Beroepsmethodiek: Bedrijfsbeheer
Hoofdstuk 1: Het werk van de interieurvormgever
1. Organisatie
1.1. Fasen van het (ver)bouwproject
Bouwheer = Diegene die het project wil laten uitvoeren
ð Structurele werken/Grote uitbreiding: architect!
A. Voorontwerp
- Welke wensen en verwachtingen?
- Onderzoek naar wensen
- Opmeten van het gebouw/plannen
- Organigram: mogelijkheden afgetast
- Schetsen, moodboard, vlekkenplannen, …
- Voorontwerp wordt bijgestuurd door klant
=> Afspraak: hoeveel voorontwerpen binnen prijs?
B. Stedenbouwkundige melding / Stedenbouwkundige vergunning
Definitieve ontwerp: melden aan dienst stedenbouw van gemeente?
Via architect:
- Uitbreiding > 40m2
- Functiewijziging gebouw/ruimte
C. Aanbestedingsdossier
Aanbestedingsdossier = Dossier bestaat uit technische plannen, een bestek
(materialen) en een meetstaat (hoeveelheden).
D. Prijsvragen en aanbesteden
=> Aannemers worden aangeschreven om prijs te geven.
Contract: klant – aannemer
Toewijzen aannemer: door klant
Prijsvragen ‘per post’ = Deel van de werken per soort aannemer.
E. Uitvoeringsdatum
=> Boete voor iedere dag dat aannemer te laat begint/eindigt.
, F. Toezicht op de werken
- Op belangrijke tijdstippen aanwezig zijn op werf
- Werfvergaderingen op regelmatige basis
- Werfverslag = Ontwerper maakt een verslag met afspraken na iedere
vergadering welke wordt ondertekend door alle partijen.
G. Nazicht rekeningen en oplevering
Voorlopige oplevering = Volledig uitgevoerd project wordt bekeken samen met klant
en aannemer(s) en eventuele tekorten worden opgesomd
op een opleveringsstaat.
=> Aannemer: bepaalde tijd voor herstellingen
Definitieve oplevering = 1 jaar na de voorlopige oplevering.
Aannemer + architect: 10 jaar aansprakelijk!
1.2. Competenties voor het praten met klanten
1.2.1. Mondelinge communicatie
Kenmerken goede mondelinge communicator:
- Vlotte prater: drukt zich vlot uit. Houdt gemakkelijk een gesprek gaande, is
onderhoudend en vertelt boeiend.
- Debater: kan in heftige discussies ook zijn/haar woordje doen.
- Kernachtig: kan meningen, ideeën en ingewikkelde zaken in begrijpelijke taal onder
woorden brengen. Komt ter zake, is niet langdradig.
- Slagvaardig: is niet verlegen om te antwoorden. Reageert alert
- Presentator: kan presentatie geven die helder is en aandacht vasthoudt. Stemt het
betoog af op hoorder(s) en gaat in op reacties.
Kenmerken van onderhandelen:
- Voorbereiding: brengt sterkten en zwakten in kaart. Werkt diverse
onderhandelingsscenario’s uit.
- Confronteren: durft conflicten te benoemen. Formuleert duidelijk waar partijen
tegenover elkaar staan en waar belangen tegengesteld zijn.
- Overbruggen: benadrukt gemeenschappelijk belang en gemeenschappelijke
verantwoordelijkheid om tegenstelling te overbruggen.
- Realiseren win-win: in staat verschillende standpunten, inzichten of belangen naar
elkaar toe te brengen.
- Overzicht: geeft in onderhandeling aandacht voor grote lijn en details
, 1.2.2. Schriftelijke communicatie
A. Brief
1. Betreft: dossiernummer / onderwerp
2. Aanspreektitel
3. Paragraaf 1: kort en bondige situatieschets
4. Paragraaf 2: besluit
5. “Hoogachtend” / “Met vriendelijke groet”
6. Naam verzender + handtekening
B. Mail
Zelfde stramien als brief
=> Geen vermelding volledige adressen
=> Kort en bondig: to the point
C. Verslaggeving
Kort en bondig:
- Datum
- Aanwezigen
- Onderwerp
- Vaststellingen
- Besluiten + afspraken
1.3. Aanbestedingsdossier
Aanbestedingsdossier = Omvat plannen, bestek en meetstaten. Het dient om een
prijsaanvragen (aanbesteden) te doen bij verschillende
aannemers.
=> Zonder mondelinge toelichtingen toch een exact beeld van wat
er gevraagd wordt
Samenstelling:
A. Plannen
- Bevatten voldoende informatie om ontwerp uit te werken
- Voldoende grondplannen, sneden en aanzichten
- Detailtekeningen op grotere schaal
- Genoeg maten en schaalaanduidingen
B. Bestek
Bestek/Lastenboek/lastenkohier = Geeft een nauwkeurige beschrijving van het
project en bepaalt niet alleen verplichtingen van
beide partijen en algemene
aannemingsvoorwaarden, maar ook de aard van
verschillende werken en uitvoeringswijze.
