Waarom en hoe ventileren
Waarom
= gezonde binnenlucht (zuurstof) garanderen door waterdamp (=vervuilde lucht met vocht)
en geuren te verwijderen
1. waterdamp verwijderen om oppervlaktecondensatie1 en gevolg: schimmelvorming te
voorkomen
a. op koudste binnen oppervlakken
b. op enkel glas (koudste oppervlak)
c. op koudebruggen: koude komt naar binnen (snelste condensatie en
schimmelvorming)
d. oppervlaktecondensatie = warme lucht (met veel waterdamp) in
contact met opp met een lagere T → waterdamp condenseert ter
plekke
i. plat dak en spouwmuur → isolatie loopt niet tot bovenaan,
stopt ook tot snelbouw = onderbreking thermische lijn
2. Geuren
a. schilderwerken: vochtproductie
b. metsen (mortel), beton storten → bij bouwen veel water gebruikt
(1e twee jaar drogen → gevoelig voor waterdamp en
schimmelvorming)
i. oplossing: drogers om weg te ventileren
3. toevoer zuurstof voor mensen
a. COVID (vervuilde lucht blijft rondzweven)
b. in woning → veel waterdamp vrij
i. koken
ii. ademhaling
iii. transpiratie
4. toevoer zuurstof voor open verbrandingstoestellen
a. dampkap gebruiken we pas bij intensieve ventilatie
b. openhaard heeft O2 nodig om te branden (doe deur dicht bij brand)
c. regeltje niet kennen (afhankelijk grootte cassette openhaard)
d. nadelig: gebruikt O2 waar wij van leven
i. oplossing: voorzie bij open verbrandingstoestel een extra opening dat
rechtstreeks lucht van buiten gebruikt wordt (niet onze lucht)
Ongezonde lucht leidt tot (extra slide 9)
1. Gezondheidsproblemen
a. slaapkamer: hoge vochtproductie van twee mensen (zonder
ventilatie) → probleem vaak achter de kast (geen ventilatie
aanwezig daar)
2. discomfort
1 door automatische zuigkracht zal het natuurlijke debiet sws in balans zijn met opgelegd
mechanisch gebied (geldt voor systeem ABC NIET D)
, a. tochtstromen als we bvb raam openzetten bc we have no ventilatiesysteem
3. oppervlaktecondens en schimmel
a. condens door te weinig iso in hoeken (T metselwerk lager dan
binnen → daar gebeurt het dus zeker) of enkel glas
b. gebruik haardroger (verwarming) om spiegel of ramen verwarmen om geen
condens te hebben
ESSENTIE = goed geïsoleerde ruimte zonder koudebruggen die geventileerd wordt
Hoe niet ventileren = ongecontroleerd ventileren
1. spuiventilatie (intensieve ventilatie) = ramen en deuren openen - tocht
a. E verlies (meestal radiator onder raam nog aan)
b. diagonale ramen → automatische tocht (elke slaapkamer heeft dus
degelijk een raam nodig)
c. afkoeling ruimte, tocht
d. inbraak, regen
e. ongecontroleerd
f. toepassen bij: oververwarming, hoge geur-en vochtproductie
2. kieren en spleten = slechte bouw
a. ongecontroleerder dan ramen (~ wind, temp)
i. te diepe inkapping bij stopcontacten in snelbouw → komen tot
spouw
ii. verstoring bewuste ventilatie
iii. E-verlies
b. dampkap = intensieve ventilatie ≠ basisventilatie (enkel actief bij
het koken)
i. vroeger afvoer van dampkap aan buitenzijde van gevel =
ongecontroleerd warme lucht naar buiten = E wegname
ii. hedendaagse woning: geen uitgang naar buiten, filtering
kooklucht in propere lucht, dampkap langs boven open →
meer propere lucht terug brengen in ruimte (recirculatie)
Hoe wel ventileren (EXAMEN VIER PUNTEN VENTILATIESTRATEGIEN)
1. luchtdicht bouwen
a. luchtlekken vermijden door goede uitvoering van bouwdetails
i. goed sluitende ramen, goede details zonder koudebruggen →
anders geen goed ventilatiesysteem
2. basis ventilatiesysteem
a. regelbaar ventilatiesysteem
3. aanvullende intensieve ventilatie
a. dampkap, opengaande ramen
4. ventilatie van speciale ruimten
a. ventilatie van garages (buiten hygiënische basisventilatie)
i. auto met vervuilde uitstoot → mag geen deel uitmaken van
basisventilatie
1 LUCHTDICHT BOUWEN
1. waarom?
