A/F Tractus Urinarius
Onderdelen tractus urinarius:
- Nieren: produceren urine, een vloeistof bestaande uit water, ionen en oplosbare
verbindingen
- Ureters -> vervoeren de, door de nieren geproduceerde, urine richting de urineblaas
- Urineblaas (vesica urinae) -> kan oprekken tot een bepaalde hoeveelheid urine, dan
zal hij moeten worden geledigd. In de urineblaas vindt dus tijdelijke opslag van urine
plaats.
- Urethra -> urinebuis: tijdens het urineren verlaat de urine hierdoor het lichaam
Functies tractus urinarius:
- Verwijdering van organische afvalstoffen
- Regulering ionenconcentratie in plasma
Wanneer de ionenconcentratie in het bloedplasma niet in balans is, zorgen de
nieren ervoor dat dit weer in balans komt (Na, Ka, Cl)
- Regulering bloedvolume en bloeddruk door aanpassing vochtverlies en afgifte
hormonen
Wanneer de nieren vocht onttrekken aan het bloed en het vocht afstaan, is er
minder vocht ter beschikking in het bloed -> bloedvolume wordt minder.
- Stabilisering pH bloed
Wanneer er zure ionen uit het bloedplasma worden gehaald, wordt de pH van
het bloed hoger en de pH van de urine lager.
- Behoud van nutriënten (voedingsstoffen)
Macroscopische anatomie nieren:
- De nieren zijn boonvormige structuren
- Nieren liggen retroperitoneaal (achter het buikvlies); linker hoger dan rechter
De rechternier ligt lager door de ligging van de lever
- Nieren zijn omringd door een stevig vezelig nierkapsel
- Op de nieren liggen een soort ‘hoedjes’. Dit zijn de bijnieren
- De a. renalis en n. renalis komen de nier binnen bij de nierpoort (hilus)
- De v. renalis en ureter verlaten de nier bij de nierpoort (hilus)
- De nieren hebben een verbinding van de ureters met de urineblaas. De ureters
monden via de achterkant (dorsaal) in de urineblaas uit.
, - Aan de buitenkant van de nieren
bevindt zich de cortex/nierschors
- Daarbinnen bevat de nier
piramides, alle piramides samen
vormen het niermerg
- Tussen de piramides door lopen
allemaal bloedvaten. De
bloedstroming loopt van cortex
naar merg (van buiten -> binnen)
- In de piramides wordt urine
gevormd
Nierbekken/pyelum en nierkelken/calices:
- Pyelum: urine wordt uit de nierkelken (calices) verzameld
- Komt uit 3 calices majores, die elk door 4 of 5 calices minores worden gevoed
- Urine verlaat nierbekken/pyelum via de ureter. De ureter brengt de urine vervolgens
naar de blaas
Bloedtoevoer naar en van nieren:
- Arteria renalis > interlobaire arteriën > arteriae arcuatae > interlobulaire arteriën
- Interlobulaire venen > venae arcuatae > interlobaire venen > vena renalis
Nefron:
- Nefron = functionele basiseenheid van nier
- Urine wordt door de nefronen geproduceerd
- Elke vertakking van een interlobulaire arterie vormt een kluwentje in een nefron
- +/- 1 miljoen nefronen per nier
- Deel in schors, deel in merg
- Bestaand uit nierlichaampje (omsluit het kluwentje) en nierbuis (van nierlichaampje
tot aan opening bij de kelk)
- Komt uit in verzamelbuis
Onderdelen tractus urinarius:
- Nieren: produceren urine, een vloeistof bestaande uit water, ionen en oplosbare
verbindingen
- Ureters -> vervoeren de, door de nieren geproduceerde, urine richting de urineblaas
- Urineblaas (vesica urinae) -> kan oprekken tot een bepaalde hoeveelheid urine, dan
zal hij moeten worden geledigd. In de urineblaas vindt dus tijdelijke opslag van urine
plaats.
- Urethra -> urinebuis: tijdens het urineren verlaat de urine hierdoor het lichaam
Functies tractus urinarius:
- Verwijdering van organische afvalstoffen
- Regulering ionenconcentratie in plasma
Wanneer de ionenconcentratie in het bloedplasma niet in balans is, zorgen de
nieren ervoor dat dit weer in balans komt (Na, Ka, Cl)
- Regulering bloedvolume en bloeddruk door aanpassing vochtverlies en afgifte
hormonen
Wanneer de nieren vocht onttrekken aan het bloed en het vocht afstaan, is er
minder vocht ter beschikking in het bloed -> bloedvolume wordt minder.
- Stabilisering pH bloed
Wanneer er zure ionen uit het bloedplasma worden gehaald, wordt de pH van
het bloed hoger en de pH van de urine lager.
- Behoud van nutriënten (voedingsstoffen)
Macroscopische anatomie nieren:
- De nieren zijn boonvormige structuren
- Nieren liggen retroperitoneaal (achter het buikvlies); linker hoger dan rechter
De rechternier ligt lager door de ligging van de lever
- Nieren zijn omringd door een stevig vezelig nierkapsel
- Op de nieren liggen een soort ‘hoedjes’. Dit zijn de bijnieren
- De a. renalis en n. renalis komen de nier binnen bij de nierpoort (hilus)
- De v. renalis en ureter verlaten de nier bij de nierpoort (hilus)
- De nieren hebben een verbinding van de ureters met de urineblaas. De ureters
monden via de achterkant (dorsaal) in de urineblaas uit.
, - Aan de buitenkant van de nieren
bevindt zich de cortex/nierschors
- Daarbinnen bevat de nier
piramides, alle piramides samen
vormen het niermerg
- Tussen de piramides door lopen
allemaal bloedvaten. De
bloedstroming loopt van cortex
naar merg (van buiten -> binnen)
- In de piramides wordt urine
gevormd
Nierbekken/pyelum en nierkelken/calices:
- Pyelum: urine wordt uit de nierkelken (calices) verzameld
- Komt uit 3 calices majores, die elk door 4 of 5 calices minores worden gevoed
- Urine verlaat nierbekken/pyelum via de ureter. De ureter brengt de urine vervolgens
naar de blaas
Bloedtoevoer naar en van nieren:
- Arteria renalis > interlobaire arteriën > arteriae arcuatae > interlobulaire arteriën
- Interlobulaire venen > venae arcuatae > interlobaire venen > vena renalis
Nefron:
- Nefron = functionele basiseenheid van nier
- Urine wordt door de nefronen geproduceerd
- Elke vertakking van een interlobulaire arterie vormt een kluwentje in een nefron
- +/- 1 miljoen nefronen per nier
- Deel in schors, deel in merg
- Bestaand uit nierlichaampje (omsluit het kluwentje) en nierbuis (van nierlichaampje
tot aan opening bij de kelk)
- Komt uit in verzamelbuis