Hoofdstuk 1: Het werk van de interieurvormgever
1. Organisatie
1.1. Fasen van het (ver)bouwproject
Bouwheer = Diegene die het project wil laten uitvoeren
ð Structurele werken/Grote uitbreiding: architect!
A. Voorontwerp
- Welke wensen en verwachtingen?
- Onderzoek naar wensen
- Opmeten van het gebouw/plannen
- Organigram: mogelijkheden afgetast
- Schetsen, moodboard, vlekkenplannen, …
- Voorontwerp wordt bijgestuurd door klant
=> Afspraak: hoeveel voorontwerpen binnen prijs?
B. Stedenbouwkundige melding / Stedenbouwkundige vergunning
Definitieve ontwerp: melden aan dienst stedenbouw van gemeente?
Via architect:
- Uitbreiding > 40m2
- Functiewijziging gebouw/ruimte
C. Aanbestedingsdossier
Aanbestedingsdossier = Dossier bestaat uit technische plannen, een bestek
(materialen) en een meetstaat (hoeveelheden).
D. Prijsvragen en aanbesteden
=> Aannemers worden aangeschreven om prijs te geven.
Contract: klant – aannemer
Toewijzen aannemer: door klant
Prijsvragen ‘per post’ = Deel van de werken per soort aannemer.
E. Uitvoeringsdatum
=> Boete voor iedere dag dat aannemer te laat begint/eindigt.
, F. Toezicht op de werken
- Op belangrijke tijdstippen aanwezig zijn op werf
- Werfvergaderingen op regelmatige basis
- Werfverslag = Ontwerper maakt een verslag met afspraken na iedere
vergadering welke wordt ondertekend door alle partijen.
G. Nazicht rekeningen en oplevering
Voorlopige oplevering = Volledig uitgevoerd project wordt bekeken samen met klant
en aannemer(s) en eventuele tekorten worden opgesomd
op een opleveringsstaat.
=> Aannemer: bepaalde tijd voor herstellingen
Definitieve oplevering = 1 jaar na de voorlopige oplevering.
Aannemer + architect: 10 jaar aansprakelijk!
1.2. Competenties voor het praten met klanten
1.2.1. Mondelinge communicatie
Kenmerken goede mondelinge communicator:
- Vlotte prater: drukt zich vlot uit. Houdt gemakkelijk een gesprek gaande, is
onderhoudend en vertelt boeiend.
- Debater: kan in heftige discussies ook zijn/haar woordje doen.
- Kernachtig: kan meningen, ideeën en ingewikkelde zaken in begrijpelijke taal onder
woorden brengen. Komt ter zake, is niet langdradig.
- Slagvaardig: is niet verlegen om te antwoorden. Reageert alert
- Presentator: kan presentatie geven die helder is en aandacht vasthoudt. Stemt het
betoog af op hoorder(s) en gaat in op reacties.
Kenmerken van onderhandelen:
- Voorbereiding: brengt sterkten en zwakten in kaart. Werkt diverse
onderhandelingsscenario’s uit.
- Confronteren: durft conflicten te benoemen. Formuleert duidelijk waar partijen
tegenover elkaar staan en waar belangen tegengesteld zijn.
- Overbruggen: benadrukt gemeenschappelijk belang en gemeenschappelijke
verantwoordelijkheid om tegenstelling te overbruggen.
- Realiseren win-win: in staat verschillende standpunten, inzichten of belangen naar
elkaar toe te brengen.
- Overzicht: geeft in onderhandeling aandacht voor grote lijn en details
, 1.2.2. Schriftelijke communicatie
A. Brief
1. Betreft: dossiernummer / onderwerp
2. Aanspreektitel
3. Paragraaf 1: kort en bondige situatieschets
4. Paragraaf 2: besluit
5. “Hoogachtend” / “Met vriendelijke groet”
6. Naam verzender + handtekening
B. Mail
Zelfde stramien als brief
=> Geen vermelding volledige adressen
=> Kort en bondig: to the point
C. Verslaggeving
Kort en bondig:
- Datum
- Aanwezigen
- Onderwerp
- Vaststellingen
- Besluiten + afspraken
1.3. Aanbestedingsdossier
Aanbestedingsdossier = Omvat plannen, bestek en meetstaten. Het dient om een
prijsaanvragen (aanbesteden) te doen bij verschillende
aannemers.
=> Zonder mondelinge toelichtingen toch een exact beeld van wat
er gevraagd wordt
Samenstelling:
A. Plannen
- Bevatten voldoende informatie om ontwerp uit te werken
- Voldoende grondplannen, sneden en aanzichten
- Detailtekeningen op grotere schaal
- Genoeg maten en schaalaanduidingen
B. Bestek
Bestek/Lastenboek/lastenkohier = Geeft een nauwkeurige beschrijving van het
project en bepaalt niet alleen verplichtingen van
beide partijen en algemene
aannemingsvoorwaarden, maar ook de aard van
verschillende werken en uitvoeringswijze.