tekst beter leesbaar te maken
➢ De komma voeg je toe tussen twee zinnen tot een nieuwe zin
De komma gebruik je:
● tussen twee persoonsvormen:
Als we elke dag naar het strand kunnen, hebben we een fijne vakantie.
● voor maar, doordat, nadat, omdat, terwijl, want, voordat, zodat, zodra
We hebben een fijne vakantie gehad, omdat we elke dag naar het strand konden.
● als je de delen van een zin niet los kunt uitspreken:
We hebben een fijne vakantie gehad, die bovendien lekker lang duurde.
➢ De puntkomma kan je gebruiken tussen twee zelfstandige zinnen, een
punt mag ook
We hebben een fijne vakantie gehad; vooral de eerste weken hebben we ons
goed vermaakt.
➢ De dubbele punt gebruik je als twee zelfstandige zinnen samenhangen,
waarbij de tweede zin een toelichting geeft aan de eerste zin
We hebben een fijne vakantie gehad: we konden elke dag naar het
strand.
SPELLING HOOFDSTUK 4
Als je twee woorden aan elkaar plakt, maak je een samenstelling
Zo bepaal je of je een -s- moet toevoegen
● Als je in een samenstelling een -s- hoort, dan schrijf je die ook:
- machtsvertoon, passagierslijst
● Soms begint het tweede deel van de samenstelling met een s-klank.
Vervang dan het tweede deel met een woord zonder s-klank. Schrijf de s-
klank als je hem bij vervang hoort:
- machtsstrijd, want machtsvertoon; passagiersschip, want passagierslijst
- maar slotceremonie, want slotalinea
Zo bepaal je of je een -(e)n- moet toevoegen
● Als het eerste deel van de samenstelling een zelfstandig naamwoord is
dat alleen een meervoud op -en heeft, schrijf je -en- tussen de woorden:
- berenkuil, vriendendienst
Schrijf geen -(e)n- (soms wel een -e-) in deze gevallen;
● Als het eerste deel geen meervoud heeft: roggebrood, benzinelucht
● Als het eerste deel verwijst naar iets waar er maar één van is: zonnestraal
● Als het eerste deel ook een meervoud op -s heeft: (asperge-asperges)
aspergesoep, (ziekte-ziekten/ziektes) ziektekiem
● Als het eerste deel geen zelfstandige naamwoord is: blindedarm, huilebalk
● Als het eerste deel een bijvoeglijk naamwoord versterkt: boordevol
Je gebruikt leesteken om een tekst beter leesbaar te maken
➢ De komma voeg je toe tussen twee zinnen tot een nieuwe zin
De komma gebruik je:
● tussen twee persoonsvormen:
Als we elke dag naar het strand kunnen, hebben we een fijne vakantie.
● voor maar, doordat, nadat, omdat, terwijl, want, voordat, zodat, zodra
We hebben een fijne vakantie gehad, omdat we elke dag naar het strand konden.
● als je de delen van een zin niet los kunt uitspreken:
We hebben een fijne vakantie gehad, die bovendien lekker lang duurde.
➢ De puntkomma kan je gebruiken tussen twee zelfstandige zinnen, een
punt mag ook
We hebben een fijne vakantie gehad; vooral de eerste weken hebben we ons
goed vermaakt.
➢ De dubbele punt gebruik je als twee zelfstandige zinnen samenhangen,
waarbij de tweede zin een toelichting geeft aan de eerste zin
We hebben een fijne vakantie gehad: we konden elke dag naar het
strand.
SPELLING HOOFDSTUK 4
Als je twee woorden aan elkaar plakt, maak je een samenstelling
Zo bepaal je of je een -s- moet toevoegen
● Als je in een samenstelling een -s- hoort, dan schrijf je die ook:
- machtsvertoon, passagierslijst
● Soms begint het tweede deel van de samenstelling met een s-klank.
Vervang dan het tweede deel met een woord zonder s-klank. Schrijf de s-
klank als je hem bij vervang hoort:
- machtsstrijd, want machtsvertoon; passagiersschip, want passagierslijst
- maar slotceremonie, want slotalinea
Zo bepaal je of je een -(e)n- moet toevoegen
● Als het eerste deel van de samenstelling een zelfstandig naamwoord is
dat alleen een meervoud op -en heeft, schrijf je -en- tussen de woorden:
- berenkuil, vriendendienst
Schrijf geen -(e)n- (soms wel een -e-) in deze gevallen;
● Als het eerste deel geen meervoud heeft: roggebrood, benzinelucht
● Als het eerste deel verwijst naar iets waar er maar één van is: zonnestraal
● Als het eerste deel ook een meervoud op -s heeft: (asperge-asperges)
aspergesoep, (ziekte-ziekten/ziektes) ziektekiem
● Als het eerste deel geen zelfstandige naamwoord is: blindedarm, huilebalk
● Als het eerste deel een bijvoeglijk naamwoord versterkt: boordevol