a. warmteverliezen tegengaan (E)
b. gecontroleerd ventileren
Waarom
= gezonde binnenlucht (zuurstof) garanderen door waterdamp (=vervuilde lucht met vocht)
en geuren te verwijderen
1. waterdamp verwijderen om oppervlaktecondensatie1 en gevolg: schimmelvorming te
voorkomen
a. op koudste binnen oppervlakken
b. op enkel glas (koudste oppervlak)
c. op koudebruggen: koude komt naar binnen (snelste condensatie en
schimmelvorming)
d. oppervlaktecondensatie = warme lucht (met veel waterdamp) in
contact met opp met een lagere T → waterdamp condenseert ter
plekke
i. plat dak en spouwmuur → isolatie loopt niet tot bovenaan,
stopt ook tot snelbouw = onderbreking thermische lijn
2. Geuren
a. schilderwerken: vochtproductie
b. metsen (mortel), beton storten → bij bouwen veel water gebruikt
(1e twee jaar drogen → gevoelig voor waterdamp en
schimmelvorming)
i. oplossing: drogers om weg te ventileren
3. toevoer zuurstof voor mensen
a. COVID (vervuilde lucht blijft rondzweven)
b. in woning → veel waterdamp vrij
i. koken
ii. ademhaling
iii. transpiratie
4. toevoer zuurstof voor open verbrandingstoestellen
a. dampkap gebruiken we pas bij intensieve ventilatie
b. openhaard heeft O2 nodig om te branden (doe deur dicht bij brand)
c. regeltje niet kennen (afhankelijk grootte cassette openhaard)
d. nadelig: gebruikt O2 waar wij van leven
i. oplossing: voorzie bij open verbrandingstoestel een extra opening dat
rechtstreeks lucht van buiten gebruikt wordt (niet onze lucht)
Ongezonde lucht leidt tot (extra slide 9)
1. Gezondheidsproblemen
a. slaapkamer: hoge vochtproductie van twee mensen (zonder
ventilatie) → probleem vaak achter de kast (geen ventilatie
aanwezig daar)
2. discomfort
1 door automatische zuigkracht zal het natuurlijke debiet sws in balans zijn met opgelegd
mechanisch gebied (geldt voor systeem ABC NIET D)
, a. tochtstromen als we bvb raam openzetten bc we have no ventilatiesysteem
3. oppervlaktecondens en schimmel
a. condens door te weinig iso in hoeken (T metselwerk lager dan
binnen → daar gebeurt het dus zeker) of enkel glas
b. gebruik haardroger (verwarming) om spiegel of ramen verwarmen om geen
condens te hebben
ESSENTIE = goed geïsoleerde ruimte zonder koudebruggen die geventileerd wordt
Hoe niet ventileren = ongecontroleerd ventileren
1. spuiventilatie (intensieve ventilatie) = ramen en deuren openen - tocht
a. E verlies (meestal radiator onder raam nog aan)
b. diagonale ramen → automatische tocht (elke slaapkamer heeft dus
degelijk een raam nodig)
c. afkoeling ruimte, tocht
d. inbraak, regen
e. ongecontroleerd
f. toepassen bij: oververwarming, hoge geur-en vochtproductie
2. kieren en spleten = slechte bouw
a. ongecontroleerder dan ramen (~ wind, temp)
i. te diepe inkapping bij stopcontacten in snelbouw → komen tot
spouw
ii. verstoring bewuste ventilatie
iii. E-verlies
b. dampkap = intensieve ventilatie ≠ basisventilatie (enkel actief bij
het koken)
i. vroeger afvoer van dampkap aan buitenzijde van gevel =
ongecontroleerd warme lucht naar buiten = E wegname
ii. hedendaagse woning: geen uitgang naar buiten, filtering
kooklucht in propere lucht, dampkap langs boven open →
meer propere lucht terug brengen in ruimte (recirculatie)
Hoe wel ventileren (EXAMEN VIER PUNTEN VENTILATIESTRATEGIEN)
1. luchtdicht bouwen
a. luchtlekken vermijden door goede uitvoering van bouwdetails
i. goed sluitende ramen, goede details zonder koudebruggen →
anders geen goed ventilatiesysteem
2. basis ventilatiesysteem
a. regelbaar ventilatiesysteem
3. aanvullende intensieve ventilatie
a. dampkap, opengaande ramen
4. ventilatie van speciale ruimten
a. ventilatie van garages (buiten hygiënische basisventilatie)
i. auto met vervuilde uitstoot → mag geen deel uitmaken van
basisventilatie
1 LUCHTDICHT BOUWEN
1. waarom?
a. warmteverliezen tegengaan (E)
b. gecontroleerd ventileren