Hoofdstuk 30: begrote en werkelijke winst
Paragraaf 1: omzetbelasting
● omzetbelasting:
○ over de producten die een onderneming verkoopt of diensten die ze verleent
○ afdragen aan de belastingdienst
○ berekenen over het bedrag na de korting
● toegevoegde waarde:
○ het verschil tussen de inkoopprijs en de omzet van een product
○ dit bedrag heeft een bedrijf als het ware “toegevoegd” aan een product
● btw-tarieven:
○ het hoge btw-tarief van 21% / het lage btw-tarief van 9% / het 0%-tarief /
vrijgestelde prestaties
● vooraftrek:
○ de aan de onderneming in rekening gebrachte omzetbelasting door
leveranciers
Paragraaf 2: verkoopprijs
● verkoopprijs:
○ berekenen gebeurt vaak door middel van winstopslag
(handelsondernemingen / diensten)
● winstopslag:
○ de inkoopprijs of de verkoopprijs te verhogen met een bepaald %
○ formule = verkoopprijs (exclusief omzetbelasting) = inkoopprijs + winstopslag
● brutowinstopslag als percentage van de inkoopprijs:
inkoopprijs a
brutowinstopslag … % van a = b
verkoopprijs exc. btw c
btw … % van c = d
verkoopprijs inc. btw e
● brutowinstopslag als percentage van de verkoopprijs:
inkoopprijs a
brutowinstopslag … % van c = b
verkoopprijs exc. btw c
btw … % van c = d
verkoopprijs inc. btw e
Paragraaf 3: begrote winst
● voorcalculatorische winst:
, ○ begrote / verwachte winst
○ de vooraf berekende winst op basis van schattingen
● nacalculatorische winst:
○ werkelijke winst /gerealiseerde winst / werkelijke bedrijfsresultaat
○ de na afloop van een periode berekende werkelijke winst
● verkoopresultaat:
○ hetzelfde als de totale brutowinst of de totale brutomarge
● bedrijfskosten:
○ de overige kosten (naast de inkoopprijs) van een handelsonderneming
● financieringsresultaat:
○ formule = interestopbrengsten - interestkosten
○ wordt na de bedrijfskosten genoteerd
●
opstelling zonder opstelling met
financieringsresultaat financieringsresultaat
begrote omzet €1.176.000 €1.176.000
overige opbrengst €1.900
(interestopbrengst)
€1.177.900 €1.176.000
inkoopprijs €766.000 €766.000
overige kosten €342.100 €342.100
interestkosten €3.500
€1.111.600 €1.108.100
(financieringsresultaat)
interestopbrengsten €1.900
interestkosten €3.500
€66.300 €66.300
Paragraaf 4: werkelijke winst
● werkelijke winst:
○ wordt hetzelfde berekend als de begrote winst, maar dan met de werkelijke
gegevens
Paragraaf 5: verschillenanalyse
● verschillenanalyse:
○ door de nacalculatorische winst te vergelijken met de voorcalculatorische
winst, kunnen we een analyse maken van de verschillen
○ de oorzaken achterhalen waardoor een verschil is ontstaan
Paragraaf 1: omzetbelasting
● omzetbelasting:
○ over de producten die een onderneming verkoopt of diensten die ze verleent
○ afdragen aan de belastingdienst
○ berekenen over het bedrag na de korting
● toegevoegde waarde:
○ het verschil tussen de inkoopprijs en de omzet van een product
○ dit bedrag heeft een bedrijf als het ware “toegevoegd” aan een product
● btw-tarieven:
○ het hoge btw-tarief van 21% / het lage btw-tarief van 9% / het 0%-tarief /
vrijgestelde prestaties
● vooraftrek:
○ de aan de onderneming in rekening gebrachte omzetbelasting door
leveranciers
Paragraaf 2: verkoopprijs
● verkoopprijs:
○ berekenen gebeurt vaak door middel van winstopslag
(handelsondernemingen / diensten)
● winstopslag:
○ de inkoopprijs of de verkoopprijs te verhogen met een bepaald %
○ formule = verkoopprijs (exclusief omzetbelasting) = inkoopprijs + winstopslag
● brutowinstopslag als percentage van de inkoopprijs:
inkoopprijs a
brutowinstopslag … % van a = b
verkoopprijs exc. btw c
btw … % van c = d
verkoopprijs inc. btw e
● brutowinstopslag als percentage van de verkoopprijs:
inkoopprijs a
brutowinstopslag … % van c = b
verkoopprijs exc. btw c
btw … % van c = d
verkoopprijs inc. btw e
Paragraaf 3: begrote winst
● voorcalculatorische winst:
, ○ begrote / verwachte winst
○ de vooraf berekende winst op basis van schattingen
● nacalculatorische winst:
○ werkelijke winst /gerealiseerde winst / werkelijke bedrijfsresultaat
○ de na afloop van een periode berekende werkelijke winst
● verkoopresultaat:
○ hetzelfde als de totale brutowinst of de totale brutomarge
● bedrijfskosten:
○ de overige kosten (naast de inkoopprijs) van een handelsonderneming
● financieringsresultaat:
○ formule = interestopbrengsten - interestkosten
○ wordt na de bedrijfskosten genoteerd
●
opstelling zonder opstelling met
financieringsresultaat financieringsresultaat
begrote omzet €1.176.000 €1.176.000
overige opbrengst €1.900
(interestopbrengst)
€1.177.900 €1.176.000
inkoopprijs €766.000 €766.000
overige kosten €342.100 €342.100
interestkosten €3.500
€1.111.600 €1.108.100
(financieringsresultaat)
interestopbrengsten €1.900
interestkosten €3.500
€66.300 €66.300
Paragraaf 4: werkelijke winst
● werkelijke winst:
○ wordt hetzelfde berekend als de begrote winst, maar dan met de werkelijke
gegevens
Paragraaf 5: verschillenanalyse
● verschillenanalyse:
○ door de nacalculatorische winst te vergelijken met de voorcalculatorische
winst, kunnen we een analyse maken van de verschillen
○ de oorzaken achterhalen waardoor een verschil is ontstaan